Sander



Columns



Gedichten



Portfolio




   
Columns

Als voormalig FOK-columnist schreef ik zo'n drie jaar lang iedere twee weken een column. Die columns staan ook op mijn eigen website. Momenteel ligt het schrijven echter stil.


Week 42 - ALT F4
 Het stond nog net niet in mijn agenda genoteerd; nog een toegift van één dag. Overbodig. Het viel immers niet te vergeten na een afscheidstournee van maanden. Na maanden van verloving vergeet je je bruiloft ook niet. Morbide bovendien.
"Schikt die datum u, mevrouw?"
"Ik kijk even in de gemeenschappelijke agenda... Ai, nee dat komt slecht uit, op die dag neem ik afscheid van mijn man."
Het klinkt hard, maar het is de realiteit van de zelfgekozen zachte dood.

Het is kiezen tussen luisteren tot aan de fade-out van het laatste nummer of het eruit trekken van de stekker van de cd-speler. Bij goede muziek raad ik het eerste aan, maar bij de cd der slopende ziektes is het slotnummer nooit het beste. Het slotnummer is langdradig, doet pijn aan de oren, is van onbekende duur en is bovenal het luisteren niet waard. Als je weet dat jouw cd noch uit het laatje gehaald noch op repeat gezet kan worden, dan is de keuze voor een eigen slotnummer begrijpelijk. Niet eens zozeer voor mezelf, aangezien ik de dag erna al niets meer weet van het zelfgekozen slotstuk, maar wel voor degenen die ik achterlaat.

Het klinkt allemaal vanzelfsprekend om regisseur van je eigen leven te zijn. Dat is het echter niet. Ook in liberaal Nederland niet. Of moet ik zeggen: juist in christelijk Nederland niet. Waar een christelijk overwicht in de coalitie meer en meer de regie van jouw leven van je overneemt. Van het CDA moet het lijden de overhand hebben genomen, moet het goed pijn doen als je voor het laatst de cd-speler bedient. Pas dan mag het, maar kijkt het vrome CDA je nog steeds met afkeur aan. De ChristenUnie maakt het nog wat bonter door gesteund door God de echte verlosser van je bed weg te houden. Zij pleit voor extra handen aan het bed: verplegen en verzorgen. Pardon? Ik ga dood, verpleeg en verzorg nu eerst maar eens de mensen mét houdbaarheidsdatum!

Een waardig afscheid van en voor vrouw en kinderen is je niet gegund. Zij moeten toezien hoe je verder aftakelt en op je laatste dag niets meer uit kunt brengen. Niet meer kunt lachen. Ik wil mijn vrouw en kinderen zien lachen op mijn laatste dag. Al kost het moeite en is het door te tranen heen. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd. De houding van CDA en ChristenUnie ontneemt juist de naasten het leven. Ik wil mijn slotscène kunnen kiezen. Als God bestaat, dan heeft hij mijn hele leven al geregisseerd. Ik neem niet aan dat Hij het me kwalijk zou nemen als ik dat op mijn allerlaatste dag voor één keer overneem, of wel?

Ik wacht niet op God. Niet als een reset middels de toetsen Ctrl, Alt en Delete niet meer helpt. Ik kies mijn eigen laatste nummer en wacht niet totdat ik niets meer kan omdat de harde schijf crasht en de boel is gaan roken. Ik wil geen vreemde handen aan mijn eigen bed, maar de handen van die ik liefheb. God moet dat begrijpen.

Door God of speling van het lot
ben ik op de dodenwachtlijst gezet
Dat valt niet meer ongedaan te maken
ook niet met de Backspace of Ctrl Z

En omdat ik ben gekomen zonder kloppen
ga ik zeker niet onaangekondigd weg van hier
Daarom wacht ik niet geduldig op God
en druk zelf op de verlossende Alt F4

N.B. de ik-persoon is niet gelijk aan de schrijver
 


Week 40 - Het Binnenhofklasje - Handenarbeid
 Sinds de komst van juffrouw Verbeet stond er een nieuw vak op het lesrooster van het Binnenhofklasje. Juf Verbeet was van mening dat er veel te veel werd gepraat.
"Aan het werk, handen uit de mouwen!"
Met succes had ze de schoolleiding overtuigd van het nut voor het herinvoeren van het vak handenarbeid. Nu de klas nog, want het vak stuitte nogal op wat weerstand.

"Genoeg gepraat! Berg de boekjes en schriftjes maar weer op, het is weer tijd voor handenarbeid," riep de juf haar kindertjes toe.
Een golf van ongenoegen ging door het lokaal.
Marianne Thieme blafte het hardst: "Hondenarbeid? Dat is dierenmishandeling!"
"Dan wordt mijn pak vies," jammerde Mark. "Bij meester Weisglas hoefden we nooit onze handen te gebruiken."
"Ik ben dan ook geen meester Weisglas maar juffrouw Verbeet."
"Van de Partij van de Handenarbeid zeker," reageerde Mark cynisch.
Zelfs Rita schaarde zich dit keer achter rivaal Rutte en uitte haar ongenoegen over de handenarbeidles.
"Jou wil ik zeker niet horen, Rita! Als er een hand werd geweigerd, was jij die eerste die opsprong. Nu reik ik je handenarbeid aan, dan mag jij nu ook niet weigeren," sprak de juffrouw streng tot Rita.

Uiteindelijk waren alle boekjes en schriftjes weer opgeborgen en leek de rust teruggekeerd. De kindertjes liepen zwijgzaam maar met de nodige tegenzin naar het handenarbeidlokaal.
"Waar is juf Maxima?" vroeg Jan Peter ontdaan.
"Juf Maxima zit overspannen thuis. Iets met een identiteitscrisis," sprak haar vervanger vanuit een rookgordijn.
"Identiteitscrisis?" sprak Jan Peter bezorgd. "Is dat besmettelijk?"
"Het schijnt dat iedere Nederlander daar last van heeft, behalve ik dan. Ik weet heel goed wie ik ben en ik neem aan dat jullie ook weten wie ik ben," zei de oproepkracht vanachter een sigaar.
"Jazeker, meneer! U bent toch die sigarenrokende opa uit Jan, Jans en de Kinderen?" antwoordde Jan Peter.
"Pardon? Wiegel is de naam!"

Onder de bezielende leiding van stand-in Wiegel gingen de kindertjes verder met waarmee ze de vorige les in handenarbeid waren geëindigd.
"Waar zijn we mee bezig, mevrouw Halsema? Dit is volgens mij nog niet de Sinterklaasopdracht," klonk er plechtig.
Femke kromp ineen.
"Dit was mijn hoed voor Prinsjesdag maar omdat er geen roetfilter op zat mocht ik er niet mee de straat op. Dus ik dacht, dan maak er vandaag een mooi roetfilter voor."
Ella Vogelaar die ook even een kijkje had genomen bij het gevaarte, zei: "o, ik dacht dat het een minaret was."
"Minaret? U bent knettergek, u bent knettergek!" voegde Geert haar toe.

Vanuit de andere kant van het lokaal kwam het geluid van een huilende Mark. Meester Wiegel bewoog zich statig in de richting van de verdrietige Rutte.
"Wat is er, best knul?"
Mark keek met een zuur gezicht naar wat daarnet nog een schoon overhemd was. Rita stond er enigszins beduusd naast.
"Weet jij meer van die lijmvlekken op Marks overhemd, jonge dame?"
Rita bezweek onder zoveel autoriteit en knikte ja.
"Een lijmpoging, meneer Wiegel," biechtte Rita op.
"Rita, ik wil geen lijmpogingen meer van je zien, anders royeer ik je naar de gang."

Meester Wiegel liep al sigarenrokend verder door het lokaal en bleef staan bij Wouter.
"Dat is nog niet veel soeps," constateerde hij kijkend naar het hompje klei dat voor Wouter op tafel stond.
"Ik ben gewoon niet zo goed met mijn handen," snikte Woutertje. "Zelfs niet in een partij kleien," voegde Wouter er aan toe.
"Kop op, mijn jongen. Ik ben trots op je. Je hebt het referendum voor Europa afgewezen," zei de meester troostend en hij vertelde vol trots over zijn Nacht van Wiegel waarin hij in zijn eentje het voorstel voor de invoering van een referendum tegen wist te houden.
"Ik heb trouwens liever niet dat u rookt op de werkplek, meneer Wiegel," zei Wouter opeens weer vol vertrouwen.
Wiegel zoog al lachend aan zijn sigaar.
"Om mij een beetje snel te kunnen laten ontslaan, kun je dus maar beter instemmen met de plannen van je klasgenoot Donner."
Wouter noteerde dankbaar deze tip in zijn kladblok en zei: "ik ga het vanmiddag nog voorleggen aan mijn partij."
Wiegel gaf hem een knipoog en stelde Wouter voor om van de homp voor hem een stevige coalitie te kleien.
 


Week 30 - Binnen de lijntjes kleuren
 Een kleurdoos met enkel potloden in bruin- en grijstinten was wat er overbleef. Maandenlang bracht jij kleur in mijn leven, als een regenboog in een zwart-wit film. En nu je weg bent is alles weer grauw, want je hebt de kleuren met je meegenomen. De kleurplaat waar wij maanden samen aan werkten, kwam niet af. Heeft het krampachtig binnen de lijntjes kleuren dan toch te veel gevergd?

Echt weg was je natuurlijk niet. Iedere dag keek ik tegen die kleurplaat aan die niet af was en niet af zal komen ook. Tevergeefs probeerde ik het in mijn eentje met de kleurloze potloden die overbleven. Uit pure wanhoop smeekte ik je om kleur, maar je reactie was net zo bot als de punten van de potloden waren vlak voordat je vertrok. Gelijk had je, jij had immers al een nieuw onbeschreven vel papier voor je liggen. Een nieuwe kleurplaat in wording. Wat mij restte was de gum. Als een bezetene wreef ik de gum over het papier. Des te meer ik je potloodstrepen probeerde te uit te wissen, des te vaker liep ik je tegen het lijf. Thom Yorke had gelijk toen hij zong: "The more I try to erase you, the more that you appear." Hoe harder je gumt, hoe smeriger en gestreepter het papier wordt.

De reden voor je plotselinge vertrek was een jongen waar je al langer zichtbaar een zwak voor had. En nu hij opeens niet meer was gebonden, greep jij je kans. Mijn bruin- en grijstinten of zijn complete kleurenpalet? De keuze voor een nieuw leeg vel papier is dan snel gemaakt. Jij hebt hiermee wel bewezen dat een nieuw vel gemakkelijker is dan gummen. En je schijnt er nog gelukkiger van te worden ook aangezien je iedere keer dat ik je zag even kwijt moest dat het zo lekker met je ging.

Mijn gegum was dus kennelijk geen goed idee. Bovendien is gummen ook maar schijn en niet zo effectief als het lijkt. Met wat geluk krijg je het papier wel wit. Maar als je iets aandachtiger en van dichtbij het papier bekijkt. Dan zie je dat het vol met diepe krassen zit. Krassen veroorzaakt door een scherp geslepen punt. De enige uitweg die je in deze hebt alhier -hoe hard en grondig je ook gumt- is die van oud zeer via oud papier naar een leeg en krasvrij A4.

Dus begin ik opnieuw en laat de gum voor wat het is. Terwijl de zon het rood op ons papier tot vale herinneringen verkleurt, zet ik grove lijnen op een nieuw maagdelijk wit vel papier. Lijnen in zwart, accenten in grijs en bruin. Ik wacht geduldig op mijn beurt, want de rest laat ik wit voor iemand met kleur. Een vrouw die met minder moeite dan jij met felle, vrolijke kleuren binnen de lijntjes kleurt.
 


Week 26 - Het Binnenhofklasje - De Rita & Rutte romance
 Het waren bijzonder rustige tijden voor juf Gerdi. Toen ze destijds haar vriendinnen vertelde dat ze het onderwijs in wilde gaan, werd ze van alle kanten gewaarschuwd.
"Lage lonen, hoge werkdruk, bedreigingen en smerige wc's," kreeg ze te horen.
Na ruim honderd dagen kon Juf Gerdi kon zich echter niet voorstellen waarom haar onderwijscollega's zich zo druk konden maken over hun arbeidsvoorwaarden.
"Met wat getik met een hamer verdien ik meer dan menig Poolse importarbeider, de kindertjes zijn uitermate tam en van een hoge werkdruk is al helemaal geen sprake," dacht de juf. "Mijn enige bedreiging is diezelfde Poolse arbeider die mijn baantje voor tien euro per uur in wil pikken, maar gelukkig hebben we Geert die ze de Kamer wel uitjaagt."

Reden voor al deze rust is de afwezigheid van de heren Jan Peter, Woutertje en Dreetje met hun gevolg. Als winnaars van de grote coalitiebingo, een frivool festijn dat iedere vier jaar wordt georganiseerd voor het Binnenhofklasje, kregen ze een puzzeltocht aangeboden.
"Juf, het duurt wel lang die puzzeltocht. Wanneer komen ze nu eens terug?" vroeg Jantje Marijnissen ongeduldig. "Ik wil oppositie voeren."
Geert voegde zich bij Jan.
"Ik heb trek in zetels."
De juf maande de twee tot kalmte.
"Geduld heren, niet te hard. Alle tijd."
Geert schoot uit zijn slof.
"Dit land is onbestuurbaar. Het gaat zichtbaar mis omdat de heren Bos, Balkenende en Rouvoet op speurtocht naar ideetjes zijn."
Juf Gerdi was naar beide heren toegelopen en vroeg wat er dan zo vreselijk mis dreigde te gaan.
"Isl..," probeerde Geert maar Jan was hem al voor:
"Dat gejump juf. Dat is op komen zetten sinds dit kabinet. Ze willen wel een gewelddadig computerspel verbieden maar jumpen mag nog steeds. Dat is toch zorgwekkend juf."
De juf knikte instemmend.
"Dat is inderdaad zorgwekkend maar daar hebben de heren al lang iets aan gedaan," verklapte de juf.
"Wat dan?" vroegen Jan en Geert in koor.
"Het is een geheimpje jongens," zei de juf en ze fluisterde: "Hilbrand Nawijn heeft met overheidssteun een jump-nummer gemaakt. Als dat geen antireclame voor jumpen is."
"Briljant!" gaf Geert toe. "Is er niet nog wat geld over om Hilbrand te laten bekeren tot de islam? Dat lijkt me het einde van die religie", grinnikte Geert.
"Als jullie het niet erg vinden ga ik nu weer naar mijn plek toe. Ik moet nog bijles 'hokjes inkleuren' geven aan Groenlinks-statenlid Cheryl Braam," verontschuldigde de juf zich.
"O, wilt u haar namens de SP dan nog bedanken voor die extra zetel in de senaat," vroeg Jan zijn juffrouw.

In de VVD-hoek hing er geen oppositiesfeer. Daar hing iets anders in de lucht. Iets vreemds. Mark had het nog nooit eerder geroken.
"Is dit dan soms de geur van de overwinning waar je Geert wel eens over hoort praten?" dacht Mark. "Jaaaaaa, dat moet het wel zijn. Zie je wel, ik ben een goede leider!"
"Ik ben de leider van de VVD," corrigeerde Rita.
Mark moest huilen. Henk kwam hem troosten.
"Weet je, die geur Mark… dat is de geur van liefde", zei de ervaren Henk tegen zijn pupil. "Rita pest je omdat ze van je houdt. Zo zijn vrouwen."
"Ja maar ze flirt af en toe met Geert, Henk."
"Dat doet ze om jou jaloers te maken. Zo simpel is dat Mark."

Die middag in het fietsenhok had Mark al zijn moed verzameld. Daar kwam Rita aanlopen, met ferme stappen.
"Ha Rita," stamelde Mark. "Je weet dat ik altijd een hekel heb aan dat gedraai van Wouter. Daarom wil ik er nu ook niet verder omheen draaien. IK BEN VERLIEFD OP JE," schreeuwde Mark uit. Even bleef het stil.
Mark doorbrak de stilte: "Ja nou verliefd. Ik bedoel meer dat ik je leuk vind. Euh leuk? Zei ik leuk? Meer zo van dat ik je wel mag."
Rita glunderde.
"Wacht, even Henk bellen," excuseerde Mark zich.
Na het telefoongesprek vervolgde Mark zijn ijzersterke betoog: "Ik wil nog even terugkomen op mijn eerdere woorden: IK BEN INDERDAAD VERLIEFD OP JE!"
"O Mark wat heb je dat mooi gezegd," zuchtte Rita en ze vlogen elkaar in de armen. Niet links of rechtsdraaiend. Rita's tong vloog rechtdoorzee Marks keelgat in.
"Je hebt dus wel een hart… en wat voor één," bekende Mark.
Rita glom als nooit tevoren. Zoenen met de leider van de VVD is veel mooier dan de leider van de VVD zijn. Haar doel was bereikt.
"Zullen we bij mij thuis samen in debat gaan," stelde Mark romantisch voor.
"De bad? Het is toch het bad?" dacht Rita terug aan haar inburgeringslessen, maar zonder Mark te corrigeren volgde ze hem naar zijn woning voor een spetterende woordenwisseling.
 


Week 20 - Keer om, keer om!
 Zet mij achter het stuur van een auto en mijn vrouwlijke kant komt boven. Op de snelweg ga ik nog door voor een doorsnee man. In de jungle van stad daarentegen doe ik niet veel onder voor de gemiddelde vrouw. Jaloers kijk ik toe hoe nonchalant seksegenoten hun vaak ook nog grotere voertuig fileparkeren. Met een soepele handbeweging weten ze hun auto in het kleinste gaatje te krijgen. Als ik geen parkeerplek kan vinden waar ik mijn auto voorwaarts dan wel achterwaarts in kwijt kan, dan wordt de noodtoestand uitgeroepen. De radio gaat uit, de verkeerspolitie wordt opgetrommeld om de weg af te zetten en aan de hand van nauwkeurige wiskundige berekeningen bepaal ik de te volgen draaihoek. Naast niet gezegend te zijn met inparkeertalent ontbreekt het mij ook aan mannelijk richtingsgevoel. In plaats daarvan ben ik de gelukkige eigenaar van het talent om vooral voorbij dat ene straatje te rijden. Gelukkig kunnen vrouwen en mannen zoals ik nu een dubbele portie mannelijk richtingsgevoel kopen luisterend naar de naam Tom Tom. Wel voorzien van vrouwenstem uiteraard, voor het geval Tom Tom je toch aan je bestemming voorbij laat rijden.

Ik voer de bestemming in op het navigatiesysteem. Een bestemming die ik zonder navigatie altijd voorbij gereden ben. Aan vrienden die de weg er naar toe wel hadden gevonden, vroeg ik voorheen de weg. Hoe gedetailleerd hun routebeschrijving ook was, ik geraakte er nooit, hoewel ik wel geregeld dacht er te zijn aanbeland. Ook een stratenboek mocht niet baten, evenals de hulp van voorbijgangers. Daarom roep ik dit keer de hulp in van padvinder Tom Tom. "Ware Liefde", toets ik in als eindbestemming. Tom Tom go!

Opzoek naar Ware Liefde. Het begin van de route is vertrouwd. De gebaande wegen. Tom Tom die me op het juiste spoor houdt. Alleen de verkeerslichten zitten tegen. Ongeduldig wacht ik voor rood. "Na driehonderd meter sla rechtsaf," zegt mijn navigerende reisgenoot dwingend en kortaf.

Het begint al te schemeren. Ware Liefde ligt kennelijk niet bij mij om de hoek. De gevolgde route wijkt af van de beschrijvingen van vrienden. Hoeveel wegen leiden er naar Ware Liefde? Hoe ver nog? De tank raakt al maar leger. Ware Liefde kost brandstof. Ware Liefde is één op één. Waar ben ik? Opeens slaan we een straat in die me bekend voorkomt; de Lindelaan. Aan het einde linksaf, daar woont Lieske. Wat voelt dat al weer lang geleden. Was dat dan toch Ware Liefde?
"Laat maar, ik heb het zelf al weer gevonden," schep ik op tegen de navigatie.
Ik sla de Klaprooslaan in en rijd voor je huis langs. Vanuit mijn auto zie ik je staan. Je bent niet meer alleen.
"Waarom heb ik haar toch laten gaan?" vraag ik mijn navigatiesysteem.
Tom Tom antwoordt meteen: "Keer om, keer om."
Ik werp een blik op het scherm en zie dat ik een doodlopende straat ben ingeslagen.
"Keer om, keer om," herhaalt Tom Tom.

Met mijn richtingsgevoel middels een zuignap aan de voorruit bevestigd, rijd ik op huis aan. Bestemming niet bereikt. Vandaag niet, in ieder geval. Ware Liefde lag ooit in de Klaprooslaan. Lag. Lieske woont er nog, maar de Ware Liefde is naar elders verhuisd. Tom Tom weet waar en ik weet wat ik al wist: dat ik geen gevoel voor richting heb. Soms moet je gewoon een keer verkeerd rijden om tot de ontdekking te komen dat je ooit goed zat.
 


Week 18 - Peek, plant voort!
 Eind vorig jaar is een vriend van me vader geworden van een gezonde dochter. Van haar ouders kreeg ze een bijzondere en originele naam mee. Eén die ik nog nooit eerder was tegengekomen. Het nadeel voor haar is wel dat ze het constant zal moeten spellen. Iets dat ik met mijn achternaam heb. Hoewel mijn vroege voorouders niet eens zo heel erg los zijn gegaan toen ze een achternaam moesten verzinnen, zijn de vier schamele letters vaak een reden tot misverstand. Met name de eerste letter is een struikelblok. Bijvoorbeeld als je een bestelling vakantiefoto's gaat ophalen.
"Ik kan niets vinden onder de B, meneer"
"Niet Beek maar Peek is de naam. Met een P van Pieter," corrigeer ik.

Mesnen behben nu eenmaal de neiging om iets dat ze lezen of horen om te vormen tot een logisch bestaand worod. Daarom kun je moeiteloos de volgorde van de letters aanpassen zonder de betekenis te verliezen. Iets dat hopelijk blijkt uit de eerste zin van deze alinea. Peek betekent in het moderne Nederlands weinig. Om misverstanden te voorkomen noem ik tegenwoordig de eerste letter er meteen expliciet bij. Laatst hielp ook dát niet.
"Beek? Sorry, ik kan het niet goed verstaan," zei de slager in een overvolle winkel.
"Peek. Van Peek & Cloppenburg maar dan alleen Peek," sprak ik naar mijn gevoel bijna schreeuwend.
"Ah, Cloppenburg," verontschuldigde de slager zich en hij noteerde deze naam bij de bestelling van een gourmetschotel. Na veel moeite wist ik het eindelijk gecorrigeerd te krijgen naar Peek.

Mijn overovergrootouders hebben in ieder geval hun best gedaan op het verzinnen van een achternaam. Of vrouwen hebben de overhand in mijn familie, of de Peekjes zijn in de loop der eeuwen weinig succesvol geweest in de voortplanting. Ook dát kunnen redenen zijn waarom er meer Jansens dan Peek'en rondlopen. In dat laatste geval heb ik, in de kracht van mijn leven, geen tijd te verliezen.

Wat betreft het verzinnen van een jongensnaam, kan ik bij mijn ouders een stuk minder originaliteit bespeuren. Al sinds de lagere school had ik concurrentie. Er waren twee Sanders en een Alexander die eigenlijk ook Sander heette maar die zich deze naam maar had aangemeten om nog meer verwarring tot voorkomen. Ook in mijn studietijd en gedurende bijbaantjes was er altijd wel een andere Sander, Sandor, Alexander of Xander in de buurt.

De combinatie voor- en achternaam bleken in mijn geval in die mate uniek dat sanderpeek.nl enkele jaren terug nog vrij was. Zonder kapers op de kust kon ik het domein registeren en wat betreft e-mail adressen was 'sanderpeek@' voor mij vooralsnog altijd beschikbaar. Toch kwam ik via toeval in aanraking met een andere Sander Peek. Deze iets jongere naamgenoot had kennelijk per ongeluk mijn e-mailadres - dat erg leek op zijn e-mailadres - doorgegeven aan het CWI dat mij een gebruikersnaam en wachtwoord had gemaild. Of ik mijn CV even verder wilde aanvullen.

Vorige week kwam ik in aanraking met weer een andere Sander Peek. De statistiekenpagina van mijn website liet zien dat er was gelinkt naar mijn website vanaf een pagina van iemand die ik niet ken. "Fans," dacht ik ten onrechte. Tot mijn grote verbazing bleek een naamgenoot te doen alsof mijn website zijn website was. Ongegeneerd gaf hij een dame een link naar mijn gedichtenpagina op het verzoek tot meer gedichten van zijn hand. Een klik verder leerde me dat hij meerdere gedichten van mij had staan en deed alsof dat zijn werk was. Compleet met reacties van verschillende vrouwen als: "Dit had ik nooit achter je gezocht." En: "Welke vrouw geeft je inspiratie tot al dit moois?" Die eerste reactie is in ieder geval van iemand met mensenkennis, aangezien het niet zijn werk betrof.

Ik kan natuurlijk niet toestaan dat hij meer vrouwen in bed krijgt met mijn gedichten dan ik - nota bene de auteur van dit alles. Daarom ben ik maar gaan reageren om de waarheid te onthullen. Iets dat me niet in dank werd afgenomen. Het spijt me dat ik zijn muze, die hem vroeg om meer van zijn (lees: mijn) gedichten, een illusie armer heb gemaakt. Haar naam zal ik niet noemen om het netjes te houden. Zijn naam had ik ook niet willen noemen ware het niet dat hij hetzelfde heet als ik.

Ik zie het maar als compliment. Al neemt dat niet weg dat ik heb verzocht mijn werk weg te halen. Die gedichten zijn toch als een soort kinderen voor me. Trots laat je ze aan iedereen zien. Maar, ook al zijn ze lelijk, zelfs dan wil je niet dat iemand anders claimt de biologische vader te zijn. Volgens één van zijn maten moest ik niet ouwehoeren en hem op mijn blote knieën danken. Nou, bij deze dus. Jarenlang heb ik mijn rijmpjes onder het bed laten verstoffen omdat ik ze waardeloos vond. Toen ik verhalen en columns ging schrijven dacht ik dat het mijn reputatie niet verder kon schaden en ben ze toen op mijn site gaan publiceren. Ik had daarbij geen rekening gehouden met het feit dat iemand met dezelfde naam ze blijkbaar goed genoeg achtte om indruk te maken op vrouwen. Ik blijf het magere rijmpjes vinden maar kennelijk werkte het ook nog. Misschien moet ik dat zelf ook eens wat vaker proberen? Dan kan ik bovendien gaan zorgen voor nageslacht en op die wijze de achternaam Peek wat gebruikelijker maken. Dan komt het misschien ooit nog eens zo ver dat ik of anders mijn nageslacht de achternaam niet duidelijk hoeven te spellen. En dat allemaal dankzij de heroïsche daad van mijn naamgenoot die op deze wijze zelf ook zijn steentje heeft bijgedragen aan de verdere verspreiding van de naam Peek. Dankzij hem is immers mijn kinderwens geboren. Zelf heb ik geen leven aangezien ik me druk kan maken om dergelijk plagiaat. Wat is er dan mooier om als je zelf geen leven hebt, het leven aan een ander te schenken?

Naamgenoot, speciaal voor jou - geheel rechtenvrij - een rijmpje om het goed te maken met de vrouw in kwestie. Peek, plant voort! Jij ook! Je hebt al bewezen in een handomdraai gedichten te kunnen vermenigvuldigen, nu jezelf nog. Dan kan je nogmaals een bijdrage leveren aan verdere naamsverspreiding.

Als je dacht dat ik met taal kon spelen
liefste, dan heb je me overschat
om jouw hart te kunnen stelen
heb ík gedichten van een ander gejat

Van een jongen met exact dezelfde naam
geef toe, dan is de leugen er snel
en ja, dat was onbedachtzaam
want de waarheid achterhaalt hem wel

Nu voel je je misschien bedrogen
want voor dichten ben ik gezakt
maar ik heb niet alles gelogen
ik heb ze namelijk wél zelf geknipt en geplakt

 


Week 14 - Die film die nooit werd gemaakt
 Onze ontmoetingen waren als de trailer van een film; kort maar krachtig. Een trailer vol actie en voelbare spanning, zonder ook maar iets van het plot weg te geven. Juist naar dat plot was ik zo benieuwd.

Geschokt keek je me aan, alsof ik je zojuist ten huwelijk had gevraagd, een hond had aangeschaft en een doorzonwoning had betrokken met een stationwagon voor de deur voor de aanstaande kinderen. Ik had enkel het woordje "toekomst" laten vallen en jij schoot al in de verdediging.
"Het is toch goed zo," stelde je geërgerd vast.
"Ik kan dit niet," antwoordde ik je. "Op een gegeven moment begin ik wel een beetje nieuwsgierig te worden naar de film. Het is alsof ik maandenlang kijk naar een trailer van een film die ik niet mag zien."
Je ging mee in mijn metafoor en concludeerde ten onrechte: "Dus je begint die trailer zat te worden?"
"Zo bedoel ik het niet," antwoordde ik. "Ik mis de dialoog, de verhaallijn, het plot. Je figureert slechts in een trailer terwijl ik je wil zien schitteren in de hoofdrol van een film."
Mijn woorden leken je te ontdooien. Je kuste me zacht.
"Geef me tijd," smeekte je me.

Ik gaf je die tijd. Vele speeluren aan trailer vlogen voorbij. Ik werd steeds benieuwder naar het plot. Zo benieuwd dat ik op den duur zelf maar een begin had gemaakt met de uitwerking van het script. Wij samen in de hoofdrol.

Uiteindelijk raakte mijn geduld echter op. Ik liet het woordje "toekomst" weer vallen en we belandden in een scène die we al eerder hadden geoefend. De tekst kende ik al uit het hoofd, zowel jouw als mijn tekst. Ik wist dus ook precies wat jij ging zeggen.
"Hoeveel tijd heb je nog nodig dan? Wanneer kan er worden begonnen met draaien?" vroeg ik.
"Ik kan het niet," zei je bitter. "Een goede film verdient een goede hoofdrolspeelster. Dat ben ik niet. Ik ben een slechte actrice wier gebrek aan kwaliteit in de trailer niet opvalt - maar in de film des te meer."
"Acteerlessen?" opperde ik.
"Ik voel me haast een pornoactrice," zei je met de nodige zelfspot.
"Comedy gaat je anders ook best aardig af."
Je lachte door je tranen heen.
"Je tranen zijn dus niet gespeeld?" vroeg ik je.
En zo keken we samen naar hoe het zwart van de nacht volgde op de laatste keer dat wij naar de trailer hadden gekeken. Samen vielen we uiteindelijk in slaap. Voor het laatst samen.

"Dus dit was het?" zei ik terwijl je de volgende morgen richting de deur liep.
"Misschien ooit een keer een bijrolletje?" reageerde je gelaten en je liep in de richting van je auto.
"Kijk zo nog even één keer om," regisseerde ik. "Dat doet het altijd goed in dit soort scènes."
Je gaf gehoor aan mijn verzoek alvorens in te stappen. Niet veel later reed je weg en verdween je van de set van de film waarvan de trailer geweldig was, de cast rond leek en het script er lag - maar gedraaid werd er nooit. Terwijl de aftiteling nog liep, verdween jij uit mijn leven. Weg van de set van een film die nooit werd gemaakt.
 


Week 12 - Het Binnenhofklasje - Beestenboel
 Dankzij de komst van Marianne Thieme in het Binnenhofklasje kwamen eindelijk ook de dieren eens aan het woord. Vandaag zelfs letterlijk. Juffrouw Gerdi Verbeet zag het plan van de kinderen niet zo zitten. Zij vond het al geregeld een beestenboel tijdens al de spoeddebatten van de laatste tijd. De diervriendelijke kamermeerderheid beslist echter en dus mocht iedereen vandaag zijn of haar huisdier mee naar school nemen.

Marianne, de bedenker van deze vervroegde dierendag, arriveerde deze morgen als eerst op het Binnenhof. Juf Gerdi zag haar aankomen met een grote trailer. "Juf, juf, kunt u me helpen om Hilbrand uit de trailer te halen?", vroeg Marianne aan haar juffrouw. "Kan die zelf niet lopen?", vroeg juf Gerdi verontwaardigd. "Hij is nogal opstandig en schreeuwt al snel de hele boel bij elkaar", verklaarde Marianne. "Dat schreeuwen heb ik gezien, ja. Bij SBS6's 'So you wanna be a popstar'", zei Juf Gerdi terwijl ze Marianne toch maar volgde in de richting van de trailer. "Volgens mij begrijpen we elkaar niet", liet Marianne haar juf weten en ze liet de laadklep van de trailer zakken. Bij het aanschouwen van het roze knorrende dier werd het de juf opeens duidelijk dat het om een varken ging. "Ik dacht dat je Hilbrand Nawijn had meegenomen", lichtte de juf het ontstane misverstand toe. "Om eerlijk te zijn heb ik zo'n groot beest liever niet in de Kamer." Marianne was verbaasd over de houding van haar juf jegens varkens. "U realiseert zich wel dat dit varken een bevolkingsgroep van ruim tien miljoen vertegenwoordigd? Dat zijn meer stemmen dan Geert Wilders. Mag hun stem niet geknord worden?" De juf zwichtte voor dit sterke argument en hielp Hilbrand de Kamer in.

"Wat zie jij er uit! Volgens mij ben je ziek", zei de juf tegen Jan Marijnissen, die als tweede het klasje kwam binnenlopen. "Ga jij maar lekker naar huis en duik je mand in", gaf ze hem mee. Marianne kwam poolshoogte nemen en bekeek de rode uitslag van haar zieke klasgenoot: "Beterschap Jan, wel lief dat je toch nog even op school bent gekomen met je rode hond". Na het vertrek van Jan volgden al snel alle andere kindertjes met hun dieren.

Marianne kon haar geluk niet op met zoveel beesten in het klaslokaal. Nieuwsgierig maakte ze kennis met haar electoraat. "Wat zijn dat voor vissen?", vroeg ze aan Mark Rutte, terwijl haar vinger wees in de richting van een bak met water op zijn tafeltje. "Dit zijn nu liber-aaltjes", antwoordde Mark. "Gladde jongens. Als je het mij vraagt is die ene daar een soci-aal", lachte Marianne.

Na een bezoekje aan de christenhonden nam Marianne vervolgens een kijkje bij haar klasgenootjes van de Partij van de Aaibaarheid. Zowel Albayrak en Aboutaleb hadden een hond meegenomen. Geert kwam met een kritische blik naast Marianne staan en terwijl Marianne de hondjes aaide vroeg hij: "Hebben deze honden een dubbel hondenpaspoort?" De twee PvdA'ers knikten hevig ja en begonnen ieder te zwaaien met beide paspoorten. "Voor ieder paar poten één paspoort", riepen ze in koor. "Juf! Ik wil nu een spoeddebat. Ik dien een motie van wantrouwen in tegen deze twee trouwe viervoeters met dubbel paspoort", jammerde Geert. Juf Gerdi luisterde echter wederom niet naar haar leerling en legde hem het zwijgen op.

Geert deed demonstratief zijn armen over elkaar en keek nors voor zich uit. Marianne knielde naast hem neer en vroeg op haar allerliefst naar het huisdier van Geert. "Heb ik niet en mag ik niet", zei hij sip. Marianne voelde met hem mee en legde haar hand op zijn schouder. Dat moest een groot gemis in een kinderleven zijn. "Wil je anders varken Hilbrand een weekje te logeren hebben?", stelde Marianne voor. Geert wist niet hoe gauw hij ja moest zeggen en hij bedankte Marianne met een innige omhelzing. "Weet je wat het voordeel van een varken is?" fluisterde ze in zijn oor. "Jij bent toch zo bang voor moslims? Dit varken houdt ze wel op afstand." "Soms heb jij best goede ideeën", fluisterde Geert terug.
 


Week 4 - Liefde.zip
 Zaterdagmorgen, Susan werd vroeg wakker. Ze schoof gewoontegetrouw haar rechter voet van haar zijde van het matras naar de andere kant. Het was er leeg en koud. Vlug trok ze haar voet terug naar de warme zijde. "Weer een weekend alleen", realiseerde ze zich. De afwezigheid van de warmte van haar vriend naast zich wende nog niet. Dit was pas de derde week van een half jaar waarin hun liefde duizenden kilometers ver zou moeten reiken om elkanders warmte te voelen.

Susan haalde haar laptop onder het bed vandaan. "Zou hij al weer gemaild hebben?", vroeg ze zich af terwijl er een warm gevoel door haar lichaam trok bij de gedachte dat ze post zou hebben. Maar al snel dacht ze weer aan de kou die haar voet nog geen vijf minuten geleden voelde.

Op dat zelfde tijdstip ver verwijderd van zijn geliefde Susan was Mark al aan zijn dagtaak begonnen. De middag stond daar zelfs al weer bijna voor de deur. Het kale landschap symboliseerde op perfecte wijze zijn lege gevoel. Hij miste iedere morgen Susans warme voet tegen zijn kuiten. Zijn kameraden kenden dat gevoel en daarom konden ze elkaar steunen. Bovendien wist Mark dat dit nu eenmaal onderdeel uitmaakte van zijn beroep. Iedere morgen was Mark in de gelegenheid om e-mails te versturen. In het weekend voegde hij foto's bij. Dichterbij zou Susan het komende half jaar niet komen.

Susans schoot was warm geworden van de laptop. Ongeduldig wachtte ze totdat hij was opgestart. De Windows-tune als soundtrack van haar oorlogsroman. De tune was nog niet afgelopen of blind vond ze de snelkoppeling naar het e-mailprogramma dat haar direct na geladen te zijn meedeelde: "U heeft 1 ongelezen e-mail". Bij het zien van de afzender werd Susan blij. Marks bericht had geen punt te weinig en geen komma teveel en er zat een bijlage van 3 MegaByte bij.

Mark vertelde over zijn belevenissen en dat hij 's morgens haar warme voet zo miste. Tegen beter weten in schoof Susan haar voet weer naar rechts. Nog steeds koud. De bijlage bevatte foto's van Mark gemaakt door kameraden. 'Liefde.zip', zo noemde Mark het bijgevoegde bestand. Bedoeld voor de eenzame momenten. Susan had het die morgen direct op CD gebrand nadat ze het had opgeslagen in 'Mijn Documenten'.

Susan mailde Mark een lang verhaal terug en voegde wat zelfgemaakte foto's bij. Eenmaal uit bed kwamen ook de weekenden meestal wel op gang. 's Avonds echter kwam het gevoel van de ochtenden weer opzetten. Geen post. Met enkel de warmte van de laptop in de slaapkamer bladert Susan nogmaals door de foto's van Mark heen. Opzoek naar liefde. Hoe langer ze naar het scherm kijkt hoe eenzamer ze zich voelt. Ze opent wederom het e-mailprogramma. Geen post. Logisch, want hij slaapt inmiddels. Ze begint een e-mail naar Mark te tikken:

Liefde is niet downloaden of van CD te rippen Je bedoelt het lief maar ik mis je nu en hier Liefde valt niet in te pakken en te unzippen Ik wil je in levende lijve niet op scherm of glossy fotopapier

Voordat ze op versturen klikt, bedenkt ze zich echter al. Ze realiseert zich dat Mark er niet gelukkiger van wordt als zij zich zo laat kennen. Ze haalt de tekst weg en vervangt het door: "Ik wil nog even zeggen dat ik van je hou." Nog even laat ze haar voet naar rechts glijden. Het is er warm.
 


Week 2 - Doodsverwensing
 Zonder iets te zeggen opende u de deur voor uw kleinzoon. Terwijl ik mijn jas ophing was u al naar de woonkamer gelopen en weer aan de eettafel gaan zitten. "Beste jongen, pak gerust wat te drinken voor jezelf. Ik hoef niks", zei u gelaten. Ik ging zwijgend tegenover u aan de eettafel zitten. Met in mijn ene hand een warme kop thee en in de andere hand uw ijskoude hand. De wandklok in de woonmaker was al niet veel spraakzamer. "De wijzers van mijn wandklok staan stil. Mijn tijd zal spoedig komen op een moment dat God dat wil", zei u met een geleende glimlach nadat u zag dat mijn ogen keken in de richting van de stilstaande klok die achter u hing. "Ik vergeet veel maar helaas niet dat mijn lichaam net zoals de klok achter me geen heel uur meer gaat slaan."

Ik zocht naar troostende woorden. Tevergeefs. De dokter had gezegd dat het voor mijn oma nooit meer lente zou worden. De herfst in uw hoofd was overgegaan in een oorlogswinter in uw lichaam. U had de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en wist was doorzetten was. Verzet had echter nu geen zin. U vocht tegen een onzichtbare vijand. Een vijand die was geïnfiltreerd overal in uw lichaam. U vocht een oorlog die u nooit kon winnen. Geallieerden zwaaiden al met de witte vlag. Wat valt er dan nog te zeggen? Zwijgend aan de eettafel met onze beide ogen vochtig en rood, doodden we dapper de tijd totdat de tergend trage tijd u doodt. De kou van uw hand trok nu ook door mijn handen heen. Hand in hand met de dood. Een dood op bestelling met het tijdstip van bezorging onbekend. Een vaste bezorgtijd in de vorm van euthanasie was voor mijn oma onbespreekbaar. "Alleen God mag de tijd stilzetten", was uw standpunt.

"Ik ben moe, ik wil even liggen", verzocht u me. Hoe lang we aan de eettafel hebben gezeten weet ik niet. De tijd stond immers stil. Ik trok mijn jas aan. U was ook naar de hal gekomen. "Heb je geen sjaal bij je?", zei u zorgzaam terwijl u een keurig opgevouwen zelfgebreide sjaal van de hoedenplak haalde . "Beste jongen, jij moet nog langer mee dan deze winter", zei u en u hing de sjaal om mijn blote nek. Dat het buiten maar geen winter wilde worden, hield ik voor me. "Lieve jongen", zei u weer zachtjes tegen mij vlak voor mijn vertrek naar huis. "Wil je iets voor mij aan God vragen want bij mij geeft Hij maar niet thuis", vroeg u me met lichte wanhoop nog voordat ik de buitendeur openende. "Ik heb God al een paar keer tevergeefs gevraagd om me niet meer wakker te maken. Wil jij het Hem ook vragen?" Ik schrok van uw verzoek maar knikte ja nadat ik het verlangen naar de dood in uw ogen zag. Uw verzoek klonk vurig en oprecht en daarom had ik het u toegezegd. Geraakt door uw doodsverwensing fietste ik door de warme winter met wollen sjaal op huis aan. "Hoe praat ik met God?", vroeg ik me af. "Kennen we elkaar? Zou ik me eerst netjes voor moeten stellen?"

De volgende morgen schrok ik wakker. Mijn kussen nog nat, mijn ogen nog rood. Ik wierp een blik op mijn tikkende klok. Niemand belt op dit tijdstip, niemand anders dan de dood. Zaterdagmorgen 8:37. Ik liep richting de telefoon en mijn vermoeden bleek juist. Na de verbinding verbroken te hebben, realiseerde ik me dat ik mijn oma had doodgewenst. Ik pakte de sjaal van mijn kapstok en hing hem om mijn blote bovenlijf. "Goed zo beste jongen, jij moet nog langer mee dan deze winter", hoorde ik u dankbaar zeggen. Verschrikt bleef ik staan. In de verte hoorde ik u nog zachtjes zeggen: "Jouw klok heeft nog heel wat uren te slaan."
 


Week 52 - Het Binnenhofklasje - Kerstdiner
 Enkele weken terug had meester Frans afscheid genomen van zijn kinderen. Hij had zijn taken overgedragen aan zijn opvolger juffrouw Gerdi. In een zinderende finale wist Gerdi Verbeet haar concurrenten Maria van der Hoeven en Henk Kamp te verslaan. Gerdi had van de kinderen de meeste SMS'jes gekregen en was daarom de terechte winnaar. Henk-Jan Smits, die in zijn eentje de jury vormde, kon zich prima vinden in het oordeel van de publieksjury.
"Ze bezit absoluut de X-factor", luidde zijn kundige oordeel. "De performance van Kamp is te stijf. Marcheren past nu eenmaal niet bij ieder nummer. En Van Der Hoeven - twee jaar ouder dan de winnares - is net te oud om nog gekneed te worden."

Juf Verbeet had op deze tweede kerstdag een prachtig kerstdiner gepland. Ze had haar klasje groepjes laten maken en aan ieder groepje een gerecht gegeven.
"Groep Wilders, jullie mogen een salade maken", zei de juf in de richting van groepshoofd Geert.
"Salade? Dat is een bijgerecht! Ik heb 600.000 stemmen gehad en vervolgens mag ik salade gaan maken?!", reageerde Geert furieus in de richting van de kersverse juf.
"Wat had je dan willen maken?", vroeg de juf kalm.
"Toch wel iets wilders", opperde Geert.
"Wildsaus?", luidde het tweede voorstel van juf Gerdi.
Geert knikte tevreden.
"Zeg het eens Femke", sprak de juf in de richting van het hoofd van de groep GroenLinks die al een tijdje met haar vinger in de ozonlaag zat.
"Wij willen wél de salade maken, juf", slijmde Femke die kennelijk nog wat goed te maken had na haar eerdere weigering op het verzoek om aan tafel te gaan zitten bij het CDA en de PvdA.
Nadat juffrouw Gerdi alle gerechten had verdeeld en geld had gegeven, gaf ze de kinderen vrijaf om boodschappen te doen voor het maken van het gerecht.

Op tweede kerstdag, de dag van het diner, was Gerdi al vroeg in de middag in de weer met het dekken van de tafels. Samen met invalmeester Herman Wijffels bepaalde ze de tafelschikking.
"CDA samen met PvdA en ChristenUnie", oordeelde Wijffels.
En de terwijl de overige tafels werden ingedeeld kwam de groep liberalen huilend binnen.
"Wat is er aan de hand jongens?", vroeg juffrouw Gerdi aan de huilende Mark Rutte.
"Rita is haar portefeuille kwijt en daardoor konden we geen boodschappen meer doen", jammerde Mark. "Nu hebben wij geen dessert kunnen maken."
"En waar is Rita nu dan?", vroeg de juffrouw bezorgd.
"Die is naarstig opzoek naar haar verloren portefeuille", antwoordde Mark.
De juf troostte de huilende groep. Een diner zonder dessert is ook geen ramp.

Het voorgerecht werd gevormd door de soep van de SP.
"Lekker soepje Jan", zei Wouter met lichte jaloezie, "Wat zit er allemaal in?"
"Geen idee Wouter, ik heb de soep bij de voedselbank gehaald. Armoede.", bekende Jan aan Wouter.
"En wat heb je dan met het geld gedaan voor de boodschappen", vroeg Wouter door.
"Partijkas", antwoordde Jan zonder enige schaamte vluchtig tussen twee happen door.

Voor het hoofdgerecht waren meerdere groepen verantwoordelijk. De Partij voor de Dieren had zich opgegeven voor het vlees.
"Wat is het geworden?", vroeg iedereen enthousiast aan Marianne Thieme.
"Tofu", gniffelde Marianne.
"Wat?! 600.000 stemmen staan achter mijn wildsaus en waarover wordt mijn wildsaus gedaan? Over tofu? Schande!", schreeuwde Geert.

De juf had zich een rustigere avond voorgesteld en moest alle moeite doen om de gemoederen tot bedaren te brengen. Maar uiteindelijk ging zelfs de tofu er bij iedereen in. Echter de volgende gang zou wel weer eens een probleem kunnen worden. Het nagerecht was er immers niet en ook Rita's stoel was de hele avond leeg gebleven.
"Lieve kinderen, het nagerecht...", begon de juffrouw moedig.
Nog voordat juffrouw Gerdi het woord nagerecht had uitgesproken kwam Rita binnen met een grote doos.
"Hier ben ik dan. Geen paniek. Alles onder controle", zei Rita fier.
"Heb je je portefeuille weer terug?", vroeg de juffrouw aan de binnenstormende Rita.
Wouter was al gaan staan.
"Wat doe jij hier Rita. Ga weg!", stampvoette hij.
Nu ging de groep met VVD'ers staan om te dreigen met voortijdig vertrek.
"Blijf zitten!", sprak Rita streng. "Ik heb nog een nagerecht."
Iedereen keek nieuwsgierig naar de grote doos die Rita bij zich had.
"Ik had thuis - just in case - in de vriezer nog een groot hart van ijs liggen", deelde Rita tot opluchting van haar hele groepje mee.
En zo kreeg ook dit kerstdiner een heerlijk nagerecht.
"Pardon dat ik zo vijandig deed. Ik wist niet dat ik zo kon genieten van je hart van ijs", bekende Wouter aan Rita.
 


Week 50 - Illusie armer
 Een groot dilemma dringt zich op. Het opbiechten van de collectieve Sinterklaasleugen. Hoe vertel je je dochter dat haar papa en mama al die jaren haar Sinterklaascadeaus hebben gekocht? Dat het geen toeval was dat er rond december opvallend vaak worteltjes op het menu stonden. Dat ze jarenlang heeft geloofd in iets dat niet bestaat.

Geen idee hoe, maar papa mocht het doen. Mama hield zich afzijdig, voor de goede vrede. Op die manier hield ons opgewonden standje in ieder geval nog één bondgenoot over. Ik zette mijn serieuze gezicht op en richtte me tot Irene die net haar grootste schoen richting de haard wilde slepen.
"Sinterklaas bestaat niet", biechtte ik op zonder er verder omheen te draaien. En terwijl ik keek naar hard en hoekig speelgoed in handbereik van ons prinsesje, dacht ik: "Don't shoot the messenger."
Het bleef stil. Irene was in gedachten verzonken. Waarschijnlijk bracht ze - bijdehand als ze kan zijn - alle gevolgen van deze collectieve leugen in kaart om vervolgens iets onvoorspelbaars te gaan doen. Terwijl ze een traantje probeerde te verhullen, loog ze vol overtuiging: "Je dacht toch niet dat ik dat niet doorhad."

Een paar weken later was het al lang en breed weer vrede. Het was bijna Kerst. Geen leugens meer want in de Kerstman geloofde Irene al nooit.
"Een slee kan niet vliegen", was steevast haar keiharde oordeel.
Een maand eerder stond ze 's morgens echter wel aan je bed om vol opwinding te vertellen dat ze 's nachts paardenvoeten op het toch behoorlijk schuine dak had gehoord.

Samen versierden we de kerstboom. Enthousiast ging de kleine dame aan het werk.
"Wat is Kerst precies?", wilde ze weten terwijl ze de boom voorzag van onbreekbare houten engeltjes en zichzelf van zilveren slingers.
Dilemma! Vertel ik haar het Bijbelse verhaal op het gevaar af dat madame bijdehand zegt dat iemand niet twee dagen jarig kan zijn? Of vertel ik haar de tegenwoordig gangbare boodschap van Kerst: het verlangen naar vrede? Met in gedachte haar traan van enkele weken terug kon ik me geen leugen meer permitteren. Ik koos polderend voor optie twee met een vleugje van optie één. Irene luisterde aandachtig maar vol achterdocht.
"Dus met Kerst is het overal vrede?", luidde haar summiere samenvatting.
Ik knikte en nog voordat ik trots kon zijn op mijn heldere uitleg barstte mijn dochter in lachen uit.
"Ik ben niet dom! Vrede bestaat niet. Dat maak je mij echt niet wijs", giechelde Irene.
Door haar onhandigheid spatte de eerste kerstbal van dit jaar uiteen op de houten vloer. Irene leek opeens de hele wereld te snappen, beter dan ik ooit heb gekund. Vrede bestaat niet en ik heb er al die jaren heilig in geloofd.

De rollen waren nu omgekeerd. Dit keer maakte mijn dochter mij - zonder dat ze het wist - een illusie armer.
"Papa je bent toch niet boos om die kapotte kerstbal?", vroeg Irene vol berouw terwijl ze zag dat ik een traan probeerde te verhullen. 'Don't shoot the messenger' en daarom omhelsde ik mijn schat innig.
"Ik ben niet boos", stelde ik haar gauw gerust.
Waarop Irene in mijn oor fluisterde: "Zullen we samen iedere Kerst blijven geloven in vrede, papa?"
Ik gaf een kus op haar wangen vol glitters en fluisterde terug: "Niet tegen mama vertellen dat vrede niet bestaat."
 


Week 48 - Het Binnenhofklasje - Coalitiegymnastiek
 Meester Frans zag al snel in dat juf Gonny niet geschikt was om het Haagse zooitje ongeregeld in het gareel te houden. Leuk voor de les handenarbeid maar te weinig discipline om de serieuze vakken onder de aandacht te brengen. Meester Frans - loyaal als altijd - had daarom het schoolbestuur toegezegd aan te blijven totdat er een geschikte opvolger was gevonden. Dat leek hem, zeker gezien deze roerige tijden, de enige juiste beslissing. Want terwijl de dagen steeds korter worden, werden de werkdagen van meester Frans steeds langer.

Maandagavond ontving hij de ouders van leerlingen die niet langer op deze school mochten blijven. Moeilijke gesprekken voor een goedzak als meester Frans. Op die momenten was hij jaloers op zijn leerlinge Rita die de uitvallers waarschijnlijk zonder (generaal) pardon had weggestuurd van het Binnenhof. De heer en mevrouw Herben waren nog wel redelijk.
"Gezien de resultaten van uw zoon Mat is het onmogelijk geworden om de beste jongen hier nog langer te houden", had meester Frans ze meegedeeld.
"Hij heeft gelukkig nog een hoop andere hobby's", knikten beide ouders instemmend.
De ouders van Joost Eerdmans waren het echter al een stuk minder eens met het wegsturen van hun kind. Hevig protesterend verlieten ze uiteindelijk het lokaal. Het dieptepunt van deze zware avond werd gevormd door familie Nawijn. Ook zoonlief was aanwezig om meester Frans op andere gedachten te brengen. Meester Frans haalde de verkiezingsuitslag erbij en wees Hilbrand op de keiharde feiten.
"Ik eis dat mijn score opnieuw wordt berekend", piepte de kleine Nawijn.

Meester Frans had die avond een stevige borrel nodig gehad om in slaap te geraken. De volgende morgen begon al weer vroeg met de verwelkoming van nieuwe leerlingen. Marianne Thieme was hem van alle nieuwkomers het meest bijgebleven. Met name omdat ze haar hond had meegenomen.
"Huisdieren, leuk!", had meester Frans enthousiast gezegd. "We kunnen wel wat gezellige diertjes gebruiken in ons ongezellige leshok."

Terwijl een groot deel van de klas richting het gymlokaal werd gestuurd, werden verschillende lijsttrekkers ter verantwoording geroepen bij de meester.
"Wouter, klopt het dat jij condooms hebt uitgedeeld onder andere op Urk en in enkele potloodgemeenten?"
Wouter draaikontte wat en bevestigde de vraag zwijgend.
"Wouter, denk jij echt dat er mensen op jou gaan stemmen als ze tot een hoogtepunt zijn gekomen dat mede mogelijk is gemaakt door jouw Partij van de Arbeid?"
Rutte brak brutaal in: "Werken en tot een hoogtepunt komen is niet écht PvdA, meester Frans. Die condooms waren meer iets voor mijn partij geweest. PvdA-stemmers houden hun hand op voor een hoogtepunt."
"Stilte!!!", eiste Frans.
Ook Jan Peter ontsprong de dans niet.
"Jan Peter, klopt het dat jij onder werktijd bier hebt gedronken in Duitsland? En dat jij in de bosjes hebt gelegen voor een normen en waardeloos RTL Boulevard-item over het privé-leven van bekend Nederland?", vroeg de meester aan de CDA-leider.
Jan Peter excuseerde zich met: "Ja maar dat moest ik doen van mijn campagneleider."
Meester Frans wendde zich tenslotte tot Rouvoet: "André, van jou had ik dit zeker niet verwacht. Ik heb je zoals je weet heel hoog zitten als politicus. Ik hoop dus ook dat ik het verkeerd heb gezien. Toch moet ik je dit vragen: klopt het dat ik je zag graaien bij Lingo?"
André antwoordde eerlijk dat hij tegen Pechtold had gelingood.
"En waarom roept u Alexander niet tot de orde", vroeg de rest aan de meester.
"Jongens kom op, die jongen is wanhopig. Ik kan hem zoiets niet kwalijk nemen.", verklaarde de meester en hij vervolgde zijn relaas met opgestoken vingertje. "Knoop dit allemaal goed in jullie oren. Laat ik niet meer merken dat jullie je schuldig maken aan dit soort zetelprostitutie. Daarmee maken jullie het metier van politicus belachelijk! Dus inhoud en geen amusement meer! En nu als de sodemieter naar de les van meester Hoekstra."

De vorige drie weken werd de gymles verzorgd door gastdocent Maurice de Hond. Drie weken lang zeteldans doen was voor de meeste leerlingen echter wel iets teveel van het goede. Sinds deze week werd de gymles verzorgd door meester Rein Jan Hoekstra. Meester Hoekstra had als opdracht meegekregen om die spieren van de leerlingen lekker soepel te maken.
"Dan buigen ze wat makkelijker naar links en naar rechts", had hij van Baas Bea te horen gekregen.
De les begon met een parcours van verschillende toestellen. Enigszins met wat vertraging aangezien nieuwkomer Thieme bezwaar maakte tegen de inzet van het paard en de bok als toestel. Meester Hoekstra moest als brugman praten om haar ervan te overtuigen dat beide toestellen een riant binnen- en buitenverblijf hadden, biologisch voedsel kregen en na iedere gymles herstellen van de lichamelijke ongemakjes met een paracetamolletje en een body-to-body massage.

Wouter vond dat Jan Marijnissen als eerste mocht beginnen aan het parcours. Jan Peter was echter al vertrokken maar worstelde al snel met het paard. Rutte en Verdonk ruzieden over wie voorop mocht lopen. Bos stuurde Marijnissen er snel achteraan en hij tilde Jan over het paard ten koste van eigen zetels en vervolgens bleef Bos met de armen over elkaar op de plek staan. Wie er nu gewonnen had wist niemand.

Na het toestellenparcours was het tijd voor trefbal.
"Ik wil dat jullie groepjes maken van minimaal 76 mensen", verzocht meester Hoekstra. Op dat verzoek kwam de gymleraar al weer snel terug want er zat weinig schot in het formeren van groepjes.
"Ik wil alleen", zei Geert.
"Jan moet met Jan Peter", zei Wouter.
"VVD moet met Verdonk", zei Rita.
"Ik wil naar huis", zei Wouter weer.
"Ik ook", zei Jan Peter die daarmee voor het eerst op één lijn met Wouter zat.
Daarop besloot meester Hoekstra om zelf maar met een willekeurige indeling te komen.
"Ze willen me niet, meester", jammerde Geert.
"Nee Geert, jij wilde de rest niet", reageerde de meester en hij gaf Geert om hem zoet te houden wat stempotloden en een kleurplaat van - 'Zij zijn groot en ik is klein, en dat is niet eerlijk' - Calimero.
"Op zijn koppie staat een eierdop", zong Rutte olijk.

Terwijl de kindertjes eindelijk begonnen waren aan een potje trefbal, kwam meester Frans een kijkje nemen.
"Wil het een beetje vlotten Rein Jan?", vroeg Frans nadat hij naast de kersverse gymleraar was gaan staan.
"Het is een stugge groep. Wat extra coalitiegymles de komende weken zal geen kwaad kunnen", antwoordde Rein Jan.
"Ik bel mijn vrouw wel dat ik iets later kom", zei Frans gelaten. "Ik ben hier voorlopig nog niet weg."
 


Week 46 - Doe kleurloos, stem Blanco
 De verkiezingst(r)ijd is weer losgebarsten. Politici doen vrijwel alles voor een beetje zend- of spreektijd. Soms verschijnt een politicus mét zijn standpunten maar bij voorkeur laat hij die thuis. Die kunnen zomaar ten koste gaan van de populariteit. Zo nam Bos het in het BNN-programma "Katja vs. de rest" op tegen Katja Schuurman. Pechtold koos voor de Lama's. Rouvoet rapt rou. Balkenende goes RTL Boulevard. Televisiemakend Nederland profiteert gretig van al die gewillige politici. Voor politici van kleine partijen is echter nauwelijks plaats.

"Ik ben gevraagd voor Spuiten & Slikken. U weet wel dat programma van Sophie Hilbrand Nawijn. Maar zegt u nu zelf, daar ben ik toch te oud voor", zegt de inmiddels 112-jarige lijsttrekker tevens lijstduwer van Neerlands trouwste verkiezingsdeelnemer. "Ik ben al blij als ik 's morgens gezond wakker wordt. Voordat je het weet word je posthuum gekozen."
Geen enkele verkiezing liet dit politieke dier aan zich voorbij gaan. Veelal zonder al te veel succes tót aan de recente gemeenteraadsverkiezingen. In Delfzijl kreeg deze volhouder zo'n 20% van de stemmen. Al heeft hem dat uiteindelijk niet de verwachte macht opgeleverd in de gemeenteraad van de Groningse gemeente.
"Mijn manco is dat er geen enkele andere partij met mij een coalitie wil aangaan. Ik moet geduld hebben en wachten op de dag dat ik de absolute meerderheid weet te behalen", constateert hij zuur.

Ik wil zeker geen stemadvies geven maar ik wil wel dat iedereen en dus iedere partij aan het woord is geweest. Ook de partijen die - al dan niet bewust - geen spreektijd krijgen. Daarom sprak ik vorige week met de heer S.T.E.M. Blanco. De ontvangst door heer Blanco was hartelijk.
"Sympathiek van u meneer Peek, dat u platform biedt voor mijn verkiezingsverdriet. Een beetje reclame voor mijn partij is nooit weg."
We nemen plaats aan zijn opmerkelijk lege bureau. Dhr. Blanco is er kennelijk één van het geordende type. Eerlijk gezegd had ik dat niet verwacht voor iemand die al zoveel politiek papierwerk door de vingers heeft moeten laten gaan. Zoals gezegd is Dhr. Blanco de meest trouwe verkiezingsdeelnemer. In het papierentijdperk beloond met onjuist ingevulde stembiljetten en sinds de stemcomputer in het bezit van een eigen knop.
"Een eigen knop; een waarachtig mooie overwinning! Daar heb ik me lang hard voor moeten maken. De gevestigde orde heeft mij willens en wetens tegengewerkt. Demonisering avant la lettre. En sinds mijn opkomst in 2006 in Delfzijl schrikt Den Haag meteen weer wakker. Opeens zijn stemcomputers zogenaamd niet meer veilig. Onder andere in Amsterdam ben ik mijn knopje dus al weer kwijt.", briest Dhr. Blanco van woede.
"Ik zal terug vechten", zegt Dhr. Blanco strijdbaar.

Kijkend naar de mate waarin politiek steeds meer tot een circus wordt, is het opvallend dat er in de arena van de media voor een markant politiek dompteur als Dhr. Blanco maar zo weinig aandacht is.
"Veel partijen nemen klakkeloos en ongegeneerd mijn standpunten over. Pure politieke moord. Mijn partij is als de zon in de schaduw van de maan. De gevestigde orde ontneemt mij het toneellicht en speelt vervolgens de sterren van de hemel in mijn Shakespareske meesterwerk", verklaard Dhr. Blanco zonder enige bescheidenheid.

Ik knik gewillig bij het aanhoren van Blanco's ongenoegen over de huidige gang van zaken. Maar objectief als ik ben vraag ik hem toch om uit te leggen waarom hij die 20% uit Delfzijl gezien de huidige peilingen landelijk niet waar lijkt te kunnen maken.
"Ik kan natuurlijk antwoorden dat in Delfzijl bovengemiddeld intelligente stemgemachtigden wonen. Maar dat is feitelijk onjuist", merkt Blanco op.
Na mijn kanttekening dat Delfzijl wel eens een incident à la LPF kon zijn geweest, raakt Blanco steeds verder op stoom.
"Het probleem, meneer Peek, is dat u een uitzondering bent. Mijn partij wordt stelselmatig door de politiek en door de pers genegeerd. Heeft u de StemWijzer ingevuld meneer Peek?"
Ik nam een slok van mijn blanco koffie en knikte ja.
"En wat was de uitslag?", vroeg Blanco me op de man af.
Ik antwoordde dat ik er niet het belang van inzag om dat mee te delen. Maar de dwingende ogen van Blanco trokken toch een haast onhoorbaar D66 uit mijn lippen.
"En mijn partij? Op welke plaats stond mijn partij bij u?", vroeg Blanco door.
Nu begreep ik het punt dat Blanco wilde maken. Zijn partij was namelijk niet verwerkt in de StemWijzer noch in het Kieskompas.
"En weet u wat er gebeurt als u op iedere vraag 'Geen mening' antwoord? Nou?", vroeg Blanco streng.
Het antwoord moest ik hem verschuldigd blijven.
"Ik wel! Dan krijgt u deze melding: 'U hebt onvoldoende serieuze antwoorden op de stellingen van de StemWijzer gegeven, waardoor geen betrouwbaar advies verstrekt kan worden'. U kunt niet meer ontkennen dat mijn partij de das wordt omgedaan door zoiets als de StemWijzer. Potentiële Blanco-stemmers worden voor niet-serieus uitgemaakt. Een grof schandaal!", foetert Blanco.
Blanco is geenszins klaar met zijn klaagzang.
"Maurice de Hond is al even onbetrouwbaar als de StemWijzer. Nooit kom ik in zijn peilingen voor. Met wie belt hij, vraag ik me dan af. Niet met Delfzijl in ieder geval."

Nadat Blanco enigszins is afgekoeld net als mijn koffie, vraag ik hem om mijn lezers te overtuigen om Blanco te stemmen.
"Standpunten heb ik niet meer. Die zijn me ontnomen. Iedereen die niet zit te wachten op een paarse, bruine, rode, blauwe of groene coalitie kan bij mij terecht. Tevens mag niet onvermeld blijven dat ik de enige lijstduwer ben die wel in de Kamer gaat zitten als hij wordt gekozen door het volk. Voorts ga ik er vanuit dat eenieder die mijn sterke verhaal leest, zal overwegen om Blanco te stemmen. Al is het alleen maar een signaal aan de gevestigde orde om te laten zien dat ik dat eigen knopje verdien. Met één zetel ben ik al gelukkig want ik ben toch maar alleen. Zou zonde zijn als er nog meer lege stoelen in de Kamer komen te staan."
Blanco bedankt me hartelijk voor alle aandacht, knikt vriendelijk in mijn richting en eindigt onze ontmoeting met een vurig verzoek:
"Mijn verzoek is of u op 22 november op mij wilt stemmen"

Mocht u onverhoopt toch niet geheel overtuigd zijn door het ontroerende en pakkende politieke pleidooi van Dhr. Blanco en niet gegrepen worden door diens nietszeggende blanco website, dan volstaat één simpele link om te komen tot een weloverwogen stem.
 


Week 44 - Het Binnenhofklasje - Een nieuwe juf
 Na ruim vier jaar trouwe dienst heeft meester Frans besloten om zijn krijtjes voorgoed op te bergen. Meester Frans gaat met pensioen en neemt met pijn in het hart afscheid van zijn 150 kindertjes wier namen en gezichten hij kon dromen. Bezorgd over het lot van zijn leerlingen ging hij zelf naarstig opzoek naar dé geschikte opvolger (m/v).

Ook onder de leerlingen was het vertrek van hun geliefde meester het onderwerp van gesprek. Naast Lingo natuurlijk. "Lucille Werner lijkt me zeer geschikt als opvolgster van meester Frans", opperde Jan-Peter. Wouter opende meteen het vuur op Jan-Peter. Sinds een paar weken wilde Wouter van iedere opmerking van Jan Peter een debat maken. "Waarom is Lucille geen geschikte opvolger? Ze spreekt als geen ander ouderen aan. Als er iemand geschikt is om ons te kunnen bereiken is zij het wel", luidde het pleidooi van Jan-Peter. "Een rode bal voor Balkenende!", sprak Wouter Bos streng. "Ik pas er voor om in ieder debat D-E-B-A-T mijn woorden te spellen." "Groen groen groen", jubelde Femke. Jan Peter - vol zelfvertrouwen door de peilingen - krabbelde terug. "Het bevordert anders wel de integratie I-N-T-E-G-R-A-T-I-E. Het volgen van een publiek debat op radio of televisie wordt zo weer leerzaam. En Lingo kan dan worden vervangen door Binnenhof Lingo." Gerrit dacht meteen vooruit: "Hoe begint de troonrede dan? Leden L-E-D-E-N van V-A-N... Dat duurt úren."

Meester Frans luisterde aandachtig naar de visie van de klas over zijn opvolger. Lucille echter leek hem niet zo geschikt. Hij had iemand anders op het oog. Iemand met politieke ervaring. En iemand die vanaf november beschikbaar was. Morgen zou die beoogde opvolger een dagje meedraaien om te kijken of het klikt met de kritische Binnenhofkindertjes. "Gedragen jullie je een beetje morgen?", vroeg meester Frans. "Morgen kunnen jullie kennis maken met mijn mogelijke opvolger. "Meester Frans, het is toch niet iemand van de PABO? Die kunnen niet rekenen", vroeg Gerrit bezorgd nadat de huidige meester zijn aangekondiging had gedaan.

Meester Frans hoefde niet lang te wachten op zijn afspraak. "U moet Juf Ingrid zijn", vroeg een roodharige dame. "Pardon, ik ben juffrouw Frans", grapte Frans. "Stom, stom, nu zie ik het. Aangenaam. Ik ben Gonny", sprak de dame enigszins verward. "Ik kom vandaag een dagje met u meelopen." "Volgt u mij maar", zei Frans galant. "Ik heb nog een vraagje voor u, meneer Ingrid. Ik behoud toch wel mijn wachtgeld mocht ik benoemd worden als uw opvolger?"

Na een korte rondleiding door het grote gebouw was het tijd om kennis te maken met het Binnenhofklasje. De klas was onrustig vanwege de komst van juf Gonny. Meester Frans liet zich hierdoor niet afleiden en begon met zijn dagelijkse ritueel: het opnemen van de presentielijst. Gonny keek vol verbazing naar het tempo waarmee de meester door de lijst met 150 namen ging. Terwijl de kinderen in groepjes begonnen aan hun verkiezingscampagne-project, vroeg Gonny ietwat onzeker aan Frans of zij ooit wel al die namen en gezichten met elkaar kon verbinden. "Een kwestie van naambordjes laten gebruiken. Na een week ken je dan alle namen", zei Meester Frans om Gonny gerust te stellen. Gonny zuchtte van verlichting.

Terwijl Frans Gonny van de nodige pedagogische tips voorzag, liep Wouter door het lokaal heen en hij bekeek de vorderingen van de projecten. "Zozo, Alexander jullie zijn lekker aan het improviseren", blafte Wouter in de richting van het groepje D66'ers dat druk bezig was met de voorbereidingen op een politiek debat met de Lama's. "Ze hebben anders wel de Televizierring gewonnen. Dat gaat ons zetels opleveren", katte Alexander terug. "Ging jij nu vanavond in debat met die grote blauwe vogel uit Sesamstraat?" Wouter lachte gemeen: "Je bedoelt Rutte?"

Nadat Gonny een tijdje de klas had geobserveerd, vroeg meester Frans: "Wie denkt u dat de verkiezingen gaat winnen?" "U brengt me een beetje in verlegenheid, meneer. Ik moet bekennen dat ik dat nooit zo volg. Ik stem altijd op Blanco. Zijn voornaam schiet me nu even niet te binnen. Ik hoop eigenlijk dat meneer Blanco het een keer mag waarmaken. Die doet al zo lang mee. In z'n ééntje nog wel. Dat moet wel een volhouder zijn. Blanco heeft mijn stem!" Frans zuchtte hoorbaar. "Zitten er hier trouwens veel spijbelaars tussen?" vroeg Gonny aan Frans. "Nee Gonny, alleen Hansje Hoogervorst wil nog wel eens ontbreken," lichtte Frans toe.
 


Week 42 - Je maintiendrai
 De aanhouder wint Op mijn brievenbus prijkt een Nee/Nee sticker. Dus geen reclame en geen huis-aan-huis bladen. Niet mijn keuze overigens maar die van de voorgaande eigenaar. Wel mijn keuze trouwens er geen energie in te steken om er verandering in te brengen. Dat is zo te zien al wel eens geprobeerd want de sticker is verminkt. En dus zet mijn brievenbus bezorgers van reclame en huis-aan-huis bladen aan het denken. Geen ja, geen nee maar een 'misschien'. Met als gevolg dat de ene bezorger de brievenbus wel vult, de ander na lang twijfelen zijn pols door de opening wringt om zijn stapeltje terug te halen en weer een ander aanbelt met de vraag of zijn boodschap nu wel of niet gewenst is.

Voor elektronische brievenbussen bestaat zo'n sticker niet. Alleen een Ja sticker. En met name op de brievenbussen van Hotmail schijnt te staan: Ja, ik ben geïnteresseerd in penisvergrotingen en in Viagra. Gelukkig belandt de meeste post al meteen bij het digitale oud papier, maar soms sluipt er wel eens één doorheen. Meestal dirigeer ik die dan weer direct naar de afdeling ongewenst maar soms dwingt mijn nieuwsgierigheid me om er ééntje open te klikken. Zoals afgelopen week.

Ik zag dat ik - geboren en getogen in Nederland - de trotse eigenaar was van een profiel op de Franse datingsite van Meetic, de eigenaar van het Nederlandse Lexa. Boer zoekt vrouw en Sander cherche une femme française. Ik stond in Frankrijk al weer even geregistreerd als zoekende ziel. Bijzonder sympathique van de Fransen maar eerlijk gezegd zat ik toch niet zo te wachten op verzoekjes à la: voulez-vous coucher avec moi ce soir. Dus ik mail mon amis met de mededeling dat er een account bestaat waar ten onrechte mijn e-mailadres aan gekoppeld is. Ik mailde in het Engels dus kreeg keurig in het Frans antwoord van onze fervente taalvirtuozen. Nu kan ik in het Frans best een stokbrood bestellen, zelfs compleet met du vin et du Boursin maar een e-mailtje van een half A4'tje met instructies gaat mij boven de alpinopet. Excusez-moi.

Ik gaf niet op. Ik ben Nederlander dus mijn motto is: Je maintiendrai. Ik besloot mijn e-mail daarom maar te richten aan de Nederlandse helpdesk. Je zou immers verwachten dat het makkelijker communiceren is met mensen die dezelfde taal spreken. Dat viel echter vies tegen. Mijn eerste e-mail werd beloond met Nederlandstalige instructies over hoe ik me kon uitschrijven. En dat is knap onhandig als het een Frans account betreft. Tevens kreeg ik de vraag waarom ik me wilde uitschrijven. Geduldig antwoordde ik met de vraag of zij de boel zelf wilden opruimen. Ondertussen was ik voor de zekerheid alvast begonnen met een LOI-cursus Frans omdat ik mijn hoop in de Nederlandse helpdesk begon te verliezen nadat ik van onze liefdesmakelaars als antwoord een volledige beschrijving kreeg van hoe ik naar partners kon zoeken op Meetic.

Ik voelde dat ik zo dichtbij was dat er van opgeven geen sprake kon zijn. Helaas was er behalve een Frans nummer nergens een telefoonnummer van Meetic te vinden. Dus e-mailde ik maar weer. Na wederom mijn verzoek per e-mail kreeg ik van een dame te horen dat de boodschap duidelijk was. Vol begrip antwoordde ze dat ze begreep dat ik mijn account (dat niet mijn account was) wilde laten opheffen. Helaas kon ze dat niet doen vanwege de veiligheid. Veiligheid? Ik kon door het klikken op een link in het Franse e-mailtje zonder gebruikersnaam en wachtwoord inloggen. Vervolgens kon ik het wachtwoord wijzigen zonder dat ik het oude wachtwoord hoefde in te voeren. Mijn fiets zonder slot is nog beter beveiligd.

Ondertussen had ik al lang naar Frankrijk kunnen rijden voor een nacht met een Française. Het duurde me allemaal wat te lang, tijd voor zwaarder geschut. Aangezien ik toch zonder enige vorm van beveiliging toegang had tot het account dat ik niet had aangemaakt, besloot ik om hier maar (mis)gebruik van te maken. Het e-mailadres waarop ik berichten van Meetic binnenkreeg was immers ook wijzigbaar. De enige vorm van beveiliging die er was, was dat ik jammerlijk geen e-mailadres van een Meetic-medewerker kon invoeren. Verder was alles mogelijk. Ik vroeg advies aan de helpdesk. Wie zou ik kunnen verblijden met een Meetic-account? Chirac? George W. Bush? Onze eigen Jan Peter? De redactie van een scherp consumentenprogramma? Keuzes te over. Bij de helpdesk konden ze ook niet kiezen. Daarom hebben ze uit angst dat het account bij een nog grotere gek dan ik terecht kwam toch maar het bewuste Franse account opgeheven. Merci beaucoup! De aanhouder wint.
 


Week 40 - De Berlijnse Muur
 Waar we ten tijde van ons prille geluk veelal voldoende hadden aan één woord om elkaar te begrijpen daar kon nu één woord al aanleiding zijn voor een kleine Krieg. De liefde die tegelijkertijd met jou bij me was ingetrokken had zich in de loop der tijd teruggetrokken uit vrijwel alle vertrekken van onze (samen)woning. Het ventileren van de woning is goed maar laat de liefde niet ontsnappen. Alleen uit de lade van het nachtkastje ontsnapte soms nog een sprankje Schwung der liefde. Als het überhaupt nog wel liefde genoemd mocht worden. We waren twee Einzelgängers onder één dak.

Al maanden wisten we het maar we zwegen er over. Tegen beter weten in. Hopend op de dag dat liefde zich door het huis zou verspreiden als interieurparfum uit een elektronische luchtverfrisser. Echter, de luchtverfrisser was op en bleek niet navulbaar te zijn. De stekker moest er uit. Dat het voorbij was, was niet meer in Frage. Voor de laatste keer hadden we aan één woord genoeg. Want het besef drong tot ons door dat dát wat al jaren één was, is geworden als een tweepersoonsbed met voor ieder een eigen matras. Jij was Oost en ik was West, een Wiedergutmachung ten spijt. Het eind van onze Anschluss was een vaststaand feit.

De stilte was haast umheimlich. Iedere morgen werd ik wakker in mijn helft van het bed. De andere helft bleef leeg. Ik had aan één blik genoeg om die leegte vast te stellen. En ik had voldoende aan één haal met de neus om te constateren dat het huis reukloos was. Ik moest hier weg en vertrok voor afleiding naar Berlijn.

Vanuit mijn hotel, gelegen in wat het voormalige Westen was, keek ik uit over wat ooit het Oosten was. Littekens daar waar de muur operatief was verwijderd. Berlijn was één en is na jaren van scheiding nu ook wéér één. Ik was West en jij was Oost. Ik kon je zien, ik kon je horen, ik kon je ruiken. Ik smachtte naar een Wiedersehen.

Bij thuiskomst snoof ik de geur van mijn woning weer op om de geur van de stad te verdrijven. Aan één haal had ik niet genoeg. Wat rook ik toch? Was dat liefde? De liefde die nooit was weggeweest uit het huis maar waarvan ik de geur simpelweg niet meer rook als gevolg van gewenning aan die geur? Ik besefte na die korte vakantie in Berlijn opeens dat we de hoop te snel hadden opgegeven. Jij best Oost en ik ben West maar die muur kon worden afgebroken met de liefde die mijn neus had geroken.

Ik zocht weer contact. De wil was er evenals de weg naar het Oosten. Er werd op elkaar gewacht. Maar de betonnen muur bleek sterker dan gedacht. Ik hoorde je zwoegen aan de andere kant van de muur. Jij hoorde mijn zweetdruppels vallen. De muur viel niet en bleef onaantastbaar overeind. Deutsche Gründlichkeit. Onze verwoede pogingen waren voor niets geweest. We hebben elkaar gesproken, gezien, gemaild en gebeld. Maar we bleven gescheiden door een meedogenloos mijnenveld. Ook Checkpoint Charlie bleef gesloten en verbood ons om weer één te zijn. De liefde werd ons onmogelijk gemaakt door de aanwezigheid van een IJzeren Gordijn.
 


Week 38 - Passie in het dozenhok
 Het nieuwe televisieseizoen is weer begonnen en zeker niet onopgemerkt. Wie enkel Nederland 2 geprogrammeerd had staan voor een dagelijks, stevig potje hersengymnastiek in de vorm van Lingo, komt al snel tot de ontdekking dat Lingo niet meer op de kaart staat. Geen groene, blauwe en rode ballen maar een ballenbak met verdieping op de punten: kunst, cultuur, politiek, samenleving en religie. Lingo hoort nu thuis op het amuserende Nederland 1. En Nederland 3 is jong en vernieuwend geworden.

Zo eens in de zoveel tijd doet je vertrouwde supermarkt hetzelfde. Na maanden van training kon je blind een keur aan uitzonderlijke artikelen vinden. Het boodschappenlijstje liet je thuis want je mental map vertelde je dat drie passen moest doen om groente te pakken. Daarna 8 stappen in noordelijke richting voor koekjes. Gevolgd door twee stappen in noordelijke- en vijf stappen in westelijke richting voor het vlees. Enzovoorts, totdat je met je gevulde karretje weer buiten stond.

Dat werkt prima totdat de bedrijfsleider ingrijpt middels een herindeling volgens de leer van Jan des Bouvrie. Op kleur gesorteerd. De melk staat bij het witte brood, de camembert, de witte chocolade, wasmiddel voor de witte was en de witte wijn. De rose tref je aan naast bijvoorbeeld de Vanish Oxi Action, de zalm en de roze met gele vla. Die laatste is overigens ook te vinden in het gele schap.

Zorgt de publieke omroep nog voor wat verrassing als gevolg van de herindeling van de drie zenders, concurrent SBS6 kiest voor zekerheid. Zoals met het knap bedachte 'bekende Nederlanders doen iets dat zonder bekende Nederlanders niet leuk is'. Dat iets is dit jaar dansen op ijs. Ook gooit de zender er nog maar eens een realityserie tegenaan. Elke werkdag kun je het werkelijke leven in een ziekenhuis volgen. Er zijn dus mensen die na een werkdag van acht uur thuis komen om onbetaald te kijken naar de werkdag van een ander? Voor eenieder die graag wil figureren in deze serie: de serie wordt opgenomen in het Rotterdamse Erasmus MC. Dus zorg dat je daar belandt. Overigens een nog al saaie keuze van SBS6. De serie zou veel spannender zijn wanneer er was gekozen voor de afdeling cardiologie van het Nijmeegse Radboud. Daar is een hartoperatie pas écht spannend.

Bovendien kan ik me er maar weinig bij voorstellen bij zo'n medische realityserie. "Dokter Bernhard met spoed naar OK 3!" De regie grijpt in: "De patiënt moet nog even geduld hebben, Dokter Bernhard zit nog in de make-up." En als je na de operatie er achter komt dat de ingreep slecht op band staat roep je toch gewoon om een make-over.

Sowieso snap ik de behoefte aan die ziekenhuisprogramma's niet echt. Waarom scoort dát wel? Waarom wil men wél kijken naar een open-hart-operatie en is het TROS-programma de TV kapper dat jaren geleden werd uitgezonden zo jammerlijk mislukt. Is het knippen van haren dan zoveel saaier dan het knippen van amandelen? En wat is er mis met een supermarktsoap? Vol met romances bij de rijst en macaroni, onderlinge ruzies tussen de wasmiddelen, drama in het diervoederpad en onbegrensde passie in het dozenhok.

Ik kan nu natuurlijk gaan uitleggen waar ik 's avonds dan wel naar kijk of wat ik 's avonds zonder televisie doe. Maar dan zou ik al te veel verklappen en dat zou niet verstandig zijn. Want vanaf volgend seizoen kan iedereen meegenieten van mijn vrije avond. Daar zit vast ook niemand op te wachten.
 


Week 36 - Standbeelden van stof
 Ik ben net terug van vakantie en bekijk de vakantiefoto's al op mijn laptop. De laptop was ook mee op vakantie dus eigenlijk had ik de vakantiefoto's al tijdens de vakantie gezien. Ik had ze voor het thuisfront al online staan voordat ik door de douane was. De vooruitgang door techniek is dodelijk voor romantiek. Krakende lp's zijn vervangen door de perfectie van de cd en mislukte vakantiefoto's zijn al voor aankomst in eigen land in de digitale prullenbak beland. Imperfectie bestaat niet meer, tenminste niet bij thuiskomst. De kinderen van nu kennen niet het gevoel van het ophalen van de vakantiefoto's. Die spanning of die ene foto inderdaad het perfecte plaatje is geworden zoals jij dat toen voor ogen had. Of het gevoel van teleurstelling dat zich van je meester maakt wanneer je er achter komt dat je op die boottrip vergeten was de beschermer van de lens te halen.

Je hoort mij overigens niet klagen over al die vooruitgang. Zonder digitale camera had ik nooit de snelheid van F1-wagens kunnen vastleggen, ook zo'n voorbeeld van vooruitgang. Van ruim 300 naar iets meer dan 100 per uur leg je probleemloos vast met een camera die binnen een seconde meerdere keren een foto neemt. Vroeger zou de perfecte foto je meerdere fotorolletjes hebben gekost. Nu kost het slechts één klik en weet niemand dat je voor die ene foto tien foto's hebt gewist waar niets op te zien viel.

Ergens in een kast liggen nog stapels met fotoalbums. Van 0 tot... het digitale fototijdperk. Want hoewel je digitale foto's prima af kunt laten drukken zijn ze bij mij nooit verder gekomen dan een map in Mijn Afbeeldingen. Eén gecrashte harde schijf en vele vakantiefoto's gaan verloren. Eerlijk gezegd zou dat me niet eens echt pijn doen. Foto's van de eerste stapjes, een taart met één kaarsje er op en mijn eerste fiets doen me meer dan foto's in dronken toestand in een willekeurig Spaans vakantieoord. Die foto's, genomen in een tijd waar ook imperfectie werd ingeplakt, bevatten herinneringen die in mijn geheugen stoffiger zijn dan de fotoalbums zelf.

Vakantiefoto's hebben een beperkte houdbaarheid in tegenstelling tot foto's van tijden waarin je hersenen het al druk genoeg hadden met de indrukken van al je zintuigen. Te druk om ook maar iets als herinnering op te kunnen slaan. Daarom hoop ik dat ouders van nu hun perfecte foto's van hun opgroeiende kind toch keurig af laten drukken en inplakken in zo'n hopeloos ouderwets fotoalbum. Zelfs een vergeelde maar tastbare ingeplakte foto zegt meer dan miljoenen pixels op een TFT. Als die laatste dus al de tand des tijds heeft weten te doorstaan. Een mapje ergens op C of een cd'tje met foto's raakt nu eenmaal sneller kwijt dat een 19 inch fotoalbum.

Terwijl ik blader door mijn eerste fotoalbum met foto's van mijn eerste maanden zie ik van alles dat net zo oud is als ik. Een sprei die nog ergens op zolder ligt. Knuffels, een blokkendoos, een asbak. Allemaal minstens net zo oud als de foto waarop het staat afgebeeld. Op een andere bladzijde, onder het stof, foto's van mensen waaronder mijn oma die ik inmiddels vaker op foto heb gezien dan dat ik ze in het echt mocht aanschouwen. Standbeelden van stof. Net niet tastbaar maar op afstand lijkt het alsof je even terug bent in een tijd waar alleen foto's het bewijs van zijn dat je er ook echt bent geweest. Eén keer niesen en de standbeelden van stof zijn weer weg, maar de volgende keer - waarschijnlijk gaan er weer jaren voorbij - dat je de bladzijde openslaat is de herinnering er nog steeds. Een herinnering die ik eerder toevertrouw aan mijn eigen harde schijf dan aan die van mijn laptop.
 


Week 34 - Laat de beurt aan de PNVD
 Al sinds de bekendmaking van de oprichting van de PNVD, de partij met een ronduit omstreden definitie van naastenliefde, probeert het land de partij het zwijgen op te leggen. Men zet alles op alles om de partij van de verkiezingen weg te houden. Zwijgen zullen ze want hun ideeën zijn dom.

Dan denk ik terug aan mijn lagere schooltijd. In iedere klas is er één de domste. Op de lagere school zat ik naast Michael, het domste jongetje van de klas. Al was hij helemaal zo dom nog niet maar dat wist vrijwel niemand. Wanneer de meester een rekensom aan de klas voorlegde vlogen de vingers om ons heen de lucht in. Maar mijn buurman keek beweegloos naar zijn schrift op zijn schoolbank. Voor de meester was dit altijd dé reden om de vraag aan hem voor te leggen. Zenuwachtig keek Michael om zich heen, zoveel vingers die smachtten naar de beurt die hij nooit had willen krijgen. "Ik heb geen idee, meester", stamelde het domste jongetje. Soms bleef Michael zelfs volledig stil. Daarna gaf de slimste jongen van de klas gretig het goede antwoord. Het antwoord stond nota bene goed in het schriftje van mijn onzekere buurman. Hij wist het antwoord dus wel maar was bang om af te gaan voor de hele klas door een fout antwoord te geven. Het domste jongetje van de klas droeg een titel die hij niet verdiende en die hij ook nooit kwijt zou raken als gevolg van zijn angst om af te gaan.

Wie zwijgt kan niet uitgelachen of veroordeeld worden om zijn woorden want zij die zwijgen gaan nooit af. Van zij die zwijgen weet niemand of hij of zij werkelijk wel zo dom is als gedacht. Michael legde zichzelf het zwijgen op enkel uit onzekerheid. Bang om zichzelf voor gek te zetten met een dom antwoord. Bang voor hoongelach van de populairste jongens van de klas. En juist die populairste jongens waren veelal dommer dan mijn buurman maar die schaamden zich niet voor een fout antwoord. Het nonchalant geven van een fout antwoord gaf hen juist aanzien. En alleen omdat Michael steevast een vraag van de meester beantwoordde met "Geen idee" of met een lange stilte, werd hij dom gevonden. Maar uitgelachen werd hij nooit want hij gaf nooit domme antwoorden, hij zweeg. Het zwijgen verhulde het feit dat hij eigenlijk helemaal niet zo dom was als men dacht. Zwijgen om te ontkomen aan publieke vernedering.

De PNVD is niet zoals mijn klasgenootje van de lagere school. De PNVD zwijgt niet. Deze mondige partij die - naar ik mag aannemen - tevergeefs pleit voor acceptatie van hun afwijking steekt als eerste zijn vinger op bij vraagstukken over seksualiteit en seksualiteit bij minderjarigen in het bijzonder. En wat doet men met een mondige partij waarvan een groot deel van de leden er ridicule seksuele voorkeuren op nahoudt? Juist, men probeert die het zwijgen op te leggen. We willen blijkbaar niet horen wie er werkelijk de domste van de klas is. Wie zwijgt of in dit geval wie het zwijgen wordt opgelegd, kan niet uitgelachen worden. Wie zwijgt kan zichzelf niet publiekelijk voor gek zetten. Wie zwijgt of wie moet zwijgen zal nooit dat beschamende gevoel krijgen waar mijn klasgenootje zo bang voor was.

Michael was een goede jongen. Geregeld stond ik op het punt om de beurt af te pakken van degene die Michaels beurt overnam omdat Michael weer eens zweeg. "Michael heeft het goede antwoord in zijn schrift staan!", wilde ik de klas dan meedelen. Maar Michael had dat niet gewild, dat zou zijn onzekerheid louter vergroten. Dus ik zweeg met Michael mee. Voor de PNVD en haar leden heb ik geen sympathie. Het zwijgen gun ik ze niet. Ik gun het de PNVD, de domste van de klas, niet om middels zwijgen bespaard te blijven van het gevoel van schaamte waar ik Michael aan hielp te ontsnappen.

In iedere klas is nu ook vast nog steeds een Michael te vinden. Iemand die bedachtzaam zijn mond houdt uit angst om het mikpunt van spot te worden. En die zullen net als de Michael uit mijn klas het hardst lachen om de domheid van de PNVD die zich - met wat medewerking van iedereen die de PNVD het zwijgen probeert op te leggen - gewillig publiekelijk voor schut zet. Die leg je het zwijgen niet op! 'Mijn' Michael lacht het hardst om al die vrijwillige domheid. In zijn schriftje zie ik wederom het goede antwoord staan. Michael is slim, houdt zijn vinger omlaag en laat grijnzend deze beurt aan de PNVD.
 


Week 32 - Stuurlui aan wal
 Na de verkiezingen van 2003 besloten CDA, VDD en D66 om samen de koers uit te zetten voor het schip dat de prachtige naam "Nederland" mocht dragen. Wel pas nadat schipper Bos zich had uitgeroepen tot één der beste stuurlui en daarom veilig aan wal bleef staan. Samen met zijn oppositiepartners zwaaide hij schijnheilig de stoere bemanning van het grote schip uit, want een goede vaart wenste niemand van die stuurlui aan wal hun toe.

Juni 2006. Het schip zet in steeds kalmer wordend water koers richting het vaste land dat in 2007 bereikt zou gaan worden. Echter op dat moment besloot D66, de 3e kapitein op het schip, om met behulp van één der reddingsboten het schip te verlaten. Schipbreuk? Welnee, maar de beoogde koers bleek niet de koers die de D66-kapitein voor ogen had. En dus dobbert het schip met nog maar twee kapiteins en daardoor te weinig steun versneld af op de dichtstbijzijnde haven die medio begin november bereikt zal worden. Aan de kade staan dezelfde mannen als bij het afscheid te wachten. Niet voor een warm onthaal maar om de mannen van de zee uit te lachen voor de mislukte vaart. Direct na aangemeerd te zijn, zal er een nieuwe koers uitgezet gaan worden, met mogelijk andere kapiteins aan boord van het logge schip. Wie zich ook op zee gaan begeven, de beste stuurlui zullen weer gewoon aan wal te vinden zijn.

Dat brengt me bij mijn eerste zeereis. En hoewel ik niet ben geboren met zeebenen voer ik al een tijdje mee als matroos op het schip. Toen de kapitein te kennen gaf dat hij de koers niet meer alleen kon uitzetten, meldde ik me enthousiast aan. Daar stond ik dan op de brug van een schip dat meer geheimen had dan dat ik er ooit kon ontrafelen. Een schip dat meer kamers had dan dat er nachten in een mensenleven zijn om er te slapen. Met meer bemanningsleden dan ik voornamen kon bedenken. Het besturen van het schip bleek desondanks eenvoudig te zijn. Het wegvaren uit de haven, het moeilijkste stukje van de reis, was al met succes volbracht voor mijn aanstelling. De geur van de zee en het lachen met de matrozen en de andere bemanning tijdens het eten deden me goed. Rustig vaarwater.

Maar zoals in alle verhalen over zeereizen belandde ook mijn schip in een storm. Een storm die ik al van ver had zien naderen. Echter mijn verzoek om de koers te wijzigen teneinde de storm te ontlopen werd resoluut van de hand gewezen. Discussie gesloten! En dus zette ik noodgedwongen koers in de richting van mijn eigen ondergang. De geur van onweer in de lucht. Golven van onraad. Mijn gebeden overstemd door het huilen van de wind. Ik stond alleen. Het schip deinsde op de steeds hoger wordende golven en stuurloos dreef het af op de opgelegde ramkoers. Waarom? Was het de god van de zee waar ik nooit grip op had kunnen krijgen omdat deze god machtiger is dan een kapitein en zijn schip? Hoeveel offers je ook brengt, de god van de zee slokt je op wanneer hij dat nodig acht. Of was het de bemanning die mij de schuld gaf van het feit dat we in slecht weer belandden en die ondanks mijn dringende verzoek weigerde om de zeilen neer te halen? Die ongehoorzaamheid bleek bovendien nog tot heldendom onder de bemanning te leiden. Of was het mijn eigen onvermogen om het schip ook in slecht weer op koers te houden en om de bemanning te kalmeren en in toom te houden?

Wat de oorzaak ook was... groen van misselijkheid sprong ik van boord en liet ik me afdrijven naar rustig water. Mijn plek achterlatend voor één der stuurlui aan wal die al handenwrijvend wacht op het eerst volgende moment van aanmeren. En nu ik weer ben opgedroogd en mijn kapiteinskostuum heb omgewisseld voor mijn dagelijkse kloffie voeg ik me veilig bij hen, bij de stuurlui aan wal.
 


Week 28 - Wupliefde
 Woensdag 28 juni was er voor het eerst sinds dagen geen WK voetbal op tv. Toch zat ik uit gewoonte met een warme en voedzame maaltijd voor de buis. En voordat ik doorhad dat er toch echt geen voetbal meer ging komen zat ik al vast aan de scherpe analyses van dierenanalyticus Martin Gaus. Geen voetbal dus, maar natte neuzen en kwispelende staarten. Hoewel, had je een bal gegeven dan had alsnog een aardige wedstrijd kunnen krijgen. En dan waren de spreekkoren "Hi-ha-hondenlul" voor het eerst niet kwetsend geweest. Maar ik dwaal af.

Al kauwend op mijn malse kipfilet, was ik verzeild geraakt in de TROS Asiel 5-daagse. Een avondvijfdaagse voor viervoeters zonder baasje die smachten naar snoepkettingen om de hals. Het ene na het andere huisloze huisdier liet zich van zijn of haar beste kant zien. Vervolgens verscheen er een telefoonnummer op het scherm waar baasjes in spé naar toe konden bellen voor een verkennend gesprek met het konijn, keuvelen met de cavia, een potje afblaffen door de hond of een sessie spinnen met de kat. Met dieren die minder spraakzaam zijn, zoals vissen, kon natuurlijk gesmst worden.

Ik maak het misschien wat belachelijk nu, maar het is geen slecht idee zo'n programma. Die duizenden afgedankte dieren verdienen natuurlijk een nieuw en lief baasje. Honden met een strafblad verdienen ook een tweede kans. Zeker als ze plechtig hebben beloofd alleen nog maar te happen naar Peijnenburg in plaats van naar de dochter des huizes of de buurjongen. Katten die niet meer bij de bank kleurden, kunnen weer volledig tot hun recht komen in een ander interieur. En ook cavia's die te zwaar op het budget wogen, verdienen uiteraard een nieuw baasje waar ze niet op een strootje hoeven te bijten. En ik gun konijnen die allergisch voor hun baasje bleken van harte een baasje waar ze wel oren naar hebben.

Maar het meest treurige zijn toch wel de diertjes die door hun baas uit huis zijn geschopt. Die opeens voor hun eigen eten moeten zorgen totdat een oplettende burger het zwervende wezen naar een asiel heeft gebracht. En dat blijkt knap lastig te zijn als er dagelijks stipt om zes uur 's avonds een bak Bonzo, een wortel of - als het aan de kat ligt - hapklare Whiskas werd opgediend.

Toen ik het verdriet in de ogen van die uitgezette dieren zag, dacht ik vol schaamte aan mijn Mega Wup die ik na de uitschakeling tegen Portugal aan een boom in een afgelegen bos had gebonden. Mijn bordje nog vol met eten liet ik achter me en ik sprong in de auto. En gelukkig hij stond er nog. Mijn Mega Wup. Een beetje afgevallen, wat rillerig maar nog net zo trouw. Zijn oogjes rolden van plezier en zijn beide voelsprieten kwispelden van geluk. Hij heeft het me vergeven. Dus we zijn weer gelukkig samen tot het EK van 2008 of het WK van 2010 ons scheidt!
 


Week 27 - Het Binnenhofklasje - Jan Peter valt
 Met gebogen hoofdje slofte Jan Peter naar het huis van zijn oppasmoeder. Zijn laatste schooldag voor het zomerreces was een regelrechte ramp. En juist vandaag nu hij zijn moeder meer dan ooit nodig had, was hij aangewezen op invalmoeder Bea. Nog nooit duurde de wandeling van het Binnenhofklasje, het Haagse kinderdagverblijf voor volwassenen, naar de woning aan Noordeinde zo lang.

Het brilletje scheef, de kleertjes vol scheuren en tranen op het vermoeide gezicht. "Wat is er gebeurd Jan Peter?", vroeg Bea verbaasd toen ze de poort opende en een hoopje verdriet aantrof. "Hoor jij nu niet op school te zitten? Je hebt toch niet weer stoer proberen te doen achterop de fiets van Donner?", vroeg Bea bezorgd terwijl Jan Peter met zijn tranen het watermanagement van haar couturekleding testte. "Nee", mompelde Jan Peter vrijwel onhoorbaar. "Hebben ze je weer gepest?, wilde Bea vragen maar ze bedacht dat daar geen sprake meer van kon zijn sinds zijn nieuwe look. Dat kon nog maar één ding betekenen, realiseerde Bea zich.

"Wie? Met wie heb je gevochten?", vroeg Bea enigszins streng. "Met Lousewies, hare majesteit", antwoordde Jan Peter vol schaamte. Bea klonk nu nog strenger: "Wat? Heb je gevochten met een vrouw?" Jan Peter probeerde zich meteen vrij te pleiten: "Ik ben gevallen. Zij heeft me laten vallen, ik heb haar niks gedaan." Bea knikte. "U moet me geloven, hare majesteit. We waren lief samen aan het spelen. En toen vroeg Rita of ze ook mee mocht doen. Ik zag geen bezwaar dus zei dat ze welkom was", verklaarde Jan Peter die even op adem moest komen. "Rustig rustig. En wat gebeurde er toen?", vroeg Bea met weer wat begrip in haar stem. "Nou. Toen zei Lousewies dat ze Rita er niet bij wilde hebben omdat zij Ayaantje uit de zandbak had gestuurd. Toen ik voorstelde om dan maar alleen met Rita zandkastelen te bouwen, kreeg ik een duw", Jan Peter huilde weer nu hij terugdacht aan hoe hij achterover uit de zandbak viel.

"En wat zei meester Weisglas er dan van?", vroeg Bea terwijl ze wat pleisters plakte. Hij was boos op ons allebei en zei: "Jullie lijken wel een stel kinderen!" Toen ging ook Ad van den Berg van Partij Naastenliefde Vrijheid en Diversiteit zich er mee bemoeien. "Je bedoelt die politieke pedo?", vroeg Bea ter verduidelijking. "Ja, hij vond ons ook net een stel kleuters en dat was voor hem juist de reden om politiek te gaan bedrijven." Bea leefde na dit verhaal toch wel mee met de arme jongen. En ze troostte hem met een lekker Haags bakkie en met de woorden: "Na de vakantie moet je gewoon lekker met Woutertje gaan spelen, volgens mij vindt hij jou heel aardig."
 


Week 26 - Het Binnenhofklasje kleurt Oranje
 De kindertjes van het Binnenhofklasje, het Haagse kinderdagverblijf voor volwassenen, kwamen vandaag bijeen om met de hele klas naar Portugal tegen Nederland te kijken. De oranjekoorts was nu ook definitief in politiek Den Haag uitgebroken.

Jantje Marijnissen kwam aanzetten met een doos vol Sosjaals. "We zijn met het partij-uitje naar de McDonald's geweest", vertelde Jan zijn klasgenoten. "Rits maar mee en sluit je aan", was zijn boodschap. "Jan, we gaan voetbal kijken en niet demonstreren tegen onrecht", klonk het verzet vanuit de rechter zijde. Daarna ging de aandacht echter al snel uit naar Woutertje Bos die kwam binnenwandelen in een rood shirt. Meester Frans kon deze provocatie niet waarderen en stuurde Wouter huiswaarts met de woorden: "Woutertje, beken als de sodemieter kleur. En dan graag oranje vandaag."

Helaas moest Rita Verdonk verstek laten gaan omdat zij zich met haar ambtenaren buigt over de vraag of wuppies wel of niet het inburgeringsexamen moeten afleggen. En over de mogelijk nog lastigere vraag of er voor de Mega-Wup op wettelijke gronden een versnelde naturalisatieprocedure in gang gezet kan worden. Hij voldoet immers aan de eis dat hij een buitengewone bijdrage levert aan de Nederlandse maatschappij. Kijk maar eens in het rond als je in de file staat. Nog nooit was iets van een paar euro zo populair dat er op Marktplaats soms meer dan 50 euro voor wordt gevraagd. Dat vraagt om een versnelde naturalisatie. Maar Rita twijfelt. Zelfs de mededeling dat onze bondscoach voor de Mega-Wup minstens een plaatsje op de bank in gedachte heeft, kon haar nog niet overtuigen. En ook Orakel Cruijff die vol lof was over de kopsterke Mega-Wup, bracht Rita nog niet op andere ideeën.

Behalve Rita schitterden ook de o zo ambitieuze leden van de Partij Naastenliefde Vrijheid en Diversiteit door afwezigheid. De politieke pedo's gaven als reden op niet geïnteresseerd in het grote Oranje. "Onze interesses liggen met name bij Jong Oranje", was de verklaring van Ad van den Berg.

"Wie is jouw favoriete speler?", vroeg Gerrit Zalm aan Mark Rutte vlak voordat het volkslied klonk. "Robben natuurlijk", antwoordde Rutte zelfverzekerd. "Wat?!?", zei Jozias die leek te ontploffen. "Robben?! Robben?", hoe durf je dat te zeggen Mark. Robben is links!" Mark riep snel: "Van Persie?". Jozias liep nog roder aan: "Die is ook links maar hij speelt aan de rechterkant. Van Persie is dus een soort Rutte." Mark dacht nu nog dieper na. "Sneijder?", zei hij toch nog met enige aarzeling. Jozias werd nu echt boos. "Sneijder?! Sneijder is typisch PvdA. Soms rechts en als het hem uitkomt opeens weer links, bah".

Na afloop van de wedstrijd viel de teleurstelling op ieders gezicht af te lezen. Ondanks de uitschakeling probeerde Meester Frans het toch om zijn leerlingen met een positief gevoel naar huis te laten gaan. "We hebben vanaf nu geen reden meer tot klagen over het beleid van onze Rita. Het uitzetbeleid van Ivanov was stukken strenger", waren de troostende woorden van de meester. Maar die boodschap leek nu nog tot niemand door te dringen.
 


Week 24 - Muggenziften
 Al mijn hele leven ben ik donateur. En dan niet van goede doelen als de Hartstichting of de KWF Kankerbestrijding. Al doe ik daarvoor op gezette tijden geregeld een duit in het collectebusje. En als de nood hoog is pak ik gerust een girootje mee; giro 555, giro 666 of Giro Italia. Nee, ik doel niet op een dergelijk donateurschap waarbij ik geld doneer. Wat ik wel bedoel? Ik doneer al mijn hele leven bloed en naar het zich laat aanzien zal ik dat ook mijn hele leven wel blijven doen.

Zodra de temperatuur begint op te lopen zijn ze er weer. En hoe streng de grenscontrole voor je woning ook is, ze komen binnen. Zonder dat je ook maar iets merkt, hoppen ze vrolijk tegelijkertijd met de visite door de voordeur naar binnen. Soms lijkt het wel alsof ze in het bezit van je huissleutels zijn. Hoe ze het ook doen, binnen zullen ze komen. Met of zonder valse naam. Via voordeuren, achterdeuren of vergeten ramen. Ondankbare, bloedzuigende gelukszoekers zijn het.

Muggen. Dankzij deze beesten ben ik al mijn hele leven - ongewild - bloeddonor. Al jaren voer ik voor muggen een gedoogbeleid. Wanneer ik buiten geniet van een warme zomeravond, gun ik zie ieder druppeltje bloed van harte. Met een woning aan het water is het typisch een geval van geven en nemen. Ik het kabbelende water met kwakende eendjes en zij, de muggen, mijn bloed. Zij zijn immers ook bewoners van waterrijk gebied.

Zelfs in de woonkamer gedoog ik ze. Maar er is één plek waarvoor ik ze geen toestemming geef: mijn slaapkamer. Daar voer ik dan ook een bijzonder streng uitzetbeleid. Omdat ik te veel geef om mijn witte muren en plafond, of omdat ik een watje ben, sla ik ze niet dood. Bovendien hebben ook muggen recht op een eerlijk proces want niet alle muggen hebben kwade bedoelingen. Dus gewapend met een glas en een velletje papier ga ik op jacht naar die mug die me van mijn slaap afhield. Met de mug in voorlopige hechtenis vat ik de slaap weer om de volgende dag de gerechtelijke procedure op te starten. Tot mijn grote teleurstelling blijkt het verhoor de volgende ochtend veelal te laat te komen. Zelfmoord. Nog laffe beesten ook.

Vaak genoeg is het kwaad dan toch al geschied. Ik een bult, zij een druppel bloed. En met deze donatie die dankbaar zal worden gebruikt voor het op de wereld zetten van muggenlarven ben ik op den duur dus weer een Foster Parents mug rijker. En die kan ik toch onmogelijk de toegang tot mijn huis ontzeggen? Van harte welkom, maar doe wel een beetje stil en wacht geduldig totdat ik slaap.
 


Week 22 - Herfst in mijn hoofd
 Het was druk in de ontvangstruimte. Verschillende grijze hoofden keken me bij binnenkomst aan. "Ken ik hem?", zag ik ze zich afvragen. Sneller dan men kon denken liep ik door. Voorbij aan de receptie, waar mijn gezicht wel direct werd herkend gevolgd door een vriendelijke groet. Met mijn nog jonge benen liep ik voorbij de liften en nam de trap richting de zesde etage.

U deed open en was verrast. "Had ik mijn komst moeten aankondigen?", vroeg ik me nog af. Maar die aankondiging was u dan toch weer vergeten. Ik zag dat u uw best deed om de naam bij het gezicht te zoeken. Zonder succes. "Beste jongen, wat leuk!", riep u veilig ter verwelkoming. Maar eigenlijk was die begroeting zelfs nog beter dan het gebruik van mijn naam. 'Beste jongen', zo noemde u mij altijd al. En ik zeg al vanaf kleinsaf aan 'oma' tegen u en moet net zo diep nadenken over uw voornaam.

"Zal ik thee voor ons maken?", stelde ik voor nadat ik twee glazen die voor de helft waren gevuld met koud geworden thee had omgespoeld. Zonder uw instemming had ik de waterkoker al aangezet. Thee met kaneelkaakjes, zoals altijd. Ik trok een zakje met theeblaadjes door het kokende water en gooide het zakje daarna weg, ook al kon ik er volgens u nog gemakkelijk twee kopjes mee trekken.

"Het wordt weer zomer, oma", zei ik terwijl we vanachter gesloten ramen naar de reflectie van de zon in de plas keken. "Het is herfst", sprak u me zo stellig tegen dat tegenspraak eigenlijk onbegonnen werk was. "Herfst?", zei ik desondanks toch met een lichte twijfel. "Ja, beste jongen. De kalender hangt hier dan wel op mei maar het is herfst in mijn hoofd", waren uw wijze woorden waaruit bleek dat aan uw tijdsbesef toch niet zoveel mankeert. "Buiten is het volop lente. Alles komt weer tot leven, alles is er kalm en rustig. Maar het is herfst in mijn hoofd. De storm die woedt tussen mijn oren, heeft mij van mijn dierbare herinneringen beroofd. Zoveel moois raakt verloren".

Oud worden eist zijn tol. Rimpels in het gezicht als de bast van een oude eik. Een oude eik die voorheen nog bladeren had. Herinneringen vallen als blaadjes totdat alle takken leeg zijn. Bij het tweede kopje thee - getrokken met een nieuw zakje - vervolgde u uw prachtige beschrijving van wat oud worden betekent. "Beste jongen, hoeveel water of thee je me ook geeft, ik zal niet meer bloeien", sprak de oude eik somber.

"Ik houd juist van de herfst", vertelde ik en dacht terug aan de herfstvakanties met oma. Een huisje in Drenthe, in het bos. Of de zon zich nu liet zien of niet, deed er niets toe. Regen en storm konden de pret niet drukken. Onbezorgd rennen door het bos, door de dorre of natgeregende bladeren. Op zoek naar beukennootjes, kastanjes en eikels. Uw bladeren mogen dan wel bijna allemaal gevallen zijn, maar gevallen blaadjes zijn niet zomaar verdwenen. Die blijven trouw aan uw voeten liggen. Buiten het bereik van uw takken weliswaar, maar voor mij liggen ze voor het grijpen. Net als vroeger rennen door het bos, een bos bezaaid met uw herinneringen.

Opgewekt nemen we uiteindelijk afscheid. "Kom je snel weer door mijn gevallen blaadjes rennen, Sander?", vroeg u me. "Tuurlijk oma!", antwoordde ik. En pas zes etages later realiseerde ik me dat u me bij mijn naam had genoemd.
 


Week 20 - Vertrokken met de vlammen
 Het vuur hield ons warm op een koude en nog prille zomeravond. Blokken hout lagen te wachten op hun vurige einde. En hoewel de voorraad brandstof voor ons vuur nog toereikend was, greep ik toch naar de bijl. Gewoon voor de zekerheid. Jij begreep dit. Je kan maar beter teveel dan te weinig hebben. Jij en ik wisten beide dat we het zonder de warmte van het vuur niet lang meer uit zouden houden. Ik gooide nog een blok hout op het vuur en liet vervolgens jou en het vuur achter en trok gewapend met bijl het bos in.

Het bos had blijkbaar al op mijn komst gerekend. De heldere hemel was nog maar net afgesloten door een dek van groene bladeren of ik stuitte al op perfect hout voor op ons vuur. Een omgevallen boom, bezweken door de lang uitblijvende lente, kwam op mijn pad. Of was deze boom door de rest van het bos geofferd aan ons vuur? Met ferme halen sloeg ik grote blokken uit het dode hout. Omdat ik niet alles mee kon nemen stond jij me bij. Samen liepen we een paar keer op en neer totdat er alleen nog houtsnippers lagen als bewijs van onze komst.

De zomeravonden werden langzaam aan warmer. Ons ritueel herhaalde zich steeds weer als de stapel met hout op dreigde te gaan, zelfs nu we de warmte van het vuur niet meer zo nodig hadden. We gingen enkel iets verder van het vuur zitten. De geur, de kleuren van de vlammen en het geluid van knisperend hout konden we niet meer missen. Dit was wat ons hier samen hield. Dus hielden wij samen dit vuur, ons vuur, in stand. Zelfs nazomeravonden met lichte regen kreeg ons vuur niet uit.

Maar toen werd het herfst. De avonden werden weer kouder. Meer dan ooit hadden we de warmte van het vuur nodig. We zaten nu zo dicht bij het vuur dat we de vlammen bijna konden aanraken. Fikse regen viel over ons en ons vuur neer. De droge blokken hout werden nat. Ik haastte me het bos in, in de hoop daar droog hout te vinden. Maar ook het bos was nat. Het bladerdak, dat het bos tegen regen moest beschermen, lag verdord op de grond. Nergens op dit herfsttapijt was nog droog hout te vinden. In paniek zette ik mijn bijl in jonge eik. Hoe hard ik ook sloeg, mijn botte bijl kwam er niet doorheen. Met blaren op mijn handen, zweet en regendruppels op mijn gezicht als tranen, liep ik terug naar ons vuur.

Van een afstand kon ik de vlammen niet meer zien. Was het uit? En waar was jij? Ik zag enkel rook. De bijl liet ik vallen en rende naar de plek waar ons vuur al die tijd brandde. De rook, die mijn ogen deed tranen, werd langzaam door de wind afgevoerd. Maar jij, jij was er niet meer. Vertrokken met de vlammen. Wat ging er fout? Zwarte snippers van as en verkoolde stukjes hout. Verbrandde foto's van weleer. Ons vuur dat ooit zo vurig brandde, brandt nu niet meer.

Hoopvol denk ik aan het bos dat nog vol staat met brandstof voor een nieuw vuur. Geduldig wacht ik daarom nu op de lente, tot het natte hout weer droog is. En op een vonkje van een nieuw doosje lucifers dat het hout weer weet te doen branden.
 


Week 18 - Het Binnenhofklasje - Speelkwartier
 De tekenles was voor meester Frans hét rustpuntje van de week. Even geen elkaar in de haren vliegende kinderen. Geen linkse en rechtse hoeken. Geen moties van wantrouwen. Slechts het rustgevende geluid van de ontmoeting tussen potlood en papier. De opdracht van deze week was simpel doch leerzaam: het inkleuren van een rondje met rood potlood.

Meester Frans liep de tafeltjes langs om te kijken naar de vorderingen. "Ben, je potlood is Bot", merkte de meester op in de richting van Ben die drukdoende was met het inkleuren van het rondje. Karla Peijs daarentegen zat al met beide armen over elkaar. "Volgens mij ben je nog niet klaar?", oordeelde meester Frans na een blik op haar papier. "Ik zie nog een witte balk in het midden van je rondje." Karla, die de opdracht blijkbaar niet helemaal goed had begrepen, antwoordde de meester vriendelijk: "Had ik soms ook nog een onderbord moeten maken met de tekst dat het verbod om in te rijden niet op fietsers van toepassing is?"

Aangekomen bij het tafeltje van Rita, bleef de meester verbaasd staan. "Wel binnen de grenzen tekenen, Rita", sprak Frans streng. Pas toen viel zijn blik op Rita's potlood dat uit haar mond bungelde. "Waarom pak je het potlood niet met je rechter hand beet?", vroeg meester Frans. Rita liet het potlood uit haar mond vallen en antwoordde: "Nou meester, ik ben niet links, ik ben niet rechts... Snapt u?"

Na de tekenles - het zuur - was het tijd voor het zoet in de vorm van het speelkwartier. Clubjes vrienden dromden samen. De D66'ers kozen voor een potje verstoppertje. Niet voor een nieuw potje overigens. Het vorige potje is nog altijd niet afgemaakt. Boris en Thom zijn namelijk nog altijd niet gevonden. En de arme Lousewies, die is belast met die zware taak, is ook nog altijd naarstig opzoek naar de o zo goed verstopte identiteit van de partij zelf. En dan moet ze ook nog eens waken voor D66-leden die op de loer liggen om "buut vrij voor de hele pot" roepen om zo dit partijtje te doen opheffen.

In de CDA hoek was het niet veel minder spannend. Daar was een heuse battle aan de gang. De Don en zijn homies nemen het met woorden op tegen de wietrokende bende van Leers. "Hier spreekt Donner van Justitie" van de ene partij werd dan weer beantwoord met een "Leers doet het desnoods met munitie". Normen, waarden en hoekstenen van de samenleving vlogen over en weer. Maar aan het eind van de battle was er respect.

De vrienden van de VVD speelden al weer enkele weken een nieuw spel: Lijsttrekkerschaptikkertje. Hoewel niet iedereen daar zin in had. Ook vandaag deed Gerrit niet mee aan dit spel. "Ik ga weer voor de knikkers", had hij zijn vrienden gezegd. Hij haalde zijn gevulde koffertje tevoorschijn en vervolgens ging samen met Jan knikkeren net zolang totdat de partijkas van de SP was leeg gespeeld.

"Ik wil hem zijn", sprak Jelleke Veenendaal moedig. Maar daar had de rest zo te zien weinig trek in. "Jij doet voor spek en bonen mee", was het antwoord op haar moedige zet. "Ik ben hem, geen discussie mogelijk", las Rita van een blaadje voor. "Geen discussie?", vroeg Mark. "Nou ja, hooguit 3 debatten dan", was Rita's toeschikkelijke reactie. "Maar ik was eerder", zei Mark op een flauwe toon. "Jelleke, wil jij hem zijn zolang Rita en Mark er nog niet uit zijn?", stelde de meerderheid voor. Jelleke stemde in en zo dartelden uiteindelijk ook de VVD'ers over het Binnenhof.
 


Week 14 - Vergeten te zwijgen
 "Wat neem jij?", vroeg je me. Ik bladerde vluchtig door de kaart en liet me verleiden door de entrecote. "Ik denk dat ik daar ook maar voor ga", zei je alsof je blij was met het feit dat we dat in ieder geval alvast gemeen hadden. Alsof je af was gekomen op een pakkende contactadvertentie in de strekking van: "Man zoekt vrouw met een voorliefde voor entrecote". Dat was echter niet het geval. Het was een eerdere korte kennismaking die ons hier samen bracht. Een tafel voor twee als vertrekpunt van een onderzoek naar wat voor vlees we in de kuip hebben. "De entrecote", luidde het antwoord van ons beiden op de vraag van de ober of we al een keuze hadden kunnen maken.

Terwijl ik al kauwend nadacht over een goed gespreksonderwerp, was jij me voor. De liefde doet het natuurlijk altijd goed als onderwerp. Helemaal als het wordt geserveerd op een bedje van oud zeer. Een hapje vlees, een blaadje sla en vooral veel vragen over en weer. Toen de borden leeg waren, lieten we de glazen vullen. Een volle maag maar vooral een hoofd vol met verhalen en weetjes van elkaar die we onmogelijk allemaal kunnen onthouden.

De zaak stroomde langzaam leeg, maar onze voorraad aan gespreksstof niet. Om de avondplannen van het restaurantpersoneel niet al te veel in de war te schoppen, hesen we ons in onze jassen. Opzoek naar een plek waar wij de nacht voort konden zetten. In een verderop gelegen café ging de avond verder. Stiltes konden daar sowieso niet vallen, al was het maar vanwege de constante aanwezigheid van muziek. Maar ons gesprek viel nimmer stil. Onderwerpen als muziek en politiek werden afgewisseld door wat slokjes cola en toiletbezoekjes. En zo ging het door totdat de vermoeidheid begon toe te slaan.

Dus eindigde de avond waar hij begon. Bij jouw huis aangekomen namen we afscheid. Je sloot het portier en verdween daarna achter de voordeur. Terwijl je schaduw vanachter de verlichte voordeur naar me zwaaide, zette ik de radio uit. Voor het eerst deze avond was het stil. Zo stil dat zelfs de duizenden toeren van de motor deze niet kon overstemmen. Alleen op weg naar huis, met onze avond in mijn hart. Buiten brandde slechts straatverlichting, in mijn auto was alles zwart. En stil, vooral stil.

De volgende dag dacht ik aan onze avond zonder stiltes. Een avond zo vol met verhalen, maar toch incompleet. Waren we, in alle drukte, soms iets vergeten? Waren we te druk met het ondervragen van elkaar zodat we de essentie van de avond waren vergeten? We spraken weer af, bij jou thuis deze keer. Zonder entrecote, zonder cola en zonder achtergrondmuziek. In gedachte hoorde ik de ober weer vragen: "En heeft u een keuze kunnen maken?" Die vraag beantwoordde ik door dicht tegen het stukje vlees van mijn keuze aan te kruipen. Zwijgend gingen we samen de nacht in. Beide wisten we nu wat we op onze eerste avond waren vergeten. We hadden vergeten te zwijgen.
 


Week 12 - Bombardement voor de Vrede
 Als het aan Bush ligt is zijn tournee door het Midden-Oosten nog niet ten einde. Na een succesvol optreden in Irak, staat nu Iran op het programma. De man die zijn vakantie afbrak om een wet te ondertekenen die euthanasie op Terri Schiavo, een vrouw die al vijftien jaar in coma lag, te verbieden; gij zult niet doden. De man die regeert met de bijbel, sloeg de pagina met de Tien Geboden om tijdens de tevergeefse zoektocht naar massavernietigingswapens in de Irakese zandbak. Diezelfde man dreigt nu, voor de vrede, om strategische doelen in Iran, buurland van Irak, te bombarderen.

Verenigde Staten, Israël, Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië, China, Pakistan en India. Stuk voor stuk landen die beschikken over Oppenheimers Deadly Toy. Niet om er gebruik van te maken, dat spreekt voor zich. Nee, alleen maar om te pronken met het resultaat van de wetenschappelijke vooruitgang. Als een Hummer op de oprijlaan waarvan de motor nooit gestart zal worden en waarvan de banden vrij van modder blijven. Een goed voorbeeld hiervan zijn de kemphanen Pakistan en India, die over en weer hebben gedreigd om de Hummer te starten ten einde hun relatie een stukje spannender te maken. Russisch roulette met kernkoppen.

Om het bezit van kernwapens te beperken is er in 1968 een zogenaamd non-proliferatieverdrag opgesteld dat is ondertekend door een groot aantal landen. Ook Iran heeft het non-proliferatieverdrag ondertekend en houdt bij hoog en laag vol dat hun nucleaire faciliteiten er louter voor vreedzame doelen zijn. Harde bewijzen dat er in Iran inderdaad aan een atoomprogramma wordt gewerkt ontbreken.

Israël daarentegen heeft het verdrag nooit ondertekend en beschikt naar alle waarschijnlijkheid wel over kernwapens mede dankzij hulp van de Britten. De Verenigde Staten en nota bene Israël, zelf dus illegaal in het bezit van dergelijke wapens, hebben echter de scenario's voor het Bombardement voor de Vrede al klaar liggen. De voorbereidingen zijn zelfs al lang in gang gezet middels het aan Israël leveren van onder andere bunker busters die uitermate geschikt zijn om ondergrondse Iranese nucleaire stellingen te bombarderen. Voor de vrede uiteraard.

Nu is de gekozen president Ahmadinejad van Iran niet echt het schoolvoorbeeld van een diplomatiek leider, maar een land als Pakistan is ook niet altijd het toonbeeld van diplomatie geweest. Het is nog steeds één van de hofleveranciers voor extremistische denkbeelden en heeft India gedreigd met het inzetten van hun kernwapens. In tegenstelling tot Iran heeft Pakistan (en ook India) dat non-proliferatieverdrag nooit ondertekend. Zonder al te veel gevolgen kon Pakistan echter in 1998, toen Bush nog niet aan de macht was, hun eerste kernwapens testen. Dus stelt het hele non-proliferatieverdrag niks voor. Pakistan kon vrijwel zonder sancties kernwapens ontwikkelen. De kernwapens van Noord-Korea, die het verdrag hebben opgezegd, worden min of meer gedoogd. Hoewel Israël niet erkent kernwapens te hebben, zijn er wel serieuze aanwijzingen voor. Dit zijn allemaal landen die vanwege conflicten met buurlanden in de verleiding kunnen komen om de wapens ook daadwerkelijk in te zetten. Maar dat doen ze natuurlijk niet, want daarvoor zijn die landen te (Westers) beschaafd. Toch?

Het zou daarom beter zijn om een verdrag op te stellen waarin landen ondertekenen dat ze zich conformeren aan de Westerse normen en waarden. Ieder land dat dat verdrag niet ondertekent, wordt door Bush als bedreiging gezien en mag niet over kernwapens beschikken. Die landen lopen jaren achter op onze normen en waarden, dan moet je ze geen Westerse vooruitgang in de vorm van kernwapens gunnen. Want wij gebruiken wapens alleen voor de vrede. Ons Westerlingen is immers bijgebracht dat die glimmende, grote en gevaarlijke terreinwagen altijd op de oprijlaan moet blijven staan en dat we er alleen maar mee mogen dreigen en pronken. Toch?
 


Week 9 - Liefde op het eerste gehoor
 Mijn liefde voor muziek begint enigszins zorgwekkende vormen aan te nemen. Hoewel de omvang van mijn collectie nog te overzien is, groeit deze gestaag. Met een voor een kwart gevulde muur van bijna vier meter heb ik in ieder geval genoeg uitbreidingsmogelijkheden. En aangezien ik goede en hardwerkende artiesten graag beloon met de aanschaf van het origineel in plaats van een gedownload en gebrand exemplaar, is het een dure passie. Zo klim ik regelmatig in de Luisterpaal op 3voor12.vpro.nl. Opzoek naar uitbreiding van mijn collectie die, beken ik met lichte schaamte, gesorteerd is op alfabetische volgorde. En dat zorgt bij iedere nieuwe aanwinst voor een hoop geschuif.

De speurtocht naar een perfect album verschilt eigenlijk niet zoveel van de zoektocht naar een geschikte levenspartner. Afgezien dan van het feit dat het verspilde moeite is om in dat geval je collectie-uitbreiding aan de muur te hangen. De zoektocht naar de vrouw van je leven is als het zoeken naar een album waarvan je je voorneemt er voor de rest van je leven op gezette én ongezette tijden naar te luisteren. Een album dat blijft boeien zelfs als je het iedere dag te horen krijgt. En album waar je steeds wat nieuws in ontdekt.

Hoewel ik zelf opgegroeid ben in het compact disc-tijdperk en ik in mijn vroege jeugd ook nog wat heb gestoeid met cassettebandjes, vergelijk ik de ware, het album dat voornemens voor altijd in je cd-wisselaar zit, toch het liefst met een langspeelplaat. Mijn vroegste 'muzikale' herinnering gaat dan ook terug naar de tijd dat ik lp's met sinterklaasliedjes en van Kinderen voor Kinderen afspeelde op de platenspeler van mijn ouders. Een apparaat dat, ondanks de collectie platen van mijn ouders, vreemd genoeg al lang uit huis verdwenen is. Veel meer dan bij het opzetten van een cd had je bij een lp het gevoel zelf verantwoordelijk te zijn voor de klanken die je te horen kreeg. De naald die danste over de groeven zorgde ervoor dat je het blijven hangen van die naald of het gekraak voorlief nam.

De vrouw van je leven is als een lp. Niet zo perfect en gepolijst als een cd of een strak getrokken mevrouw Van Helwegen, maar bovenal een stuk minder eenzijdig dan zo'n spiegelend schijfje waarvan slechts één kant de moeite waard is. Een andere belangrijke eigenschap die de vergelijking met een lp treffender maakt dan die met een cd, is het feit dat je het oppervlak van het rondvormige ding gewoon met vette vingers aan mag raken.

Het aanbod aan albums voor het leven is overweldigend. Je zult moeten kiezen. Afgaan op enkel de naam is niet raadzaam. Zo gebeurt het me maar al te vaak dat als een vriend of vriendin een naam laat vallen van iemand die ik niet ken en in dat geval probeer ik dan toch een voorstelling van zo iemand te maken. Zelden blijkt die voorstelling echter te kloppen wanneer ik die bewuste persoon dan even later ontmoet. Lee Towers was zich daar ongetwijfeld bewust van, vandaar dat die naam op zijn albums staat en niet zijn eigenlijke, minder glamoureuze naam: Leen Huyzer.

Het bestaan van 'Liefde op het eerste gezicht' durf ik niet te ontkennen, maar als het om de aanschaf van muziek gaat heb ik me daarin nog nooit verloren. Het zijn mijn oren die me bij het horen van een goed nummer dwingen om meteen maar het hele album aan te schaffen. En zelden kom ik bedrogen uit. Het afgaan op alleen de hoes, het uiterlijk, is daarom dan ook verraderlijk. Een mooie hoes is nog geen garantie voor een plezierige en bovenal lange speelduur. Je moet immers wel elke dag wakker met plezier kunnen luisteren naar hetzelfde nummer.
 


Week 5 - Het Binnenhofklasje naar Afghanistan
 Enigszins beteuterd keek de meute ouders toe hoe hun kroost opgetogen de bus in stapte. Dit jaar geen dagje Efteling, Safaripark Beekse Bergen, Dolfinarium Harderwijk of een dag ravotten op Kamp Zeist. De bestemming van het schoolreisje van dit jaar is Uruzgan. Kofi Annan had voor deze verre bestemming korting kunnen regelen. Maar ondanks deze meevaller was het schoolreisbugdet volgens penningmeester Gerrit net niet toereikend genoeg voor een reis van twee weken naar dit spannende Afghaanse themapark. Gelukkig kon Rita's Reisbureau nog korting geven op de transportkosten. Dus al zwaaiend lieten de kinderen hun dierbare ouders en een huilende Boris achter.

De avond viel al vroeg in de Binnenhofbus, die werd bestuurd door ex-klasgenoot Thom de Graaf. De juiste man als het gaat om bustuurlijke vernieuwing, besturing en aanverwante zaken. Henk Kamp was voorin gaan zitten. Met zijn nachtkijker speurde hij de horizon af op mogelijk gevaar. "Pas op, Thom!", waarschuwde Henk na een verdacht object te hebben gesignaleerd. "We koersen recht af op een 80-kilometerzone". Via de portofoon gaf hij zijn manschappen de opdracht om een rookgordijn op te trekken om zo de vijand te misleiden. Zijn mannen hadden daar gelukkig onlangs op een verlaten stuk A28 nog op geoefend. Karla was inmiddels naast Henk gaan zitten. Ze probeerde hem gerust te stellen: "De zones hebben vredige bedoelingen." Ze kroop tegen Henk aan en sprak met een zwoele Brabantse stem: "I love 80-kilometerzones."

Ook achterin de bus was het een drukke bedoeling. Hans Hoogervorst nam de meegesmokkelde drank van zijn klasgenoten in beslag. Johan Remkes stond teleurgesteld zijn jenevervoorraad af, en Femke jammerde om het verlies van haar groene Breezer. Geert deelde cartoons uit zodat iedereen wat te lezen had voor onderweg. "Wat een leuke cartoons", zei Mat nadat hij door wat pagina's had gebladerd. "Zit dat ook in de leesmap, ik mag enkel de Donald Duck lezen van mijn moeder?", vroeg hij aan Geert. "Niet in de Nederlandse, maar ik ben sinds kort ook geabonneerd op de Deense leesmåp", antwoordde Geert. Een paar rijen naar achter toe, zaten Johan Remkes en Jan Peter naar het scherm van een laptop te staren. "Hoe kom je eigenlijk aan die laptop", vroeg Jan Peter. Johan fluisterde: "Er blijft wel eens iets liggen na afloop van personeelsfeestjes van de AIVD". Jan Peter kon zijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken: "Laten we snel kijken of er spannende plaatjes op staan." Alexander Pechtold die één rij verder zat, naast een lege stoel, zag door de opening tussen de twee stoelen voor hem een slideshow aan vrouwenvlees voorbij komen. "Zie je wel, de politiek is allemaal veel vuiler en vunziger dan mensen denken", dacht hij bij zichzelf. De lege stoel naast hem was bestemd voor Boris.

Al weken lang riep Boris dat hij niet mee wilde gaan. Hij deed dit in de hoop dat Woutertje ook thuis zou blijven. Maar Wouter ging maar wat graag in op de uitnodiging van Kofi Annan. Dus Boris bleef mokkend thuis en kon zo de plantjes op het Binnenhof water geven. Boris is bang dat niemand nog met hem wil spelen. Zijn moeder had hem proberen te troosten met de woorden: "Na de verkiezingen van 2007 wil iedereen gewoon weer met je spelen voor de benodigde meerderheid. Zo is dat altijd al gegaan." Maar in de bus met bestemming Afghanistan dacht niemand nog aan Boris. "En we gaan nog niet naar huis… nog langer niet, nog langer niet… en we gaan nog niet naar huis, want Boris die blijft thuis!"
 


Week 3 - Ode aan Deborah
 Vrijwel dagelijks herinnert een ongebruikte, nog in de verpakking zittende afzuigkap mij aan mijn meest recente miskoop. Het nietsvermoedende apparaat bleek na aanschaf niet geschikt voor mijn keuken. Dus in plaats van het afzuigen van de geurende dampen van mijn dagelijkse avondmaal, vangt het arme apparaat stof. En moet het nu iedere dag met lede ogen aanzien hoe deze klus probleemloos door zijn vervanger wordt geklaard. Wachtend op zijn lot: een nieuwe eigenaar of de vuilcontainer. Uiteraard heb ik wel geprobeerd het overbodige keukenhulpje direct terug te brengen naar de winkel, maar daar was voor hem geen plek meer. Dit specifieke artikel werd niet teruggenomen, verklaarde de verkoper.

Ondanks dat het er nu nog alle schijn van heeft, is dit geen Marktplaats-advertentie, hoewel ieder aannemelijk bod welkom is. En nee, ook is dit geen rubriek voor mijn eigen consumentenleed. Dit is een ode aan eenieder die (al dan niet terecht) klagend Nederland te woord moet staan. Want toen ik tevergeefs probeerde om mijn miskoop te ruilen, dacht ik aan de machteloze verkoper. Een jonge man waarvan ik de naam niet eens meer weet. Ik hield me in, omdat hij slechts de boodschapper was van het slechte nieuws. Als het aan hem zou liggen, zou hij het vast zonder probleem terug hebben genomen. Maar ergens verscholen achter luxaflex zat iemand met macht die er anders over dacht.

Ooit was ik zelf zo'n machteloze verkoper, toen ik als bijbaantje in een telefoonwinkel werkte. Toen moest ook ik mensen teleurstellen omdat ik me aan de regels van de baas moest houden. De beste man moest zijn rekeningen, waaronder ook mijn salaris, ook kunnen blijven betalen natuurlijk. Vrouwelijk schoon of sportschooltypes, ik mocht geen uitzonderingen maken op de regels. En hoewel ik natuurlijk meer met tevreden dan met ontevreden klanten te maken kreeg, blijft die laatste groep je toch het meest bij. In extreme gevallen kreeg je dan, zo vlak voor het begin van je vrije zaterdagavond, nog van alles naar je hoofd ook. "Ik doe ook alleen maar mijn werk", dacht ik dan. Een zin die door menig politieagent wordt gebruikt om de woede van een zojuist bekeurde burger te verminderen. In zo'n geval is het ook maar goed dat er op het naamplaatje, dat aan je gladgestreken verkopersoverhemd is bevestigd, slechts je naam staat en niet je adres.

Ik let trouwens maar zelden op de naambatches van personeel dat me helpt. De naam van de verkoper die mijn afzuigkap niet terug mocht nemen, weet ik niet. De caissière waar ik mijn wekelijkse boodschappen afreken, ken ik ook niet bij naam. Heel soms blijft een naam me wel bij. Niet eens omdat ik nou zo goed geholpen ben, of juist heel slecht. Waarom dan wel? Ik weet het niet Deborah, want jouw naam bleef me dus wel bij. Helaas heb ik heb niks meer om te ruilen of kan ik bij jou terecht met mijn overbodige afzuigkap?
 


Week 52 - Het Binnenhofklasje wenst u een goed 2006
 De leerlingen van het Binnenhofklasje vierden de jaarswisseling dit jaar gezamenlijk. Het leek meester Frans een goed idee om zijn verdeelde klasje voor één avond in het centrum van het politieke spectrum te verenigen. Een gelegenheidscoalitie zonder dat ook maar iemand water bij de mousserende wijn hoefde te doen.

De opzet van meester Frans leek te slagen. Iedereen was van de partij en had zijn of haar mooiste pak aangetrokken. Zelfs de vervente niet-stropdasdragers Jan en Wouter droegen op deze laatste avond van 2005 een fraaie zijden das voorzien van een dubbele windsor. Klassenvertegenwoordiger Jan Peter had zich speciaal een nieuwe coupe laten aanmeten. Bovendien had hij op deze laatste dag van het oude zorgstelsel nog even snel een nieuw brilletje aangeschaft.

Oliebollen, appelflappen, champagne, wijn en groots vuurwerk. Alles was aanwezig om er een onvergetelijke avond van te maken. Jan Marijnissen had voor deze avond mootjes zalm meegenomen en wist Gerrit er uiteindelijk van te overtuigen dat het heffen van brandstofaccijns op oliebollen enigszins ver ging. Hoewel deze avond natuurlijk in het teken van de gezelligheid stond, had meester Frans toch één verplicht moment van educatie ingebouwd: de oudejaarsconference van Youp van 't Hek. Al etend en drinkend luisterden de aanwezigen aandachtig of ze genoemd zouden worden. Toen na ruim een uur alleen de namen van Veerman en Verdonk waren gevallen, waren de meeste toch wel teleurgesteld. Toch feliciteerde eenieder de gelukkige twee met hun buitengewoon knappe prestatie. Volgend jaar beter!

Naarmate de klok twaalf uur naderde, steeg de spanning in de Tweede Kamer. De champagneglazen werden gevuld en het vuurwerk op scherp gezet. "Heb jij geen vuurwerk?", vroeg Henk Kamp aan Hansje Hoogervorst. Hans lachte triomfantelijk en antwoordde: "Niet persoonlijk nee maar wel indirect." Henk leek er weinig van te snappen. "Nou, hoe kom jij aan het geld voor je vuurwerk?", vroeg Hans aan de verbaasd kijkende Henk Kamp. "Dankzij mijn zorgtoeslag", antwoordde Henk ad rem. "Dankzij mij dus, graag gedaan", was de reactie van Hans.

Tien, negen, acht, zeven... "Is dat een prognose voor mijn aantal zetels?", vroeg Geert zich af. Zes, vijf, vier... "Wat vier nog maar? Ben ik dan soms te weinig op televisie geweest?", paniekte Geert. Drie, twee, één... een gejuich barstte los. "Hebben ze dan zo'n hekel aan mij?", was Geerts gedachte over het luide gejuich totdat het werd gevolgd door een opluchtende: Gelukkig nieuwjaar! Iedereen schudde elkaar de hand. Zelfs Rita's hand werd deze keer door niemand geweigerd.

Nadat de handen waren geschud en de champagne leeg was gedronken, liep het klasje naar buiten toe het Binnenhof op. De mat van Herben kleurde het Binnenhof rood en hulde het in dikke rook. Op verschillende plaatsen verlichtten kleurrijke fonteinen de toekijkende menigte. Meester Frans vroeg aan Piet Hein uit bezorgdheid: "Is dat niet gevaarlijk al dat rondvliegende vuurwerk?" Piet Hein antwoordde nuchter: "Zolang er geen cellencomplex in de buurt is, maak ik geen bezwaar." Henk Kamp kende geen schrik voor het vuurwerk. De geur van kruit, de aanblik van optrekkende rook en het geluid van knallend vuurwerk, brachten hem in extase. "Ik heb nog wat pijlen die ik van vriend Bush heb gekregen", zei Henk terwijl hij enkele Tomahawks liet aanrukken. Meester Frans greep toch maar even in: "Die Tomahawks gaan wat te ver". Kamp begreep de waarschuwing niet en antwoordde opgetogen: "Die gaan zeker ver, meer dan 1000 kilometer!" De toekijkende Wouter begreep al die ophef over het vuurwerk niet: "Waarom nu al knallen? Ik bewaar mijn vuurwerk wel gewoon zoals het hoort voor de Tweede-kamerverkiezingen Dan richt ik mijn pijlen alvast op het CDA".
 


Week 48 - Samenlevingspartner IKEA
 Vroeger als kind was ik nooit blij wanneer mijn ouders me meesleepten naar de IKEA. Het Smalland bestond toen nog niet. Dus als gedumpt kind moest je je zien te vermaken in de bak met Zweedse balletjes. En nog voordat mijn ouders goed en wel neer konden ploffen in een bank of op een bed, klonk mijn naam al door de intercom. Of ik opgehaald kon worden uit de ballenbak. Niet zozeer omdat ik het zat was, maar eerder omdat men mij daar zat was. Tenminste, dat vermoed ik.

Tegenwoordig is mijn relatie met IKEA een stuk beter, mede omdat ik nu ook verder kom dan enkel de ballenbak. En IKEA heeft niet alleen vrienden gemaakt met mij alleen. Een vriendin van me noemt de IKEA-gids zelfs haar bijbel, Zweden hét beloofde land en de gehaktballetjes het lichaam van Christus. Dus toen ik een maand of twee geleden de sleutel voor mijn eigen huis kreeg, wist ik het al zeker: IKEA trekt bij me in.

En dat heb ik geweten. Na ieder bezoek aan het dichtstbijzijnde filiaal, kom ik met steeds meer spullen thuis. Eenmaal thuisgekomen hang ik mijn jas op aan IKEA en duik ik de keuken in om te koken in IKEA. Vervolgens schep ik mijn eten op met IKEA en nuttig de maaltijd al zittend op en aan samenlevingspartner IKEA. Uiteraard bijgestaan door verlichting van, jawel wederom IKEA. We doen écht alles samen. Want zelfs bij het vallen van de avond, stort ik me languit op IKEA. Omarmt IKEA me de hele nacht en houdt me warm. En wanneer ik 's morgens weer ontwaak, is IKEA nog steeds bij me. Is dat geen ware liefde? Door al die liefde en aandacht, neem je twee ontbrekende plankjes in de verpakking van je nieuwste aanwinst voor lief.

Ondertussen is mijn woning geworden tot een klein IKEA-filiaal dat vierentwintig uur per dag geopend is en waar je nog kunt blijven eten ook! In ieder vertrek een andere opstelling. Ik noem ze ook geen kamers of vertrekken meer. Nee, ze zijn omgedoopt tot afdelingen. Een badkamer-, keuken-, eetkamer-, werkkamer-, woonkamer- en slaapkamerafdeling. Allemaal zijn ze van de partij in mijn kleine IKEA-filiaal. En in de kelder bevindt zich mijn magazijn. Het geheel uiteraard compleet met intercom. Ik raad gezinnen met kinderen, die op een druilerige zaterdagmiddag een bezoekje wil brengen aan dit kleine IKEA-filaal, aan hun koters thuis te laten. Het enige dat er namelijk bij mij thuis nog aan ontbreekt, is een Smalland.
 


Week 46 - Het Binnenhofklasje - hij komt, hij komt
 Iedereen zat in opperste concentratie voorovergebogen boven de schoolboeken, behalve Geert. Het nut van de les 'Onbegrijpelijk Nederlands' had hij nog nooit ingezien. Daarom waren zijn ogen naar buiten toe gericht en niet op het lesboek. In stilte screende hij alle voorbijgangers buiten. Opeens sloeg Geert alarm. In begrijpelijke taal schreeuwde hij: "een terrorist, er staat een terrorist op het schoolplein!" Zijn klasgenootjes stopten met het stampen van nieuwe woorden als regenboogcoalitie en sorrydemocratie. Meester Frans tuurde van achter het raam het schoolplein over. "Waar dan Geert, ik zie niets bijzonders", sprak hij kalm. "Kijk dan, daar die man met die baard en die rode djellaba", paniekte Geert. De meester barstte in lachen uit. "Dat rode gewaad heet een tabberd, beste jongen", zei de meester. "De beste man buiten is geen terrorist, dat is de goed heiligman", verklaarde meester Frans. Dit heugelijke nieuws zorgde er voor dat de boeken direct verdwenen van de tafeltjes. Om de Sint een warm onthaal te geven werden er meteen Sinterklaasliedjes ingezet.

Ondanks het feit dat de Sint nog buiten was, kon hij het gezang al horen. Hij wilde maar al te snel naar binnen toe, want buiten was het goed koud. "Waar is de ingang Piet?", vroeg de Sint aan zijn de Wegwijs Piet. De Wegwijs Piet zocht zijn zakken af. "Ik zoek de plattegrond van het Binnenhof", lichtte hij toe. "Die had je vorig jaar toch in de schoen van Samir A. gedaan", wist een tweede Piet zich te herinneren. Gelukkig wezen de ongeduldige kinderen hem de weg naar het klaslokaal, zodat het feest dan eindelijk kon beginnen.

De Pieten lieten bij binnenkomst al meteen zien dat ze aardig thuis zijn in de graaicultuur. Met hun grote handen graaiden ze in de jute zakken vol snoepgoed. Om vervolgens hun gevulde hand over de klas uit te strooien. "Wat een modelsocialisten", dacht Wouter nog terwijl hij keek hoe de pepernoten in het rond vlogen. Ik ben beschoten, ik ben beschoten!", krijste Rita nadat ze was geraakt door een rondvliegend schuimpje. Of was het een kruitnoot kruidnoot? Niemand hoorde haar nog, eenieder was te druk met het vullen zijn zakken. En nadat de zakken van de Pieten leeg waren en de zakken van de kinderen vol, was het tijd voor cadeautjes.

De Sint opende zijn grote boek en riep Henk bij zich. Henk Kamp. "Laten we maar beginnen met jouw cadeau jongen. Je cadeau heeft namelijk een vrij beperkte levensduur, dus hoe eerder je het openmaakt, des te langer kun je er van genieten.", sprak de Sint tot Henk. Henk zat ongeduldig te schuiven op de schoot van de Sint. "Weet je nog wat je van de Sint hebt gevraagd?", vroeg de goed heiligman aan de brave Henk. Hij dacht na en dreunde een rijtje op: "Helikopters, soldaatjes, raketten, boten, vliegtuigen?" De Sint onderbrak hem: "dat was wel erg veel dus we hebben moeten kiezen. Ik hoop dat je er blij mee zult zijn." Henk opende alvorens het cadeau te openen eerst de envelop waarin het gedicht van de Dicht Piet zat:

Ook al zijn Sint en Piet overtuigd pacifisten
toch lieten ze zich door jouw wensen niet kisten

Gewapend met muts, handschoenen en sjaal
Doken Sint en Piet in het ijzige arsenaal

We hopen dat je de wereld hiermee kunt imponeren
maar het volgende moet je je wel goed realiseren:

Je kunt ze alleen in een koude oorlog inzetten
het is namelijk een doos lange afstands Ola-raketten.
 


Week 42 - De hazen van mijn levensloop
 Vorige week zag ik beelden van de marathon van Amsterdam. Haile Gebrselassie won daar en zette een parcoursrecord neer. Toch was hij niet tevreden want hij wilde het wereldrecord verbreken. En om dat record te verbreken had de organisatie een blik hazen opengetrokken. Deze gangmakers moesten Haile een toptijd bezorgen. Die hazen waren tegelijkertijd met de uiteindelijke winnaar gestart en wisten al meteen dat zij de finish niet zouden zien.

Het blijft daarom een vreemd fenomeen dat er mensen worden ingezet om de toplopers uit de wind te houden, zonder dat ze zelf deelnemen aan de wedstrijd. Net zo vreemd als in de buurt van iedere voetballer iemand met een paraplu zetten, om hem zo te beschermen tegen de regen. Of als een hard schaatsende Jochem Uytdehaage die, op het WK in 2004 tijdens het uitrijden, gang maakt voor de koersende Carl Verheijen. Als het startschot klinkt, dan zou het toch enkel en alleen op jezelf aan moeten komen? Tenminste in de sport. Want in het leven is het inzetten van hazen zo gewoon, dat je er meestal niet eens bij stil staat dat je vanaf het startschot uit de wind wordt gehouden.

Komende vrijdag is het al weer 25 jaar geleden dat voor mij dat startschot klonk. Niet het startschot voor een marathon van 42,195 km of een andere hardloopafstand. Ik heb hier over een startschot voor een levensloop waarin de afstanden in jaren worden gemeten. En waar de finish precies ligt, weet je van tevoren niet. De enige zekerheid die je hebt is dat je ooit zult finishen. En meestal ben je, wanneer je de eindstreep passeert, je trouwe hazen dan al lang verloren. Met als gevolg dat je jaren met de kop in de wind hebt gelopen.

Vrijwel iedereen krijgt meteen bij de geboorte, het startschot van de levensloop, een tweetal hazen met zich mee. Nadat je een kleine afstand af hebt gelegd, weet je deze twee hazen al gauw pappa en mamma te noemen. Die twee hazen reiken je drinkflessen aan. Ze zorgen er voor dat je de man met de hamer niet tegenkomt, door je te voorzien van de broodnodige voedingsstoffen. En ze houden je droog en warm. Let wel, ze doen dit alles op de momenten waarop jij dat wilt, want jij bent de topatleet en zij zijn slechts de hazen.

Naarmate je groeit in de levensloop worden de hazen toch wat minder behulpzaam. Vanaf een zekere fase in de koers moet je voor je eigen drinkflessen zorgen. Dit doen de hazen doelbewust. Niet omdat ze jou het succes van de eindzege niet gunnen, wel nee. Ze doen dat omdat ze weten dat zij de finish niet zullen halen. En daarom zorgen ze er voor dat je leert om in je eigen behoefte te voorzien, want die dag breekt aan. Verderop in de levensloop komt er een puberaal moment waarop je de aanwezigheid van die twee hazen zat bent. Ze zitten je vaak in de weg en je vindt het buitengewoon vervelend dat ze jouw koers proberen te bepalen. Die fase duurt maar kort. Want opeens besef je je dat de levensloop lang is en je blij moet zijn met het feit dat die twee hazen je nog steeds uit de wind weten te houden. Wel minder fanatiek dan bij de start, maar alle beetjes helpen.

Vorige week kreeg ik de sleutel van een huis waar op de deur mijn eigen naam komt te staan. Mijn voordeursleutel past vanaf dat moment niet meer op de deur van mijn ouderlijk huis, de deur waardoor ik 25 jaar lang thuiskwam. Het moment waarop ik mijn twee hazen achter me laat, is aangebroken. Aan de kant zullen ze moegestreden toe gaan kijken hoe ik de koers zonder hun hulp voortzet. Dankzij de vliegende start die mijn twee hazen me hebben gegeven, gooi ik mijn lijf dat nog vol zit met energie in de wind.
 


Week 38 - De dood als marketingstrategie
 Op dit moment zal er ongetwijfeld op een begraafplaats ergens in Nederland een begrafenis plaatsvinden. De nabestaanden, in het zwart gehuld, bewijzen op hun manier de laatste eer aan een dierbare waarvan alleen zij de naam kennen. Want dat had hij of zij verdiend. De rouwadvertentie in de krant, als de enige publieke uiting van verdriet, zegt ons als buitenstaander niets.

Zo gaat het meestal. Tenzij je naam te lang is voor een rouwadvertentie en woont in een koninklijk paleis, dan wordt je zielloze lichaam per afuit van Den Haag naar Delft vervoerd. Dan kijken er mensen toe die nog nooit de hand hebben geschud van de overleden prins dan wel die van zijn familie. En vervolgens kijkt Nederland naar het verdriet van zijn familie terwijl zij de grafkelder ingaan. Mensen die we dan wel bij naam kennen, maar meer ook niet. En als Oranje zijnde komen er mensen vlak na je dood afscheid van je nemen terwijl je lichaam ligt opgebaard in een paleis. En niet omdat men jou zo zal missen of omdat men meeleeft met de nabestaanden, maar alleen maar omdat men het paleis wel eens vanbinnen wilde zien. Het gebeurt echt. Nu heeft dit voorbeeld van een begrafenis in 'niet-besloten kring' weinig met marketing te maken, prins Bernard verkocht niets, die kocht alleen maar in zoals een verzameling dure auto's. Anders is het als het de dood van bijvoorbeeld een zanger betreft. Dan kan de dood een perfecte marketingstrategie zijn, hoe onbedoeld het ook is.

De dood als marketingstrategie, mevrouw Hazes weet daar alles van. In plaats van het verdriet stilletjes thuis te verwerken, moeten er iedere scène tranen vloeien voor de camera's. De tranen zijn ongetwijfeld niet minder oprecht maar waarom moet haar rouwverwerking uitgezonden worden? Vorig jaar stond de kist met het ontzielde lichaam van haar man nog op de middenstip van de ArenA. Samen met haar twee kinderen keek ze toe hoe artiesten nummers van haar man vertolkten. Niet alleen omringd door familie en vrienden maar temidden van duizenden fans waarvan zij de namen niet kende.

Een jaar na de dood van de Amsterdamse volkszanger werd er een nieuwe campagne bedacht. Rachel had namelijk in het tussenliggende jaar een boek geschreven/laten schrijven over haar Dré, met de titel Typisch André, met daarin een aantal spannende onthullingen die ongetwijfeld waar zullen zijn. Zoals de onthulling dat André vroeger seksueel misbruikt zou zijn. Als iemand het kon weten dan was dat Rachel wel, dus ik geloof haar. Het is een spraakmakende onthulling, dus ze brengt het al naar buiten voordat het boek te koop is maar ze verzwijgt nog door wie André seksueel werd misbruikt. Slim. Samen met de TROS rolde Rachel een marketingcampagne uit ter promotie van haar boek, een verzamel cd, een standbeeld, een herinneringsconcert en als klap op de vuurpijl de lancering van de as van André Hazes vanaf het strand van Hoek van Holland. In de aanloop naar dit alles kwam er een wekelijks programma waarin de kijker kon meegenieten van haar verdriet. Tranen ter promotie? Nu twijfel ik absoluut niet aan haar verdriet, maar wederom de vraag waarom haar verdriet en dat van de kinderen vastgelegd moet worden op de camera. Omdat de dood een perfecte marketingstrategie is?

Een dag voor het door de TROS uitgezonden Hazes-circus, staken de twee oudste kinderen van de zanger, Melvin en Nathalie, ook een vuurpijl af op het strand van het door André zo geliefde Noordwijk. De kinderen, afkomstig uit een tweetal voorgaande huwelijken van André, werden bijgestaan door voormalig bandleider Jan Buis. Zijn twee eerste kinderen wilden niets weten van Rachels marketingstrategie. Zoon Melvin, die zijn moeder aan kanker verloor, heeft de erfenis van 60.000 euro meteen overgemaakt aan het Wilhelminafonds. In besloten kring, dus zonder camera's, zonder toeschouwers en zonder enige vorm van show respecteerden ook zij de laatste wens van hun vader door zijn as de hemel in te schieten. En zo hoort het bij een eenvoudige Amsterdamse volksjongen. Dat is pas typisch André.
 


Week 36 - Action-painting door Moeder Natuur
 Met de tsunami in Zuidoost-Azië had Moeder Natuur al laten zien dat zij de enige echte wereldleider is en met Katrina is dat nog maar een keer duidelijk gemaakt. Wat wij in honderden jaren hebben opgebouwd, kan zij in een seconde als een glas in scherven doen barsten en verspreiden over tientallen kilometers. Geen dijk is bestand tegen een murenhoge vloedgolf. Geen stad kan het winnen van een bewegende aardkorst. Niets of niemand weerstaat de hongerige mond van een orkaan. Geen mens en geen techniek kan de krachten die in het binnenste van onze Aarde zitten en de krachten die ons vanuit de lucht teisteren, temmen.

Zelfmoordterrorist Katrina had geen banden met al-Qaida. Zonder financiële steun maar met goedkeuring van Moeder Natuur was ze toch in staat om harder toe te slaan dan menig terreurnetwerk. Katrina, tezamen met haar golven, greep alles op haar weg om uiteindelijk geleidelijk te sterven in het noorden van de Verenigde Staten. Haar woedende oog sloot zich langzaam, en opende de ogen van haar nog levende slachtoffers. En die duizenden paren ogen registreerden dat de extreme make-over door Moeder Natuur hun stad geen goed had gedaan.

Dat wij, de mensheid, zelf verantwoordelijk zijn voor de gewapende strijd van Moeder Natuur, is onzin. Onze planeet is nog nooit een stabiel geheel geweest; verschuivende continenten, stukken land die in de zoute tranen van de zee verdrinken en eilanden die in diezelfde zee worden geboren en voor het eerst zonlicht zien. Ook zonder rokende schoorstenen, Kyoto en olieslurpende auto's ging onze regisseuse al haar gang. Als een schilder gewapend met kleurenpalet bepaalt Moeder Natuur waar groen land op het immense doek verrijst en waar het blauwe water stroomt. En dat Moeder Natuur niet snel tevreden is, dat blijkt wel uit het feit dat haar schilderij genaamd Aarde nog altijd niet af is. Het doek hangt al miljoenen jaren onvoltooid in haar uitgestrekte atelier dat de naam Heelal draagt. Over de draaiende doeken om ons heen, die net als het doek van schilderij De Aarde door een grote bol worden verlicht, weten we nog maar weinig. Zijn die wel af? En is dat dan ons lot? Of moeten die nog action-painting met blauwe en groene verf ondergaan?

We wonen op een driedimensionaal schilderij dat niet af is, met als gevolg dat we ons moeten overleveren aan de grillen van de schilder. Daar waar ze haar in de zeeblauwe verf gedoopte kwast neerzet, daar zullen zeezoute tranen vloeien. En daar waar ze haar kwast met vuurrode verf neerzet, daar zal alles tot as verbranden. Geen mens die haar op andere gedachten kan brengen. Of haar schilderij De Aarde ooit afkomt en of ze voor de figurerende mensheid nog een plaatsje op het doek in gedachte had, dat is een vraag die alleen Moeder Natuur zelf kan beantwoorden. Moeder Natuur geeft en neemt, zo mag duidelijk zijn, zonder wroeging.
 


Week 34 - Het Binnenhofklasje: De scholen zijn weer begonnen
 Na weken van reces is het dan eindelijk zover: de scholen zijn weer begonnen! In het klaslokaal van het Binnenhofklasje wordt de stilte van het reces weer verdrongen door besluiteloze bureaucratische babbels en denderende debatten. Dit schooljaar staat het klasje, tot groot verdriet van de meeste leerlingen, niet meer onder leiding van de invaljuf Ingrid. De hamer is weer in de vertrouwde handen van meester Frans Weisglas gekomen, die bij deze het nieuwe schooljaar voor geopend heeft verklaard.

's Ochtends, al meteen bij het binnenkomen van zijn leerlingen, moest meester Frans al autoriteit uitstralen om een chaos te voorkomen. De woede keerde zich namelijk vrijwel direct tegen Karlaatje Peijs. Meerdere leerlingen vielen haar aan, nog voordat ze plaats op het pluche kon nemen. "Wat is hier gaande?", vroeg meester Frans. Iedereen schreeuwde door elkaar. Karla zelf wist blijkbaar maar al te goed waarom de woede zich tegen haar richtte. Terwijl ze gebalde vuisten ontweek verklaarde ze: "Het was een misverstand! Het was een misverstand!" Frans sprong ertussen en vroeg Joost Eerdmans wat er aan de hand was. "Dankzij Karla moest ik van mijn ouders onderweg naar Zuid-Frankrijk op de achterbank alle losliggende spullen vasthouden. Ik heb er nog kramp van!", jammerde Joost.

Nadat de woede uit de lucht was kon Frans de agenda afwerken. "Punt één", sprak hij formeel tot zijn klas. "Wie heeft er wat in te brengen inzake vakantieverhalen?" Direct vloog er één arm van Gerrit de lucht in. En nog één. En hij ging er ook maar bij staan. Meester Frans gaf het woord aan de enthousiaste Gerrit. "Ik, ik, ik ben naar Luxemburg geweest", sprak hij vol trots. "Wat leuk, wat heb je daar allemaal gedaan", vroeg meester Frans geïnteresseerd. Gerritje Zalm vervolgde: "We zijn maar een paar uur geweest hoor. Maar het was hartstikke leuk. We zijn er naar een groot tankstation geweest. Mooi joh. En de benzine scheelt daar veel in prijs met hier. We gaan binnenkort misschien weer een keer naar Luxemburg. Geld verdienen en vakantie vieren tegelijk, wie wil dat nu niet?"

Hoewel de laatste opmerking van Gerrit geen vraag was, weerhield dat Johan Remkes niet om hem toch te beantwoorden. "Ik wil dat niet." Zalm keek hem verbaasd aan en meester Frans verwoordde de verbazing door te vragen: "Leg uit." Johan stak van wal: "Ik ben naar Thailand geweest. Ten eerste is dat heel goed voor de economie aldaar, maar bovendien heb ik de zware taak op me genomen om de jackpot van Giro 555 onder de juiste mensen te verdelen. Een werkvakantie dus". Aan de linkerzijde klonk bewondering voor Johans nobele streven. Hij vervolgde met bravoure: "En ik ben meteen van mijn stijve nek af. Prima werk leveren ze daar."

Er was nog tijd om één iemand aan het woord te laten over het eerste agendapunt. Meester Frans zag dat Rita de voorgaande verhalen aan zich voorbij had laten gaan. Om haar bij de les te houden, gaf hij de beurt aan haar. "Rita, vertel ons eens over jouw avonturen". Ze schrok op, dacht even na om vervolgens te vertellen over haar lunchafspraak met uitgeprocedeerde asielzoekers uit Iran. "Wat heb je allemaal gegeten", vroeg de meester. "Niets, ze waren in hongerstaking." Wouterje Bos reageerde meteen: "En je was toen zeker zo hongerig dat je je tanden hebt gezet in een Marokkaans gekleurde paal". Hierbij citeerde Wouter uit een AIVD-bron die Remkes net op de grond had gelekt. "Hoe kom je aan die onzin", snauwde Rita. Wouter las voor uit de omstreden column:

".....Rita hijgde. Kom in me! Alsjeblieft! Kom in me met je Marokkaans gekleurde paal! Ik twijfelde. Was niet geil. Vond haar lelijk. En oud. Bovendien. Ik neuk niet met extreem-rechtse vrouwen...."

Meester Frans nam Rita in bescherming. Hij schorste de les en stuurde Wouter het lokaal uit met de woorden: "Ga jij je maar melden bij de conrector." Frans had inmiddels ook geleerd dat je in het begin streng moet zijn, anders loopt de klas zo over je heen. Als een bezorgde vader vroeg hij zijn klas: "Ook dit schooljaar wel aardig tegen elkaar blijven doen. Zeker ook tegen Rita want haar is al een hete herfst voorspeld." Femke Halsema merkte op dat dat wel eens door het broeikaseffect zou kunnen komen. Jan-Peter maakte het weerpraatje compleet: "Volgens Piet Paulusma wordt het een mooi 2006. Volgens zijn voorspellingen zal de koopkracht omhoog schieten en recessies zullen wegdrijven."

Frans greep in: "Punt twee!!" Meester Frans tikte ongeduldig met zijn hamer. "Punt twee, handen uit de mouwen! Jan-Peter, dat zijn mooie vooruitzichten maar dan moet er nu wel hard gewerkt worden." De vakantie was nu écht voorbij.
 


Week 32 - De Wet van Newton
 Eenieder uit de Middeleeuwen met een vliegwens, zou zich doe-het-zelvend een paar fragiele vleugels aanmeten. Vervolgens zou de durfal een hoog punt opzoeken om zich daarna aan de zwaartekracht ten prooi te laten vallen. Met de natuurkundelessen in het achterhoofd laat ik het vliegen aan anderen over. Zonder degelijke vleugels kan ik niet ontsnappen aan de zwaartekracht. Ik stapte daarom met mijn vliegwens een reisbureau binnen. Kennelijk was ik de enige met dit laffe idee, want de ruimte was leeg. Alleen jij, de vrouw waar ik vanmorgen naast wakker werd, vulde de leegte. Je keek niet verrast, mijn bezoek was dan ook niet onaangekondigd. Ik ging zitten tegenover de plek waar jij achter een computerscherm verscholen zat. Ik schoof mijn stoel nog wat verder aan. "Waar gaan we heen?", vroeg ik je. Je keek me mysterieus aan, en schoof enkele reisgidsen onder mijn neus, je had je blijkbaar al voorbereid. Fraai gekleurde foto's van verre en voor mij nog onverkende vakantiebestemmingen, streelden mijn netvlies. "Moet ik kiezen?", vroeg ik met een fronsend voorhoofd. "Jij bent de kenner", zei ik om zo de bal weer bij jou te leggen. "Ik laat me verrassen, ik vertrouw je volledig", voegde ik er aan toe.

Geen Koninklijke Zwaan noch Martinair of EasyJet. Ver verwijderd van drukke incheckbalies en gates vol toeristen, maakte ik me klaar voor onze vliegreis door de wolken. Koffers vol ellende achterlatend, de douanier zou die toch nooit doorgelaten hebben. Zonder me te realiseren dat de stappen die ik zette voorlopig één van de laatste waren op vaste grond, verplaatste ik me naar de lege incheckbalie. Net zoals op het reisbureau was jij wederom de enige die de leegte opvulde. Stralend zat je achter de balie, ik stond zweverig aan de andere zijde. De handvatten van twee tassen die waren gevuld met alles wat ik lief had, sneden in mijn handen. Ik zette beide tassen op de lopende band, waarna de bloedsomloop mijn vingertoppen weer kon bereiken. Mijn vingertoppen verschoten daardoor langzaam van wit naar mijn nog niet door de zon gebruinde huidskleur. Op mijn rug droeg ik nog een rugzak vol vlinders die zo licht was dat ik haast was vergeten om hem op de weegschaal voor me te zetten. Mijn ogen loerden allang niet meer naar de digitale cijfertjes die zouden bepalen of mijn bagage voldeed aan het maximaal toegestane gewicht en jouw ogen leken eveneens weinig interesse te tonen in een mogelijk overgewicht. In je ogen zag ik een reflectie van de voor mij nog onbekende vakantiebestemming. De reisfolders die je op het reisbureau onder mijn ogen schoof, voorspelden in ieder geval veel goeds.

De vliegtuigmotoren zoemden al weer eventjes. De muziek uit de hoofdtelefoon kon het geronk van de motoren nauwelijks overstemmen. Onder ons geen vaste grond meer. "Was dit nu de droom van een middeleeuwse avonturier?", vroeg ik me af terwijl ik mijn stoel in de ligstand zette. Mijn lichte vorm van vliegangst verdween naarmate de wereld onder ons steeds surrealistischer werd. "Het wolkendek vangt ons wel op", maakte ik mezelf wijs door al mijn natuurkunde kennis te negeren. Lang hield mijn leugen niet stand. Ik dacht terug aan je instructies van het moment vlak voordat we waren opgestegen. Jij stond in het gangpad en je vertelde me wat ik moest doen als het mis zou gaan, wijzend naar de nooduitgangen. Ik had niet geluisterd, maar ik keek je aan zonder jouw woorden in mijn geheugen op te slaan. Ik vertrouwde op een goede afloop, een blik in je ogen was hoopgevend genoeg. Mijn reisbureaumedewerkster, mijn incheckbaliedame, mijn stewardess en vervolgens mijn pilote. Ik leunde ontspannen achterover en genoot, begeleid door hemelse muziek, van de steeds kleiner wordende wereld terwijl je mij business class over de wolken vloog.

Waar we naar toe zouden gaan wist ik niet, maar we vlogen al een tijdje. Turbulentie was geen zeldzaamheid meer. Mijn rugzak was al meerdere keren uit het bagagerek gevallen. Ik had me nooit gerealiseerd dat het fout zou kunnen gaan, totdat ik zag dat de rits van mijn rugzak open stond. "Halen we onze eindbestemming wel", schreeuwde ik geschrokken door deze constatering richting de cockpit. Ik rende mijn woorden achterna en stond ondertussen in de deuropening. Jouw ogen die voorheen nog zo straalden waren vochtig. Ik zag dat de automatische piloot jouw taken over had genomen. "Het gaat niet langer meer, het gevoel dat er in de vertrekhal nog was, is met iedere mijl die we stegen langzaamaan verdwenen", huilde je zacht. Je gaf me nog een laatste kus, streek door mijn haren. Vervolgens verloren we zwijgend hoogte, totdat we ver onder de wolken waren en daken van huizen herkenbaar werden. Onze vakantiebestemming zullen we nooit halen. Als een vliegtuig zonder kerosine stortte onze liefde neer. Als een middeleeuwse waaghals met zelfgemaakte vleugels verloor ik van de zwaartekracht.

De brokstukken van wat ons ooit naar onze vakantiebestemming had moeten brengen, lagen verspreid om me heen. Mijn rugzak die bij vertrek nog vol met vlinders zat, was nu leeg. Jij was er allang niet meer toen ik mijn ogen weer opende. Ik was fysiek ongeschonden, ondanks dat alles wat onze eenzaamheid voorgoed had moeten laten verdwijnen kapot en gebroken was. De val in de diepte had me alleen een gebroken hart opgeleverd. Ik haalde de polis van de reisverzekering uit de binnenzak van mijn jas. Ik had geen zin om me door de bladzijdes te worstelen en smeet het papier in de nog smeulende resten achter me. Ik stond op en liep zonder achterom te kijken weg van de plek van de crash. Weer met beide benen op de grond. "Ik moet verder, mijn rugzak moet snel weer vol met vlinders", met deze woorden sterkte ik mezelf. Op weg naar een volgend reisbureau, een andere vrouw. Een vrouw waarmee ik samen de Wet van Newton kan verslaan. Een vrouw waarmee ik, zolang ze naar me lacht, wel kan ontkomen aan de Aardse zwaartekracht.
 


Week 30 - Het Spel der Liefde
 Spelletjes, de kast thuis staat er vol mee. Ik kan mezelf wel betitelen als spelletjesliefhebber. Al moet ik dat nuanceren want in alle eerlijkheid dien ik te zeggen dat ik vooral een liefhebber ben van het winnen van spelletjes. Een spel dat ik maar niet kan winnen belandt bij mij geruisloos onder een flinke laag stof.

Een spel is geslaagd als je er een haat/liefde-verhouding mee aan kunt gaan. Neem nu bijvoorbeeld Mens-erger-je-niet, een prachtig voorbeeld van een spel dat ik vroeger intens kon haten of waar ik juist heerlijk van kon genieten. Sadistische gevoelens werden gevoed bij het van het bord knikkeren van de laatste pion van mijn zus. Er is natuurlijk niets mooiers dan je grote zus dwars zitten. Des te vervelender is het als de laatste van jouw vier pionnen in het zicht van een permanente verblijfsvergunning door zuslief zonder enige vorm van medeleven buiten de grenzen van het spel wordt gedeporteerd. Geen generaal pardon. Vervolgens is het aan jou om tot RSI aan toe te dobbelen totdat je zes gooit. Pas op dat moment mag je pion het uitzetcentrum verlaten om wederom op jacht te gaan naar drie feestende pionnen die vol ongeduld op de overwinning staan te wachten. De dobbelsteen bepaalt je lot en iemand die hoge ogen gooit is nu eenmaal kansrijker.

Het spel der liefde doet niet veel onder voor de spelletjes die in de winkels liggen, afgezien dan van het feit dat het spel der liefde niet te koop is. Over dat laatste zijn de meningen wellicht verdeeld, maar de Amsterdamse Wallen is voor Cupido toch echt een no-go area. Op de zijkant van spelletjesdozen staan meestal icoontjes die aangeven voor hoeveel spelers het spel is, voor welke leeftijdsklasse en hoe lang het duurt. Op de doos van het spel der liefde zou dan staan: geschikt voor 2 (monogame) personen, vanaf +/- 16 jaar en een onbepaalde speelduur. Het is echter puur hypothetisch want er is geen doos voor het spel der liefde, geen doos en geen inhoud. Er is immers geen speelbord, want het speelbord wordt gevormd door de wereld om ons heen. Er zijn geen dobbelstenen en pionnen, de enige pion die je mag verzetten ben je zelf. Ook geld speelt geen rol bij het spel der liefde. En spelregels zijn er al helemaal niet, tenminste die krijg je pas voor je neus nadat je wat verkeerd hebt gedaan. Vals spelen is fataal. Een spel zonder pionnen, dobbelstenen, kaartjes, speelbord en spelregels maar wel met een doel.

Het doel van het spel der liefde laat zich nog het best vergelijken met Stratego. Het doel is om tussen alle verraderlijke bommen en een leger aan concurrenten het vaandel te vinden. Bij Stratego heb je dan al gewonnen. Het spel der liefde daarentegen begint dan pas echt. Daarna moet je namelijk het vaandel stevig in handen zien te houden in datzelfde onbegrensde veld vol verleiding en jaloezie. Hoe lang? Voor onbepaalde tijd dus. Dat zou best wel eens kunnen gaan vervelen op den duur. Kon je het Mens-erger-je-niet speelbord in dat geval nog uit woede van tafel vegen, bij het speelbord van het spel der liefde is dat geen optie. Echte spelregels zijn er dan wel niet maar er is ook nog zoiets als wetgeving die het niet toestaat ongewenste medepionnen van het speelbord te liquideren. Typisch gevalletje van: "Ga direct naar de gevangenis, ga niet langs af, u ontvangt geen F.200,-" Al zijn er natuurlijk altijd weer van die geluksvogels die het kanskaartje "Verlaat de gevangenis zonder te betalen" in de schoot geworpen krijgen. Hoe dan ook, van het speelbord blijf je af, het moet wel een spelletje blijven! Een beetje verliezen hoort er nu eenmaal bij, maar winnen ook.

Maar wanneer heb je dan gewonnen? Iedere keer dat je je vaandel weet in te ruilen voor een jonger en gestreken exemplaar? Iedere keer dag je 's morgens tevreden wakker wordt naast je geliefde pion, je veroverde continent naar keuze? Bij ieder vakje op het speelbord dat je verder komt? Bij iedere bom die je onschadelijk maakt? Of win je pas als je noodgedwongen jouw vale, gekreukte en beweegloze vaandel naar zijn laatste rustplaats brengt en al huilend denkt: "ik mis iets?" Pas nu ik mezelf al deze vragen stel, kom ik tot het inzicht dat je het spel der liefde eigenlijk alleen maar kunt verliezen door het niet te spelen. Voorzichtig blaas ik de stoflaag weg die, vanwege mijn angst om weer te verliezen, zich op de doos had gevormd. Misschien toch maar weer eens een potje spelen?
 


Week 28 - Vredesextremisme (herschreven)
 Zullen ze bestaan? Geheime trainingskampen waar kersverse vredesextremisten worden klaargestoomd voor hun vredige strijd tegen alle haat. Ronselaars die op schemerige avonden jongeren weten te overtuigen van hun vredesideologie en zo in het diepste geheim een groeiend leger van vredesextremisten weten op te bouwen. Om vervolgens op de meest verrassende momenten toe te slaan.

Hoe lang zal het nog duren voordat het weerpraatje van Erwin Kroll vooraf wordt gegaan door een terreurvoorspelling? Hoe lang duurt het nog voordat bijvoorbeeld terreurdeskundige Edwin Bakker van het instituut Clingendael voor dezelfde kaart staat als weersdeskundige Erwin Kroll, om vervolgens te wijzen op de delen van Nederland waar gedonder in de lucht hangt? Reëel is deze schets van de toekomst niet. Terreur is nog onvoorspelbaarder dan het weer. Je weet dat er regen in de lucht hangt, maar waar en wanneer het precies gaat vallen blijft gissen. En hoe het te stoppen lijkt wel net zo kansloos als het doen van een regendans om de oogst te redden. Of is er hoop?

Laat ik dan maar gelijk beginnen met in alle eerlijkheid toe te geven dat ik ook geen idee heb hoe het te stoppen. Voor iedere opgeblazen zelfmoordterrorist staat er meteen weer een even zo gewetensloze opvolger klaar. En hoe houd je zo'n wandelend kruitvat tegen? Eenieder die bereid is om te sterven kan, als hij dat wil, vele onschuldige mensen in zijn dood meenemen. Echter ondanks het feit dat de strijd tegen de donkere, binnendrijvende wolken mijns inziens een zware opgave is, houd ik hoop. Een sprankje, een idealistisch sprankje hoop.

Uitgangspunt voor dat kleine beetje hoop is het woordenboek. Wie namelijk het woordenboek er op naslaat, kan lezen dat extremisme staat voor "tot het uiterste gaan op politiek gebied". Dat klinkt een stuk vriendelijker dan "het binnenvliegen van de Twin Towers" of "het opblazen van Londense metro's" en eveneens als "het in brand steken van islamitische scholen en moskeeën". Bij links extremisme, rechts extremisme, moslimextremisme en joodsextremisme draait alles om het gedachtegoed van een select gezelschap. Vaak wordt daarin een gemeenschappelijke vijand gecreëerd. Extremisme hoeft echter zo slecht nog niet te zijn, mits het tot het uiterste gaan wél resulteert in iets positiefs voor iedereen. Iemand een bepaald geloof of bepaalde haatdragende ideeën op proberen te leggen is verwerpelijk, maar ik kan toch weinig slechts ontdekken aan het in vrede dopen van de gehele wereld. Ruim baan voor het vredesextremisme.

Niet gewapend met explosieven, maar met slechts een spuitbus met een witte substantie trekken kleine groepjes vredesextremisten een druk bevolkte stad in. Om daarna, bij voorkeur op een zo vol mogelijk plein, de inhoud van spuitbus in de richting van een groep grauwe stadsduiven te legen. Op afstand kijken de extremisten toe hoe de menigte ademloos naar boven kijkt wanneer de lucht zich vult met kersverse vredesduiven. Nieuwe vredesextremisten verlaten, gemotiveerd door deze daad, de trainingskampen. Klaar voor een nieuwe en nog grotere daad tegen alles dat de vrede bedreigt.

4 Mei 2006. Op de Dam in onze hoofdstad is het druk. Nadat de trompettist de laatste noten van de Last Post heeft geblazen is het twee minuten stil op de Dam. De witte duiven, die beweegloos op het dak van het paleis plaats hebben genomen, zwijgen mee. Een paar uur na dit stilzwijgen wordt op een obscure website deze aanslag van stilte opgeëist uit naam van de vrede. Nederland in de greep van het vredesextremisme.

Wat de weersvoorspelling voor morgen is, kan me weinig schelen. Veel liever hoor ik de terreurdeskundige een volgende mondiale voorspelling geven: "Wederom een heldere dag zonder donkere, grijze wolken".
 


Week 26 - Oorlog in Sesamstraat
 Maandag loeide het luchtalarm nog als gevolg van de maandelijkse testprocedure, maar vandaag is het menens. Al sinds vanmorgen klinkt het luchtalarm vrijwel onafgebroken door de straten van het voorheen zo rustige Sesamstraat en omstreken. Het is oorlog! Breaking News op CNN en natuurlijk op de NPS. De regeringstroepen, onder leiding van Medy van der Laan, rukken met groot materieel op in de richting van het hart van deze probleemwijk. Embedded journalist Kermit de Kikker neemt u mee naar de frontlinie.

Het hing al een tijdje in de lucht dat Sesamstraat - de as van het kwaad - binnengevallen zou worden. De bewoners hadden dus al maatregelen genomen. Sien had onder haar winkel een schuilkelder laten maken, waar de vrouwen en kinderen konden verblijven. De mannen, onder leiding van de boomlange blauwhelm Pino, zouden zich over Sesamstraat verspreiden om de binnendringers vanaf daken tegenstand te bieden. Tommie had gezorgd voor voldoende wapens en munitie. Wel pas nadat meneer Aart Tommie er van wist te overtuigen dat het roepen van "poehee" weinig indruk zou maken.

Vorige week, toen de inval al in de lucht hing, had ik nog een interview met Pino. Op de vraag waarom de bewoners van Sesamstraat zich zo verzetten tegen de 'bevrijding van het juk van de NPS' door het regeringsleger antwoordde de rebellenleider: "Als we ons overgeven is het gedaan met onze onafhankelijkheid. De regeringstroepen doen ons dan cadeau aan een omroep met leden. Dan worden wij - mensen van vlees en bloed - poppen die moeten dansen naar de wensen van de omroepleden. Wij passen er voor om poppen te zijn." Pino maakte zich zichtbaar boos over het dreigende gevaar. Ik legde hem de vraag voor wat de gevolgen voor de kijkertjes zouden zijn bij een eventuele capitulatie. "Zoals gezegd worden wij dan de poppen van de omroepleden. Stel dat onze straat onder toezicht komt te staan van de KRO, dan worden wij bestuurd door de hand van God. Koekiemonster wordt gedwongen om over te stappen op hosties in plaats van koekjes. "Poehee" wordt gezien als Godslastering. Ernie en Bert moeten vanwege hun geaardheid verhuizen en ga zo maar door", antwoordde Pino op mijn vraag. "Met alle respect maar dat is natuurlijk wel een extreem voorbeeld, Pino. Er kleven toch niet zoveel bezwaren aan een omroep als de TROS", vroeg ik hem journalistiek verantwoord. Pino bleef volharden en antwoordde: "Ook met een omroep als de TROS verliezen we onze zo gekoesterde onafhankelijkheid. Voor je het weet komt BZN bij je optreden en moet je vrolijk figureren in zo'n palingpopspecial. Bovendien moeten we dan op komen draven bij het jaarlijkse uitje voor TROS-leden. Daar passen wij voor. Of nog erger: we worden tot in den treure herhaald en straks in één adem genoemd met Schone Schijn. Kom ook niet aanzetten met de VARA, want dan beland je al snel elke zaterdagavond aan een bar om vervolgens een typetje te moeten spelen en wordt je door het volk voor zakkenvuller uitgemaakt als je je MPV ergens parkeert." Zoals het een echte onafhankelijke journalist betaamd vroeg ik door: "En commercieel gaan, Talpa, is dat geen optie?" Pino verloor zijn geduld maar antwoordde nog net voordat hij de microfoon tussen mijn beide kikkerogen prikte: "SMS Kermit UIT naar 4646."

Vlak nadat het luchtalarm de eerste tonen produceerde, haastten Sien, de jeugdige Elmo en de kleine Purk zich de schuilkelders in. In alle chaos en paniek waren ze de kwetsbare Ieniemienie uit het oog verloren. De stoere mannen namen hun posities in. De legergroene Oscar verschool zich in een vuilnisbak die verder tot de nok toe was gevuld met granaten. Pino had zijn blauwe verendek verruild voor een camouflage uitvoering en smolt zo beweegloos samen met zijn grote nest. Meneer Aart hield zich samen met Tommie, die voor de gelegenheid weer eens een vergiet op zijn hoofd had gezet, op in de winkel van Sien. Grover bewaakte in zijn Super Grover kostuum het luchtruim boven Sesamstraat. De heren Ernie en Bert waren van mening dat het voeren van oorlog hun smetteloze imago zou schaden en zij spoedden zich de schuilkelders in.

Zonder al te veel moeite wist het regeringsleger al snel Sesamstraat te bereiken. Allereerst werd de televisietoren omgelegd, zodat de Sesamstraatkijkertjes thuis niets van het dreigende bloedbad mee zouden krijgen. Hun volgende taak was het uitschakelen van alle verzet. Vanuit de winkel zag meneer Aart dat Ieniemienie krijgsgevangen werd gemaakt. "Als de kindertjes de vernederende foto's van haar gevangenschap maar niet onder ogen krijgen", dacht meneer Aart. Nadat de gevangen genomen Ieniemienie uit het zicht was verdwenen werd het vuur geopend. Hoe lang houdt Sesamstraat stand?

 


Week 24 - Het Binnenhofklasje met reces
 Net zoals iedere doordeweekse morgen wachtte juf Ingrid in een nog lege Kamer op het moment dat de Kamerleden binnen kwamen druppelen. Sinds de dag dat ze de hamer van meester Weisglas over had genomen was ze vrijwel iedere schooldag het zonnetje in de Kamer. Op een paar momenten daargelaten want juf Ingrid is net als ieder ander ook een mens van vlees en bloed, en vooral van dat eerste maakte ze in de Foxy geen geheim. Deze morgen echter maakte er zich een vreemd gevoel van haar meester. Het besef dat ze volgende week weer terug naar het Friese Harkema moet omdat haar Binnenhofklasje met reces gaat, stemde haar somber. Beweegloos staarde ze voor zich uit, in afwachting van haar laatste dag in Den Haag.

Van een droevige stemming was bij de leerlingen van het Binnenhofklasje geen sprake. Opgewekter dan ooit stroomde de Kamer langzaamaan vol met Kamerleden die al in zomerse stemming verkeerden gezien de outfits. Jan-Peter vroeg aan de kleine Mat of hij nog op vakantie ging. "Dat weet ik nog niet", antwoordde Mat. "Ik wil nog wel ergens vliegtuigen gaan spotten maar ik weet nog niet waar." Jan-Peter adviseerde hem: "Griekenland schijnt het walhalla te zijn voor de vliegtuigspotter." Mat knikte dankbaar voor het advies en vroeg geïnteresseerd: "En gaan de Balkenendetjes nog op vakantie?" Jan-Peter moest zichtbaar slikken en antwoordde met tranende oogjes: "Mama heeft de reis naar België moeten annuleren." Mat legde zijn hand op Jan-Peters schouder en zei: "Och, waarom toch?" Jan-Peter moest nu echt huilen en zei snikkend: "De Gucht."

Nadat iedereen eindelijk op de eigen plek zat, haakte juf Ingrid in op de jubelstemming van haar kinderen en beloofde: "We gaan er een leuke dag van maken!" Ze had gisteren aan de kinderen gevraagd om een spelletje mee te nemen. Gerrit en Jozias gingen samen Monopoly spelen, Henkie Kamp vormde eindelijk eens een groot leger op het speelbord van Risk en Mat nodigde Jan-Peter uit voor een potje Zwerkbal. Juf Ingrid was het treurige gevoel van vanmorgen al weer zo goed als kwijt. Ze liep in de richting van Geert die toch wel haar oogappeltje was geworden. Geert was in zijn eenmansgroep aan het patiencen. De juf knielde bij hem neer en stelde voor samen een potje te kaarten. "Komt u nog terug na de vakantie?", vroeg Geert terwijl hij net een joker opgooide. De juf durfde Geert niet te zeggen dat dit haar laatste dag was en ze zweeg. Geert wist genoeg en beloofde zijn juf: "Als er weer een erotiekbeurs is dan kom ik u opzoeken." De juf moest lachen, niet vanwege deze toezegging maar omdat ze Geert pas nog uit moest leggen dat het 'erotiek' is en geen 'eurotiek'. Na die uitleg was Geerts afkeer van erotiek meteen verdwenen.

En zo eindigde deze laatste schooldag toch nog mooi. Er was wel één klein akkefietje met de goedgebekte Rita. Woutertje was bij de juf komen klagen omdat hij steeds meer pionnen van zijn Mens-erger-je-niet spel kwijt was. De juf suste ook dit voorval. Het bleek allemaal een misverstand. "Sorry juf, bij ons thuis spelen we het altijd zo dat pionnen die van het bord worden gegooid meteen het huis uit worden gezet", legde Rita de juf uit in het bijzijn van slachtoffer Wouter.

Tegen het einde van de middag vroeg de juf eenieder om zijn tafeltje leeg te ruimen. "Het zit er op voor dit schooljaar. Reces!" Piet Hein vroeg de juf of reces hetzelfde was als proefverlof. En zo werd het toch ook nog een leerzame middag. "Nee Piet Hein dat is niet hetzelfde", legde ze uit. "Na het reces komen jullie gewoon weer terug in de Kamer en na een proefverlof is het niet altijd zeker dat je terugkeert op de plek waar je vandaan kwam. Begrepen?" Piet Hein noteerde deze wijsheden en bedankte de juf hartelijk. "Ik zoek alleen nog iemand voor de plantjes", vroeg ze de klas. Femke zwaaide druk met beide armen. "Wil jij dat doen Femke?", vroeg de juf. "Nee mevrouw, maar ik ken wel iemand die het voor een schappelijk bedrag wil doen: Paultje Rosenmöller." En zo waren ook de plantjes verzekerd van een onderkomen. De juf ging bij de deur staan en gaf iedere leerling bij het verlaten van de Kamer persoonlijk nog een hand want alleen Geert en zij wisten dat ze niet meer terug zou keren.
 


Week 22 - Het leven is een ballentent
 Het leven is een ballentent. Met ballentent bedoel ik in dit geval geen teleurstellende kroeg maar een attractie waarvan er op iedere kermis nog wel één te vinden is. De pacifistische tegenhanger van de schiettent. Je houdt de kansen letterlijk in eigen hand. Drie ballen voor een euro. Hoe meer blikjes er omvallen, hoe groter de prijs. Waarom het leven een ballentent is? Ik zal het uitleggen.

In de ballentent draait alles om een stel opgestapelde blikjes. En jij bent één van die blikjes in die stapel. Om je heen staan in verband gestapeld de andere blikjes; je familie en je vrienden, eenieder die je dierbaar is. Een solide en beweegloos geheel zelfs in het geval van een kleine woedende storm. Ook tegen een buitje is de stapel bestand want de blikjes zijn van roestvrijstaal. Niks aan de hand dus, je merkt er niets van dat je leven een ballentent is. Totdat je kennis maakt met de bal, de enige bedreiging voor de solide stapel van staal. Tot zover gaat de vergelijking tussen eenieders leven en een ballentent nog op. Er zijn echter twee grote verschillen. Allereerst levert in de ballentent des levens een rake klap door de bal juist geen prijzen op. In tegendeel, een goedgemikte worp levert schade op die niet te herstellen is. Geen verzekering die je schadeloos kan stellen. Het tweede verschil is dat de bal, of die nu raak is of niet, ditmaal niet gegooid wordt door een kermisklant maar door, ja door wat eigenlijk?

Vanaf het moment dat je leven vorm heeft gekregen, het moment dat de stapel met blik is neergezet, wordt die hechte stapel op onvoorspelbare momenten getart door die onzichtbare ballengooier. Op de meest ongunstige momenten besluit die ballengooier om de rust in de (ballen)tent te verstoren. De ene keer door het gooien met rampspoed en de andere keer door het smijten met ziektes. Soms is die worp mis, tot opluchting van jou en het staal om je heen. Maar bij iedere bijna-raak realiseer je je dat er een dag komt dat het wel raak is, dat er een moment komt dat je afscheid moet nemen van één der dierbaren uit je stapel. Dan is het gedaan met de ordelijke stabiele stapel staal.

Als het moment gekomen is dat die onzichtbare ballengooier met pijnlijke precisie het blikje, dat zo dichtbij jou staat, heeft weten te raken, dan rammelt het in de ballentent. De voorheen zo solide stapel van roestvrijstaal wankelt nadat er één van je geliefde blikjes dankzij een bal vol ellende is gevallen. Het blikje onder je waar je altijd op kon steunen is er niet meer. Die leegte die in de stapel met blikjes is ontstaan kan niemand meer opvullen. Maar die leegte hoeft niet te betekenen dat de ooit zo solide stapel op instorten staat. Door de krachten te verenigen kunnen de nog nabevende blikjes zorgen dat de berg met blik overeind blijft staan ondanks het ontstane gat. Want ook in een ballentent betekent de val van één blikje niet het einde van de gehele stapel. Jij, je familie en je vrienden zijn sterk genoeg om te blijven staan ondanks die onopvulbare leegte, want het leven is een ballentent!
 


Week 21 - Het Binnenhofklasje doet examen
 De eindexamens in ons land zijn begonnen. Voor mij al weer wat jaartjes geleden, voor het Binnenhofklasje niet.

Op de gang van de Tweede Kamer hing een geur van opgesnoven kennis. Druppelsgewijs kwamen de leerlingen met gespannen gezichten de gang op gelopen. Het begrotingstekort had plaatsgemaakt voor een tekort aan slaap. De Tweede Kamerleden hadden zich namelijk meerdere dagen opgesloten in hun achterkamertjes. Niet met politieke redenen dit keer maar om zich in alle rust voor te kunnen bereiden op hun Binnenhofexamens.

Geert Wilders was een opvallend rustpunt tussen alle nerveuze leerlingen. Terwijl vrijwel iedereen in gedachten was en beweegloos naar de grond keek, keek Geert vol zelftrouwen en met opgeheven hoofd over de gebogen hoofdjes heen. Aardrijkskunde stond als eerste op zijn programma. Geert had het niet zo op dat vak. In een recalcitrante bui had Geert ooit eens in de richting van de aardrijkskundeleraar geroepen: "Pfff die twaalf provincies van Nederland zorgen voor zoveel stampwerk, het zou veel beter zijn als ik maar vier provinciehoofdsteden hoefde te leren." Geert moest ook al niks hebben van de kaart van Europa. "Nog liever een onvoldoende dan dat ik Turkije tot de Europese landen moet rekenen!", zei Geert nadat hij weer eens een onvoldoende kreeg voor zijn kennis over Europa. Ook de overzijde van de Atlantische Oceaan bezorgde Geert kopzorgen, aangezien hij voet bij stuk bleef houden dat de Nederlandse Antillen niet bij Nederland horen.

De deuren van de Tweede Kamer waren nog gesloten. Dit was de ruimte waar Geert straks zijn Aardrijkskunde examen moest gaan maken. Op de gang stonden echter niet alleen kandidaten voor het examen aardrijkskunde. In de Binnenhofgymzaal werd namelijk tegelijkertijd een examen gehouden. Het was de gymzaal waar Ruudje Lubbers zich vroeger als Binnenhofleerling vergaapte aan vrouwelijke achterwerken. Hedenmorgen was dit echter het domein van andere bolvormige figuren, sinussen, kubussen, asymptoten en andere wiskundige onderwerpen. Gerrit Zalm was vol goede moed. Zijn economie examen van gisteren ging feilloos. Hij had dan wel niet alles goed, maar hij wist dat ze het wel goed moesten rekenen. De slimme Zalm had namelijk iedere vraag afgesloten met de opmerking: "Het gegeven antwoord kan iets afwijken van het beoogde antwoord echter ik heb dit antwoord op deze wijze geformuleerd uit landsbelang. Zou ik namelijk het beoogde antwoord hebben opgeschreven dan is het niet ondenkbaar dat er onrust ontstaat." Dat wordt dus een 10 voor economie. Of Jan Marijnissen zijn economie examen van de dag hiervoor met een voldoende heeft afgesloten is nog maar de vraag. Uit protest tegen de euro heeft hij iedere rekenvraag in guldens beantwoord.

Vanmiddag stonden er nog eens twee examens op het programma. Het examen biologie, een vak waarin alleen Groen Links nog examen doet en het examen Engels. Boris Dittrich was hiervoor speciaal al vroeg op school verschenen. Hij hoopte dat hij alvast met Engels mocht beginnen. "Waarom zou jij eerder mogen beginnen dan de rest?", vroeg Frans Weiglas die toezicht moest houden op het reilen en zeilen van de examens. Borisje keek hem verongelijkt aan en stak van wal: "Meneer Weisglas het zit zo. Het examen Engels bevat de nodige meerkeuzevragen. Zoals u weet hebben wij binnen D66 een sterke band met onze leden en met de kiezer. Het is dus voor mij onmogelijk om zomaar iedere meerkeuzevraag te beantwoorden zonder daarvoor eerst de mening bij de D66-leden en het volk gepeild te hebben. U begrijpt dat het een tijdrovend werkje is die democratie, maar ik zie geen andere optie dan voor sommige heikele meerkeuzevragen een referendum uit te schrijven." Weisglas knikte begripvol. "Hoeveel tijd heb je dan extra nodig?", vroeg hij ter verduidelijking. "Meneer Weisglas het zit zo. Ik kan pas antwoorden als er een ruime meerderheid voor één van de mogelijke antwoorden bestaat, zolang dat niet het geval is zal er steeds een nieuw referendum worden uitgeschreven. Het zal dus een langdurig proces kunnen worden. Alles moet wijken voor de democratie." Dit ging Frans Weisglas toch iets te ver. Hij richtte zicht vermanend tot de kleine Boris en zei: "Dat kan ik niet toestaan. Vertrouw toch eens wat meer op jezelf jongen."
 


Week 20 - Het Binnenhofklasje (deel 2)
 "Kijk me eens aan als ik wat aan je vraag", sprak ze verwijtend in de richting van Gerritje Zalm. Gerrit moest vandaag van de juf eerder op school verschijnen. Grijnzend keek hij in de richting van zijn juf, alsof hij zijn eigen Kopspijkers-persiflage imiteerde. Hij leek weinig onder de indruk van haar boze blik. "Waarom heb je gelogen tegen al je klasgenootjes, Gerrit?", vroeg ze met teleurstelling in haar stem. Gerrit wist precies waar de juf op doelde en probeerde zich te redden met: "Ik heb niet gelogen juffrouw, echt niet! Ik heb alleen maar iets verzwegen omdat er anders onrust in de klas zou ontstaan. Ik loog in het belang van de klas." De juf leek genoegen te nemen met zijn verklaring en zei: "Had dat dan eerder gezegd!". Gevolgd door een aai over zijn bol. "Nu je toch vroeg bent kun je me wel helpen met het versieren van de klas voor onze jarige".

Het beloofde een mooie dag te worden voor de kinderen van de Tweede Kamer. Zeker nu Juf Ingrid een goed gesprek heeft gevoerd met probleemleerling Gerrit. Er was zoals gezegd een verjaardag te vieren en er kwam een mogelijk nieuw klasgenootje langs. Jan-Peter sliep al dagen heel onrustig vanwege al deze heugelijke feiten. Zal deze dag net zo mooi worden als zijn weekendje Margraten?

De jarige Hilbrand was vandaag veel vroeger dan normaal. Bij binnenkomst genoot hij zichtbaar van alle slingers die de juf zojuist samen met Gerrit had opgehangen. Trots nam hij de felicitaties in ontvangst. "Heel mooi", glom Hilbrand. "Toch mis ik iets juf", zei hij terwijl hij een zakje uit zijn schooltas haalde. Driftig begon de kleine Hilbrand met blazen. Hij was helemaal buiten adem op het moment dat het klasje compleet was. Het resultaat daarentegen mocht er zijn, de gehele Kamer hing vol met kleurrijke proefballonnetjes. Er werd vervolgens luidkeels gezongen voor de jarige. Spijtig dat vanwege het huidige politieke klimaat in ons land ook ditmaal het zingen van "Lang zal hij leven" vermeden werd.

De kindertjes hadden nog nauwelijks een hap kunnen nemen van de PiM's die Hilbrand had getrakteerd of er werd op de deur geklopt. De deur werd geopend door de felle Rita die verantwoordelijk was voor het deurbeleid. In de deuropening stond een jongetje met een volwassen man. Rita wilde net naar hun paspoorten gaan vragen toen de juf opgetogen zei: "Jij moet Peter zijn." Ze richtte zich tot de klas en sprak: "Peter R. de Vries komt vandaag een kijkje nemen." Bij het vallen van de naam Peter R. de Vries werd het even onrustig in de VVD-hoek. Snel werden er cd's met illegale games uit het zicht gehaald door de kleine zelfstandigen. Onnodig zo bleek al snel, Peter R. kwam namelijk niet namens B.I.G. "Hij komt in de toekomst wellicht bij jullie in de klas te zitten", legde juf Ingrid uit terwijl ze richting de gasten liep. Ze gaf de man waar Peter zich beweegloos achter verschool een hand. "Nagel, Jan Nagel. Ik ben Peters alibi", stelde de man zich uiterst formeel voor. De juf probeerde het ijs te breken voor de schuchtere Peter: "Maak alvast kennis met de klas." Peter twijfelde en zei: "Ik weet nog niet zeker of ik naar het Binnenhofklasje kom. Ik kom alleen als ik meerdere stoelen krijg, ik wil geen leerling in de marge zijn." Terwijl Matje Herben dit aanhoorde dacht hij: "Ik ben al blij met een plaatsje in één van de gangpaden."

En zo kwam uiteindelijk ook deze schooldag tot een einde. Door al dit moois was Juf Ingrid de kindertjes uit het Friese Harkema al bijna vergeten. Zeker toen Geertje haar in de pauze kwam vertellen dat hij een schoolreisje voor de hele klas heeft georganiseerd. De bus was al geregeld, had hij haar verteld. De bestemming hield hij nog even geheim. En terwijl de Kamer al was leeggestroomd bladerde ze nog wat door de nieuwe Foxy en ze dacht: "Wat lief van Geert. Als we maar niet naar de Kamasutra/Erotiekbeurs gaan."
 


Week 18 - Het Binnenhofklasje
 Juf Ingrid, ik moet heel nodig naar de wc!" schreeuwde kleine Geert vanuit achter in de klas. "Sinds wanneer steken we geen vinger meer op als we wat willen vragen?", snauwde juf Ingrid streng maar beleefd in de richting van Geert. "Sorry juf", verontschuldigde Geert zich. "Goed zo Geert, ga maar", sprak de juf na Geerts knieval. Geert stapte vanachter zijn tafeltje vandaan en werd gevolgd door twee mannen in pak. Geert mocht geen ogenblik alleen gelaten worden, hij werd namelijk nog al gepest. Jantje had ondertussen - zoals wel vaker - gebruik gemaakt van het feit dat juf Ingrid even niet op de rest van de Kamer kon letten. Driftig vouwde Jan van rode velletjes papier vliegtuigjes om ze vanaf links in de richting van Jan-Petertje te gooien. "Juffouw", klaagde het braafste jongentje uit de klas, "Jantje Marijnissen gooit met vliegtuigjes naar mij." De juf probeerde haar stem iets te verheffen en sprak: "Jij moet niet klikken Jan-Peter en Jan stopt daar onmiddellijk mee!" Jan borg de rest van zijn rode velletjes op in het socialistisch handboek en Jan-Peter verschool zich voor de juf achter zijn George W. Bush agenda.

U vraagt zich af waar u beland bent? U bent terecht gekomen in de Tweede Kamer. Ditmaal niet onder leiding van Kamervoorzitter Frans Weisglas, die voor de gelegenheid is gedegradeerd tot klassenvertegenwoordiger. De Tweede Kamer staat vandaag namelijk onder leiding van juf Ingrid. U weet wel, die lerares uit het Friese Harkema die sinds haar fotoreportage in het wulpse blootblad Foxy wat vrije dagen kreeg van de schooldirecteur. Het beeldmateriaal was op zich een prima aanvulling op de biologieles, maar niet die van groep 3. En omdat Weisglas zich onlangs nogal ergerde aan het feit dat meerdere Tweede Kamerleden niet het fatsoen hadden om elkaar netjes uit te laten praten, leek een invalbeurtje van juf Ingrid me geen slecht idee. Zij weet als geen ander om te gaan met ongehoorzame kindertjes.

Het was een vol klasje voor juf Ingrid, dat was ze niet gewend. Ook nieuw voor haar was dat het ging om een gemengde school. Geen witte en geen zwarte school, maar een prima doorsnee van de samenleving. Zo had Ayaan, een meisje van Somalische afkomst, gister nog een mooie spreekbeurt gegeven. Die ging over de slechte kanten van de islam. Ter ondersteuning van haar verhaal had Ayaan nog een video meegebracht. Juf Ingrid was vooral onder de indruk van het functioneel naakt op de video. Mede daarom had ze Ayaan beloond met een 9. Vandaag was de beurt aan Woutertje Bos om een spreekbeurt te geven. Woutertje was het mooiste jongentje van de klas. Vooral Femke probeert zijn aandacht te krijgen, tevergeefs. Wouter flirt namelijk liever met de meisjes rechts van hem. Zijn spreekbeurt gaat over burgemeesterschap. Hij durft echter zijn spreekbeurt nog niet alleen te doen, en heeft daarom Edje van Thijn meegevraagd. Ed zit een klas hoger en is al meerdere keren blijven zitten. "Dat belooft een mooie spreekbeurt te worden", dacht juf Ingrid. Ik laat de kinderen eerst wel even op het Binnenhof spelen, dan kunnen ze met volle concentratie naar Wouter en Ed luisteren.

"Pak jullie lunchpakketjes er maar bij kinderen", sprak juf Ingrid nadat ze de strafregels van Gerritje van het bord had gewist. Gerrit Zalm moest van de juf namelijk honderd keer op het bord schrijven: 'Ik mag geen geld meer van mijn klasgenootjes afpakken'. De juf vervolgde: "Jullie mogen nu lekker een kwartiertje buitenspelen". Nog net voordat iedereen opstond riep ze in de richting van Geert: "Jij niet Geert, jij blijft binnen met Ayaan." Geert vond dat al lang niet erg meer. Hij zat graag aan zijn huiswerk. Jan-Petertje bleef ook zitten, hij was zijn normen en waarden vergeten mee naar school te nemen en bleef verstandig binnen, voor je het weet staat je brilletje scheef. Of erger nog, je loopt een pootinfectie op. Femke en Jan liepen voor zijn tafeltje langs richting de uitgang. Jan met een tomaatje in de hand, Femke met een biologische Granny Smith. Jan-Peter kroop beweegloos weg achter de foto van Bush die de voorkant van zijn agenda sierde. "Heb je geen eten bij je, Jan-Peter?", sprak Jan vol medeleven. "Nee, we moeten bezuinigen thuis", antwoordde Jan-Petertje sip. Femke sneed haar appel in tweeën en gaf de helft aan de zielige Jan-Peter. Jan Marijnissen deed hetzelfde met zijn tomaat. "De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen, eet smakelijk jongen!", zei Jan oprecht.

De juf was verrukt door deze saamhorigheid. "Ze vallen best mee", was haar conclusie na haar eerste ochtendje. Als beloning lees ik vanmiddag wel een mooi verhaaltje voor. Ze pakte alvast een boek uit haar tas en legde het op haar bureau neer. "Het werk van professor Pim zullen ze vast prachtig vinden", dacht ze.
 


Week 17 - ...
 Deze week geen column vanwege de voorjaarsschoonmaak. Ik heb de creatieve stofnesten met de ragebol verjaagd. Op een creatief vervolg dus.
 


Week 16 - Autonoom poppenhuis
 Een oranje weekje. 30 april is van oudsher natuurlijk al een dag vol koninklijke bloede. En daar kwam deze week ook nog eens het 25-jarige jubileum bij van Beatrix. Gesponsord door de loterijen. 25 jaar is best een prestatie, zeker omdat er de laatste jaren door uit Amerika overgewaaide republikeinen langzaam maar zeker aan de poten van de koninklijke troon werd gezaagd. Het belangrijkste argument van die staatsvormelijke vernieuwers: geld. Het koningshuis is te duur, zo vind ook het gewone Nederlandse volk. Waarom? De laatste 2 jaren zijn er al de nodige koninklijke figuranten wegbezuinigd. Uiteraard zijn daar voor in de plaats al wel weer wat prinsjes en prinsesjes terug gekomen, maar de kans is groot dat die verliefd worden op een drugsbaron(es) met een boot en zich zo buiten het koninklijke poppenhuis geplaatst zien worden.

Het is ook niet eenvoudig om aan het hoofd te staan van het Koninkrijk der Nederlanden. Nederlanders zijn een gierig volkje, ze willen meer dan waar voor hun geld. Het koningshuis vormt hier geen uitzondering op. "We betalen die paleisbewoners niet om achterover te leunen". Het land was dan ook te klein toen bleek dat koningin Beatrix geen zin had om te buurten in het Vaticaan. Geef hare majesteit eens ongelijk. Het deed mij goed om te zien dat onze vorstelijke marionet de touwtjes zelf ook ter handen kon nemen. Bernhard was daar nog beter in. Die bemoeide zich zelfs openlijk met de politiek. Heerlijk! Al die stijfheid is toch nergens voor nodig. Laat stijfheid maar over aan het kapsel van de koningin.

Wij Nederlanders betalen wel jaarlijks (indirect) mee aan de pulp op de Nederlandse zenders, maar we zijn te beroerd om te betalen voor de langstlopende soap van ons land? En dat terwijl we meer invloed hebben op de oranjes dan op de winnaar van de Grootste Nederlander verkiezing. Eén dag in het jaar is het koningshuis namelijk van ons. Dan hebben wij de touwtjes in handen en beweegt de koninklijke familie zoals wij dat willen. Ieder jaar op 30 april hebben wij de touwtjes in handen. We kunnen haar dan zelfs richting de paus doen wandelen. Zeg nu zelf: daar hebben we toch wel wat geld voor over? Ik heb Bush nog nooit zien zaklopen! Ik ben dan ook benieuwd aan welke oer-Hollandse taferelen de oranjes dit keer bloot worden gesteld. Koekhappen? Palingslingeren? Fierljeppen? Klompendans? De koningin weet het al 25 jaar. Koninginnedag is niet in het leven geroepen om de oranjes in het zonnetje te zetten maar om het Nederlandse volk één dag de regie over het koningshuis te geven. Waar voor je geld dus.
 


Week 15 - Sport verloedert
 Onlangs trok ik het mogelijke verbod op Lonsdale-kleding in twijfel. De goeden mochten niet onder de kwaden lijden, oordeelde ik. En aan de reacties te zien was menigeen het daarmee eens. Waarom een appel met een rotte plek weggooien zonder een poging te wagen om netjes om de rotte plek heen te eten. Mijn mening over Lonsdale-kleding is nog altijd onveranderd, maar deze mening wijkt toch wel enigszins af van mijn opvatting over een andere vrucht die rottingsverschijnselen vertoont: voetbalsupporters.

Tijdens het treffen tussen de rivalen Feyenoord en Ajax in de Rotterdamse Kuip bleef het vak dat was gereserveerd voor Ajax-supporters leeg. Voormalig Utrecht-supporter burgemeester Opstelten besloot hiertoe nadat er een trein was vernield. De gehele meegereisde Amsterdamse aanhang kreeg als dank hiervoor meteen weer een enkeltje Amsterdam. Hoewel 'meteen', na afloop van de wedstrijd waren er nog steeds supporters van Ajax in de buurt van de Kuip, wat resulteerde in een vechtpartij. Een goede reden voor politiek Den Haag om uit de ambtelijke roes te ontwaken. Putten worden nu eenmaal bij voorkeur pas gedempt nadat er meerdere kalveren verdronken zijn. Naar aanleiding van het kalf in de vorm van supportersrellen in Rotterdam, gaan er stemmen op om bij risicowedstrijden geen bezoekende supporters meer te verwelkomen. Zowel Feyenoord als Ajax leek dat de beste oplossing. Een oplossing waarbij - net zoals een verbod op Lonsdale - de goeden onder de kwaden moeten lijden. Is dat nu wel zo eerlijk? In dit geval vind ik van wel...

Ook Ajax is net zoals Lonsdale een merk, en ik doel hiermee niet op het merk van schoonmaakartikelen. En met het merk Ajax is weinig mis, evenals met het grote rivaliserende merk Feyenoord. Ook al komen beide wel eens negatief in het nieuws vanwege gedragingen van merkfanatiekelingen. Het is een beetje zoals Coca Cola en Pepsi. De één drinkt liever Coca Cola en de ander geeft de voorkeur aan Pepsi. Voor de neutrale voetballiefhebber maakt het allemaal niet uit, hij proeft nauwelijks verschil tussen beide smaken. En naast Pepsi- en Coca Cola-drinkers zijn er uiteraard ook mensen die liever een ander colamerk inschenken of die zich al scheldend de longen uit het lichaam schreeuwen voor een sinas- of ander frisdrankmerk. In de vaderlandse eredivisie spelen dus achttien frisdranken. De eerste divisie wordt gevuld door negentien prikloze aanmaaklimonades die hopen op een koolzuurhoudende promotie aan het einde van het seizoen. Ik houd het bewust alcoholvrij omdat er in sommige stadions nu eenmaal geen alcohol geschonken mag worden, en geen wedstrijd zonder twee strijdende frisdranken.

De vergelijking tussen voetbalclubs en frisdrankmerken gaat natuurlijk al snel mank. Liefde voor een voetbalclub gaat nu eenmaal dieper dan de voorkeur voor frisdrank. En zeker na een nederlaag verliezen sommigen al snel hun relativeringsvermogen. Iemand met het shirt van de tegenstander is dan al snel verantwoordelijk voor jouw - want zo voelt het voor sommigen - nederlaag. Om die reden al gaat deze vergelijking niet op. Het is immers nauwelijks voor te stellen dat er iemand op een terrasje klappen krijgt omdat deze net een slokje nam uit een flesje Coca Cola. Of dat er winkelruiten worden ingeslagen omdat deze week voor Pepsi de aanbieding geldt: 3 halen 2 betalen. Voetbal is nu eenmaal voor sommigen meer dan een leuk uitje, meer dan een drankje op een terras. Voor diegenen is het een overtuiging, een deel van hun leven. Zo bestaan er dus echt mensen die hun rekening bij de ABN-AMRO hebben opgezegd omdat deze bank sponsor werd van de 'vijand'. Dit alles draagt nu niet bepaald bij aan de verbroedering die doorgaans met sport in verband wordt gebracht. Sport verloedert.

Een algeheel verbod op merken als Ajax en Feyenoord is niet wenselijk, ondanks het gebrek aan relativeringsvermogen van bepaalde aanhangers. Net als Lonsdale prediken immers ook deze merken geen haat. Waarom dan toch een verbod op supporters van de bezoekende partij bij risicowedstrijden? Om de simpele reden dat in het geval van voetbalrivalen het niet uit te sluiten is dat er zich ongeregeldheden voordoen. Met als gevolg dat om op zo'n middagje voetbal de orde toch een beetje redelijk te handhaven er al gauw zo'n half miljoen euro nodig is. Een bedrag waarmee zowat de gehele Nederlandse volleybalcompetitie draaiende gehouden kan worden. Het kost gewoon teveel geld en moeite om een kleine groep uitsupporters het stadion van de 'vijand' binnen te krijgen. En bovendien, om de ridicule vergelijking toch maar door te trekken: is Pepsi welkom op de thuisbasis van concurrent Coca Cola? Zou er in de bedrijfskantine van Coca Cola een Pepsi-automaat staan?
 


Week 14 - De appel en de rotte plek
 Naar aanleiding van de brand in een islamitische basisschool in Uden onderzoekt de lokale politiek aldaar of er een verbod kan komen op kleding van het merk Lonsdale. De media hebben van dit merk een extreem-rechts metafoor gemaakt. Grote kans dat Van Dale het woord Lonsdale-jongeren opneemt in de herziening van het Woordenboek der Nederlandse Taal. Als je in één zin de woorden 'alle', 'allochtonen' en iets negatiefs gebruikt, dan ben je racistisch en heb je vooroordelen. Als je het woord 'allochtonen' vervangt door 'Lonsdale-jongeren' en je noemt deze woorden in één adem dan is er sprake van een serieuze politieke proefballon.

Laat ik voorop stellen dat al het mogelijke gedaan moet worden om een 3e brand in de Udense Bedirschool te voorkomen, maar om nu een verbod op een van origine onschuldig boksmerk te beschouwen als een serieuze oplossing? Het is volgens mij niet heel aannemelijk dat de brand is ontstaan door spontaan ontbrandende Lonsdale-kleding. Helaas voor het Udense gemeentebestuur is Lonsdale-kleding geen wapen te noemen. Winkels die Lonsdale verkopen zouden in dat geval wapenhandelaren zijn.

Ik kan me ook niet voorstellen, al heb ik daar zelf weinig ervaring mee, dat je racistische ideeën krijgt op het moment dat je bijvoorbeeld een Lonsdale-trui over je hoofd heen trekt. In dat geval zou het 'consumeren' van Lonsdale-kleding gelijk staan aan het gebruiken van drugs, aangezien beide kunnen leiden tot een toename van agressie en een afname van de zelfbeheersing. De lokale politiek in Uden moet toch ook snel tot de conclusie zijn gekomen dat Lonsdale noch onder de opiumwet noch onder de wapenwet zou kunnen vallen. Wat moet je dan?

Uit pure wanhoop kun je natuurlijk even gaan buurten bij de modepolitie. Zelf heb ik een blauwe maandag gestudeerd aan de modepolitieacademie, dus ik kan vanuit die achtergrond wel met het standpunt komen dat Lonsdale-kleding nu niet bepaald fraai is. Echter hoe graag Nada van Nie het ook zou willen, de modepolitie heeft nog geen gerechtelijke bevoegdheden. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om kleding uit het straatbeeld te verwijderen puur omdat het niet past in het modebeeld dat door dé bladen ons wordt voorhouden. Het dragen van een legging is immers ook nooit strafbaar geweest. Als we zo gaan beginnen is het namelijk ook snel gedaan met de Fiat Multipla. Dat is ook niet bepaald een voorbeeld van schoonheid, maar het maakt de bestuurders van die vierwielers daarmee per definitie nog geen slechte mensen.

Dat een algeheel Udens straatverbod op Lonsdale-kleding niet haalbaar is, weten ze in Uden ook wel. De kleding bevat geen racistische dan wel nationalistische tekens ondanks de opeenvolging van de letters NSDA in de merknaam. Als je nog één klinker koopt dan kom je tot NSDAP, en dat verwijst natuurlijk naar Hitlers extreem-rechtse partij. Dan kun je beter ook gelijk maar je Nissan de deur uit doen vanwege de dubbele 's' in de naam. In Uden zet men nu in op een verbod op het dragen van Lonsdale op scholen. Of dat haalbaar is? Een bezoekje aan de website van het Ministerie van Onderwijs levert al snel het antwoord dat scholen zelf eigen kledingvoorschriften kunnen vastleggen mits: deze niet discriminerend zijn en deze de vrijheid van meningsuiting niet aantasten. Een verbod zou volgens mij in strijd zijn met beide eisen van het Ministerie van Onderwijs. Staand aan de wal zeg ik dat de politieke stuurlui toch iets anders moeten verzinnen om de haat tegen allochtonen tegen te gaan. Een ban op een kledingmerk doet immers geen afbreuk aan aanwezige ideeën.

Het is natuurlijk helder dat de politiek niets tegen Lonsdale an sich heeft, maar wel tegen racistische ideeën. Alleen ideeën kun je - zolang ze alleen in het hoofd van iemand bestaan - natuurlijk niet verbieden. Desalniettemin zijn racistische ideeën verwerpelijk te noemen, en kunnen ze zoals in het voorbeeld van Uden leiden tot de branden met (aantoonbaar) racistisch motief . En aangezien er inderdaad mensen in Lonsdale rondlopen die zich racistisch uitlaten, ligt het voor de hand om dan maar meteen een heel merk in de ban te doen. Echter deze manier van denken is niet heel veel anders dan als oplossing voor het fileprobleem maar te gaan roepen dat auto's verboden moeten worden. Het zijn echter niet de auto's die de files veroorzaken maar de bestuurders, en daarbij komt ook nog dat niet alle auto's in de file staan. Een voor de deur geparkeerde auto, maakt geen enkele file ook maar een metertje langer. De denkwijze van de Udense politiek is ronduit gevaarlijk want met diezelfde denkwijze is het ook goed te praten de islam te verbieden om het probleem van moslimterrorisme uit te bannen. Als je geen grip kunt krijgen op enkel de kwaden, dan maar de goeden én de kwaden aanpakken? Het is wel het makkelijkst natuurlijk om de hele appel mét de rotte plek weg te gooien, maar is het niet het proberen waard om de rotte plek met chirurgische precisie uit de appel te verwijderen?
 


Week 13 - Katholieke vernieuwing?
 De tijd dat arbeiders alleen plichten kenden en geen rechten ligt al ver achter ons. Een maximum aan werktijden, een minimumloon, een redelijk machtige vakbondsbeweging, pensioenregelingen en goede arbeidsomstandigheden; een Westerse werknemer is allang geen slaaf meer van de bourgeoisie. De kerk als werkgever loopt echter - zoals wel vaker – nog wat achter op deze ontwikkelingen. Tot zijn 84e bekleedde Johannes Paulus II de functie van paus onder vaak tochtige omstandigheden.

Of hij er problemen mee had dat hij niet met pauselijk pensioen kon? Welnee, had was zijn wens om in het harnas, in het pauselijke gewaad te sterven. Zoals hij zelf sprak: "Ik blijf hier zolang God het toestaat." Al zou hij natuurlijk ook gezegd kunnen hebben: "Ik blijf hier zolang het goed gaat." De paus was de laatste tijd nu eenmaal moeilijk te verstaan. Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat God een slechte werkgever is. Altijd werken met de (christelijke) feestdagen, rare bedrijfskleding en pas met pensioen kunnen als de broodheer je tot zich roept. Eigenlijk had de paus niet eens reden tot klagen…

Ons land krijgt nog jaarlijks in december bezoek van een goedheiligman die volgens eigen zeggen al honderden jaren in dienst is van het Opperwezen. Vergeleken met de arbeidsomstandigheden van de Sint, is de werkplek van de paus toch een stuk gerieflijker. In de koudste maand van het jaar moet Sinterklaas zijn zwakke gestel verplaatsen van het warme Spanje naar het koele Nederland. Een dergelijke forse temperatuursovergang is niet goed voor de gewrichten. Om het nog wat erbarmelijker te maken, lijden is immers een geliefd christelijk thema, doet de arme man dat ook nog eens per boot. En wat voor boot! Het varen op een stoomboot is niet bevorderlijk voor de luchtwegen. Na een reis van dagen moet de heilige ook nog wegtochten op de kade van steeds weer een wisselende plaats. Al die jaarlijkse veranderingen vormen een flinke aanslag op het geheugen en juist het geheugen heeft onder ouderdom al zo te lijden. Daar komt nog bij dat hij de namen van alle Nederlandse kinderen moet onthouden, ik geef het je te doen. Na wat op krachten te zijn gekomen in het plaatselijke gemeentehuis wacht de volgende ARBO-overtreding. Met een mijter als enige vorm van bescherming beklimt hij zijn paard om daarmee de in december dikwijls spekgladde daken te berijden. Aangezien een groot deel van de daken al snel het stijgingspercentage van 45 procent benadert, levert dit enorm veel gevaar op. En waarvoor?! Doel van deze klimpartij is om snoepgoed en cadeautjes door schoorstenen te proppen. Nog zoiets: met je hoofd boven schoorstenen hangen waar giftige verbrandingsstoffen uit dampen. Over een periode van zo'n 4 weken dient hij deze circusact dagelijks te herhalen. Als er iemand aanspraak maakt op de lege pauselijke troon, dan is het Sint Nicolaas wel. Pausmobiel in plaats van 1 pk aan schimmel.

Tot groot verdriet van D66 mag het gewone volk helaas niet meestemmen over wie de opvolger wordt van Johannes Paulus II, die eer valt te beurt aan een stel kardinalen. Bestuurlijke vernieuwing is dan uit het programma van D'66 geschrapt, katholieke vernieuwing daarentegen is een woord dat niet eens in het Roomse vocabulaire voorkomt. Johannes Paulus II benoemde onlangs nog 31 nieuwe kardinalen. In totaal zijn er nu slechts vijf kiesmannen niet door hem aangesteld. Persoonlijk kan het me weinig schelen wie ons landje nu weer jaarlijks gaat bedanken voor de bloemen, maar voor de trouwe volgers van het Orakel van Vaticaan Stad hoop ik eigenlijk dat zijn opvolger minder kritisch is over abortus, euthanasie, condoomgebruik en homoseksualiteit. Zeker dat laatste is geen onbekend fenomeen binnen de kerk zelf. Echter gezien het feit dat het merendeel van de kardinalen door Johannes Paulus II zelf benoemd is, valt te verwachten dat de gelovigen nog altijd wijs zal worden gemaakt dat God geen aandelen heeft in Durex.

Amen.
 


Week 12 - Mijn politiek stickeralbum
 Ver voor de tijd van Flippo's en Pokémon, toen ik Sesamstraat nog los kon zien van politiek, was het sparen van stickers bijzonder hip. Bij de dichtstbijzijnde supermarkt kocht ik van mijn beetje zakgeld een pakje met stickers in de hoop nu eindelijk eens dat gapende gat uit mijn stickeralbum op te kunnen vullen. De twintigers onder de lezers kennen ze vast wel, van die Panini-albums. Vele guldens verder had je een elftal vol met Danny Blinds terwijl Dennis Bergkamp in ieder pakje dat je kocht onvindbaar bleek. Of nog erger: had je eindelijk John de Wolf in je pakje zitten, bleek dat je het iets te onzorgvuldig had opengescheurd waardoor John gehavend tevoorschijn kwam. Het album vol krijgen lukte vrijwel nooit. Als het voetbalseizoen zijn einde naderde en de plaatjes niet meer verkrijgbaar waren, had je nog altijd geen enkele Eredivisieclub compleet. Dan kon je niet anders dan een megaorder plaatsen bij Panini. Hoewel f 0,20 voor Romario blijft een koopje.

Stel dat er nu in plaats van zo'n voetbalverzamelalbum een politiekverzamelalbum zou zijn, dan zou Panini geregeld met een albumupdate moeten komen. Heb je eindelijk Geert Wilders via een vriend gekregen in ruil voor Ayaan Hirsi Ali en Femke Halsema. Je plakt hem vervolgens keurig op de VVD-clubpagina. Stapt hij opeens uit de VVD. Moet je dus weer een nieuwe bladzijde Lijst Wilders toevoegen aan je album en zonder het album te beschadigen zijn sticker van de VVD naar de Lijst Wilders zien te verhuizen. Om nog maar te zwijgen over de LPF-bladzijdes, die zitten vol met losgetrokken stickers. Sommige LPF-leden zijn zelfs in zo'n beperkte oplage als sticker verschenen dat het ware collectors items zijn geworden. Harry Wijnschenk levert op een veiling al snel honderden euro's op.

In mijn voetbalalbum van weleer zat achterin ook een Nederlands Elftal-pagina. Van Basten was toen zelf nog speler, en de meeste van zijn huidige Oranjespelers moesten nog geboren worden. Het politieke Panini-album heeft als tegenhanger hiervoor een kabinetsbladzijde met alle ministers en de minister-president niet te vergeten. Balkenende in de rol van Van Basten zeg maar. Grote kans dat Maduro dan binnenkort in het kabinet debuteert. Wilders bezet de rechtervleugel, Marijnissen op links en Verhagen als controlerende middenvelder.

Haal in ieder geval de sticker van Thom de Graaf van de kabinetspagina en laat je nagels voor de zekerheid maar groeien voor het geval dat je meer D'66-ministers dan wel staatssecretarissen moet wegkrabben. Thoms bestuurlijke vernieuwing werd bestuurlijke vernieling. Het besturen van een bus om het gekozen burgemeesterschap te promoten, is toch net even wat anders dan het besturen van een ministerie. Het had zo mooi kunnen zijn, helemaal voor John de Mol. Hij had het al helemaal rond. Henk-Jan Smits, Jerney Kaagman en de rest van de Idolsjury stonden al onder contract. Het format was simpel. De eerste burgemeesterskandidaat werd gevraagd om op de stip te komen staan: "Kom maar binnen Geert." Een schaar werd aangereikt en de jury vroeg ietwat verveeld of de kandidaat een lintje wilde doorknippen. Henk-Jan verborg na dit alles zijn lach achter zijn hand en Jerney had haar lach zoals gewoonlijk thuis laten liggen. Edwin Jansen sprak: "Dit was niks, je kunt die schaar beter in je haar zetten." Henk-Jan vulde hem aan: "Je mist bovendien de ambst-factor, helaas!"

Nu de PvdA Thoms speeltje heeft stukgemaakt, hoop ik toch echt dat het kabinet niet valt en dat de VVD en het CDA een nieuw speeltje geven aan D'66. Dan kan ik eindelijk eens in alle rust mijn politiek stickeralbum vol krijgen. Geef me de tijd tot 2007. Het album van Balkenende I was al niet vol te krijgen. Nog zo'n teleurstelling kan een tere kinderziel niet aan, en dan heb ik het nog niet eens over mijn steeds leger wordende spaarpot.
 


Week 11 - Laat je speelgoed staan... (deel 2)
 Gehuld in een net jasje, getooid met gleufhoofd en met de microfoon in de aanslag verplaatste ik me met grote sprongen naar het andere eind van Sesamstraat. De heugelijke mededeling dat de Sesamstraat politiek landelijk zou gaan, werd nu kracht bijgezet met een persconferentie. Het was voor het eerst dat politiekjournalistiek Nederland ons Sesamsteegje wist te vinden. Immers, afgezien van de dagelijkse zendtijd, laat men het reilen en zijlen in mijn regio meestal links liggen. Waar voorgaande persconferenties alleen door mij als vertegenwoordiger van Sesamstraat Nieuws werden bijgewoond, daar werd de persconferentie ter ere van de geboorte van de nieuwe politieke partij “Eerste Straat Rechts” onder andere bezocht door Frist Wester en Ferry Mingelen.

Wat een feestelijke avond had moeten worden, ontaarde echter in ordinair politiek schouwspel. De avond begon al met de verrassing dat Elmo werd gepresenteerd als het politieke gezicht van de nieuwe partij. Opponent Pino kon zijn teleurstelling in deze democratische benoeming niet verbergen. Hij toonde zich een slecht verliezer door de volgende woorden door de vele microfoons voor zijn snavel toe twee maal toe te herhalen: “Wat moet Eerste Straat Rechts nu weer met zo’n rooie linkse rakker als frontman!!”. Daarmee doelde Pino dus op de huids- danwel haarkleur van het Sesamstraat-schatje. Nadat initiatiefnemer Dhr. Aart enkele gematigde rechtse programmapunten bekend maakte, greep Elmo zijn kans om aan te tonen dat hij alles behalve een rode rakker is, door ongevraagd de nodige programmapunten aan te scherpen. Elmo trok zich blijkbaar niks aan van de protesten van de denkers achter het partijprogramma: Aart, Sien en Hakim. Onverstoord begon hij met zijn genante relaas.

“Wat nou eerste straat rechts!! Zo lang mogelijk rechtdoor en pas helemaal aan het einde naar rechts”, sprak Elmo met zijn immers vriendelijke stemmetje. Allereerst richtte hij zijn pijlen op Europa. In tegenstelling tot het programmastandpunt, bleek Elmo een voorstander te zijn van terugtrekking uit Europa. De euro moest ook maar meteen weer omgeruild worden voor sesamzaadjes. Terwijl Dhr. Aart daarvoor juist nog het voordeel van de euro roemde omdat ze nu ook in de Franse Rue de Sesame konden betalen met dezelfde valuta. Elmo raaskalde vervolgens over belastingverlaging en afschaffing van het minimumloon. Om vervolgens de Islam aan te vallen door te spreken over het verbod op hoofddoekjes alsmede op het dragen van een gezichtsbedekkend verendek. Over zijn eigen haardracht geen slecht woord. Pino haakte hierop meteen in door naar de Tweede Wereldoorlog te verwijzen. Sien viel hem bij: “Wat een intolerantie Elmo!”. Waarop Elmo nonchalant antwoordde: “Ach mens ga toch koken”. Frits Wester stelde een kritische vraag aan Elmo: “Kan het kloppen dat deze standpunten me bekend voor komen?” Waarop Elmo triomfantelijk antwoordde: “Meneer Wester, een groot deel van deze standpunten heb ik eerlijk zelf gevonden op de nog smeulende resten van 8 jaar Paars.” Meneer Aart greep na lang aarzelen na dit alles nu toch in. Hij liet Elmo de zaal uitzetten en benoemde Pino tot lijstrekker van Eerste Straat Rechts.

Ik verontschuldigde me nog tegenover gasten Frits en Ferry. Maar beide heren leken niet echt overdonderd door dit on-Sesamstraatse optreden. “We zijn wel wat gewend”, spraken beide heren. Een paar uur later was er weer een persconferentie, ditmaal van dissident Elmo die de eenmanspartij Lijst Elmo zou presenteren. Liefhebbers kunnen overigens voor 2000 euro een avondje stappen met Elmo. Hij wil op deze manier de partijkas vullen. Vreemd genoeg heeft hij in dat geval opeens geen bezwaar tegen euro’s.

Kermit de Kikker
Sesamstraat Nieuws
 


Week 10 - Laat je speelgoed staan...
 Het nieuws valt me de laatste tijd een beetje tegen. Ik begon aan het NOS journaal te twijfelen toen ze aandacht bestede aan de rechtzaak van Edwin de Roy van Zuydewijn. Hij wilde een omgangsregeling voor zijn hond. Zelfs als de professionele aandachtstrekker op het dak van een parlementsgebouw staat in een Batman outfit om een statement te maken voor de positie van mannelijke hondenbezitters die in een scheiding liggen, ja zelfs dan stijgt de nieuwswaarde niet tot journaalhoogte. Hoogstens een klein item in RTL Boulevard. Om toch een column te kunnen schrijven heb ik andere bronnen aan moeten boren. Gelukkig kon Kermit, mijn correspondent in de gezelligste straat van Nederland, me interessant nieuws melden.

Verschillende Sesamstraat bewoners hebben het idee geopperd om de landelijke politiek in te gaan. Initiatiefnemer Pino verklaarde: "De laatste tijd merk ik dat de problemen bij ons in de straat dezelfde problemen zijn die in de rest van Nederland spelen. Mijn weidse vogelblik reikt al snel verder dan alleen deze straat". Op de vraag welke problemen Sesamstraat teisteren antwoordde Pino's compagnon Aart: "Ook in onze buurt overheerst de angst. Neem nu Tommie bijvoorbeeld. Deze ongeschoren buurtbewoner vindt het nodig om in de vroege morgen ‘poeheeee!!!!’ uit zijn minaret te schreeuwen en deinst er niet voor terug om geweld te gebruiken tegen mensen met een andere mening. Verschillende Sesamstraat-bewoners zijn dan ook alles behalve goed ingeburgerd. Ook Ieniemieni is al meerdere malen verkracht door een recidivist uit Sesamstraat, die bovendien ook te pas en te onpas koekjes steelt”. Op de vraag of er al concrete plannen zijn met betrekking tot het vreemdelingenbeleid in Sesamstraat wist Aart het volgend mee te delen: “Concrete plannen niet, maar ik ben voorstander van een streng asielbeleid in Sesamstraat. Om Oscar als voorbeeld te nemen. Hij leeft in vuilnisbakken en spreekt gebrekkig Nederlands. In zo’n geval zeg ik: aanpassen of anders wegwezen. Het klinkt hard, maar Sesamstraat is geen luilekkerland.”

Over het politieke programma van de nog op te richten partij kon Pino nog niet veel zeggen: "We willen eerst uitvoerig overleg voeren met onze achterban. Sien en Hakim (die laatste vormt onze troetelallochtoon) krijgen ook de kans om hun bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de partij. Een politieke partij is ook niet compleet zonder een homo, dus we betrekken graag ook Ernie dan wel Bert in onze plannen. Het moge duidelijk zijn dat wij met onze partij gaan vissen in de rechtse vijver." Op de vraag of Geert Wilders niet in dezelfde vijver viste antwoordde Pino vol overtuiging: "Het is geen probleem dat wij in dezelfde vijver vissen, zolang we maar niet op dezelfde vis jagen. En daar is geen sprake van. Geert Wilders vist vooral op vissen waarvan de schubben recht overeind gaan staan bij het horen van de woorden moslim en Europa. Wij daarentegen gaan voor de grote vissen in de vijver, die met politiek intellect. Dat is immers ook de doelgroep van de televisie-uitzending van Sesamstraat." Graaf Tel kon al voorzichtig een prognose geven van het aantal zetels: "Onderzoek wijst uit dat we tussen de 20 en 30 zetels kunnen halen."

Volgende week wordt er een persconferentie belegd, er zal dan onder andere onthuld worden wie het gezicht achter de partij gaat worden. Purk het niet-halal varkentje uit Sesamstraat gaat dat in ieder geval niet worden, dat zou verlies van stemmen van progressieve moslims kunnen betekenen. In de wandelgangen van Nederlands bekendste straat gonst vooral de naam van initiatiefnemer Pino maar ook Elmo wordt genoemd. Elmo staat toch iets dichterbij het volk dan de vrij grote blauwe vogel. Wordt vervolgd.

Aldus Kermit de Kikker.
 


Week 9 - Allememaggies!
 Eindelijk weer eens een column. Wegens de hevige kou kon ik de afgelopen weken geen column afleveren, de bal van mijn muis was vastgevroren. Dat lijkt me meer dan een goed excuus, want het volledige openbare leven wordt in noord Nederland platgelegd omdat er een lading sneeuw valt. Scholen blijven dicht, de post blijft in de warme postzakken liggen en de krant wordt alleen via internet bezorgd. Zijn de brievenbussen soms dichtgevroren? Volgens hooggeleerde Piet Paulusma komt het allemaal door het broeikaseffect. Piet zal er wel voor geleerd hebben, maar ik moet de verwarming op volle kracht zetten om het binnen nog een beetje op een broeikas te laten lijken. Oat moan, Piet! Zelf wijt ik de witte deken die over ons land ligt aan Geert Wilders.

Over Geert gesproken: ook ik heb zo mijn principes, maar voor een leuk bedrag wil ik die wel laten varen natuurlijk. Toen ik deze kop las “Avondje uit met Wilders voor 2000 euro” werd ik spontaan volgeling van het gedachtegoed van Geert Wilders. Voor 2000 euro wil ik best een avond met hem aan een tafel zitten om ja-knikkend al zijn grootse plannen aan te horen. Ik zag het al helemaal voor me. Wat bleek nu? Hij wil 2000 euro hebben, niet weggeven. Dus nu zit ik hier in mijn eentje met een bord zuurkool voor mijn neus. Dat valt niet mee, aangezien ik mijn date al helemaal voor me zag. Ik zou eerst samen met Geert een stokje prikken in een leuk Chinees restaurant. Vervolgens had ik dan wat ruimte gereserveerd voor promotiedoeleinden. Een hele avond zonder werk kan natuurlijk niet. Samen met Geert en zijn touringcar zouden we dan wat plaatsjes aandoen om de Europese Grondwet in kwaad daglicht te stellen. Van al dat werken krijg je trek, dus ik had in gedachten om de avond af te sluiten bij een plaatselijke shoarmatent. Ik denk dat Geert ze wel weet te vinden. Als Geert er mee in zou stemmen, dan ga ik natuurlijk ook graag mee naar zijn huis in Zeist - herstel zijn cel – om daar nog gezellig met de buurtbewoners een afzakkertje te nemen. Daarna rijdt ik 2000 euro rijker op huis aan. Geert dacht daar dus anders over. Sorry Geert, maar voor 2000 euro wil ik echt entertainment en geen amateur clown die alleen maar de moeite heeft genomen om een gekke pruik op te zetten. Allememaggies! Voor 2000 euro wil ik alles er op en er aan: een rode neus, maffe schoenen, een kleurrijke outfit en een acrobaat. En geen deprimerende cel maar een olijke caravan die niet wordt voorgetrokken door een anti-Europese touringcar maar door een rode auto met wimpers op de koplampen.
 


Week 5 - Kom eens uit de kast
 Voorheen trok ik een lade in de keuken open en dan zag ik allerlei schoonmaakartikelen voor in de keuken: vaatdoekjes, schone theedoeken en schuursponsjes. Dankzij een vooraanstaand Amerikaans onderzoek zie ik de inhoud van die lade nu heel anders. Ik zie nog altijd vaatdoekjes en theedoeken liggen, maar dan valt mijn oog al snel op een stapeltje homo’s verpakt in plastic. SpongeBob Squarepants, de gele tekenfilmspons, is volgens boze Amerikaanse tongen homoseksueel. Kom eens uit de kast sponsje, of in dit geval: kom eens uit die lade.

Onlangs ging ook in ons land de film van SpongeBob Squarepants in première, maar tot een verbod in ons land zal het ongetwijfeld nooit komen. In de Verenigde Staten gingen er dus daadwerkelijk stemmen op om de film te verbieden. Ernie en Bert slapen in hun appartement aan de Sesamestreet al jaren probleemloos samen. Beide heren zijn hiervoor nog nooit voor de rechtbank gedaagd. Om over de uit Duckstad afkomstige Kwik, Kwek en Kwak nog maar te zwijgen. Pas als er een poreuze, synthetische spons over de zeebodem van Bikini Bottom hand in hand loopt met zijn zeemaatje zeester Patrick, dan komt homofoob Amerika in beweging. Dan wordt de vierkante kinderheld aan de publieke strandpaal genageld. Euhh schandpaal dus.

De oplettende kijker heeft al lang door dat Spongebob gevoelens koestert voor Sandy, de Texaanse eekhoorn die van de zeebodem haar nieuwe thuis heeft gemaakt. Echter omdat de kloof tussen zee- en landdieren te groot is, zal dat wel nooit tot iets serieus kunnen uitgroeien. Het geven van een kus is onmogelijk. In haar waterdichte onderkomen moet Spongebob een vissenkom vol water op het hoofd dragen om te kunnen ademen, en als Sandy bij Spongebob op bezoek komt vult ze haar vissenkom met lucht. Het wordt er voor een heteroseksuele spons natuurlijk ook niet makkelijker op.

Bovendien zou het meer voor de hand liggen als juist zijn kwallenvispartner (voor niet kenners kwallenvissen is het jagen op kwallen) Patrick Ster beticht zou worden van homoseksuele gevoelens voor een van de mannelijke medebewoners van Bikini Bottom. Deze zeester is immers roze en bovenal zijn achternaam doet het ongetwijfeld erg goed in de homo scene.

“Herken de homo” een programma waarin een vrouw uit een hooiberg van homoseksuele aanbidders de enige heteroseksuele speld moet zien zoeken, werkt blijkbaar ook met tekenfilmfiguren. Je tekent en kleurt wat stripfiguren en voor je het weet buigt intellectueel Amerika zich over je getekende cast om te speuren naar homoseksuele trekjes bij een van je uit de duim gezogen karakters. Logisch.

De lezersvraag van deze week is dan ook: wie van de Smurfen zat jaarlijks weer aan de buis gekluisterd wanneer het Eurovisie Songfestival werd uitgezonden?

Er komt vast toch niemand op het goede antwoord, dus ik zal het zelf maar alvast verklappen.

Het antwoord op de vraag welke Smurf de afgelopen 16 edities van het Eurovisie Songfestival niet heeft gemist, heeft hetzelfde antwoord als de vraag welke Smurf zich in de weekenden ophoudt in de donkere kamers van de plaatselijke discopaddestoel...

Jawel POTIGE SMURF... en hij bestaat echt. Schande. Van de buis met die Smurfen.
 


Week 4 - Hulp bij aangifte
 Binnenkort valt de blauwe envelop weer op de deurmat, tijd om het handboek ‘Creatief Boekhouden’ van Dhr. De Vlieger weer eens uit de kast te trekken. Uiteraard vul ik jaarlijks weer braaf mijn aangifte in, maar door alle mazen in de wet zie ik er af en toe geen gat meer in. Tijd om eens wat hulp in te schakelen bij mijn aangifte.

Beste Belastingdienst,

Ik zal jullie niet vragen om het leuker voor me te maken, maar jullie kunnen me het wel makkelijker maken als jullie me antwoord kunnen geven op de onderstaande vraag.

In het belastingjaar 2004, in maart om precies te zijn, kwam ik op een of andere manier aan een hand vol eurobiljetten. Met enige schaamte vermeld ik u erbij dat het geld op niet legale wijze was verkregen, met andere woorden er is sprake van een misdaad van mijn kant. Om mijn woorden wat kracht bij te zetten zodoende u hiermee te overtuigen van mijn schuld, verwijs ik naar de aflevering van Opsporing Verzocht van 13 april 2004. Ik ben diegene met die zwarte bivakmuts die uiterst vriendelijk een graai doet in de kassa van een pompstation.

U begrijpt dat ik daar al meer dan genoeg voor ben gestraft, het is geen pretje als al je vrienden op televisie kunnen zien dat je vergeet om het vakje met 50 eurobiljetten leeg te halen. Ik kan me nauwelijks nog vertonen zonder uitgelachen te worden, maar dat terzijde. Daar het in mijn ogen voldoende aantoonbaar is dat er door mij een misdrijf is gepleegd, meen ik aanspreek te kunnen maken op de zogenaamde misdaad-loont-regeling. Deze regeling is immers niet voor niets in het leven geroepen. Eenieder heeft nu immers zijn of haar specialiteit. Als je als keurige belastingbetaler kosten moet maken om je beroep uit te oefenen, dan is het wel zo rechtvaardig als je die weer kunt aftrekken. Voor niets gaat alleen de zon op. Dus ik vervolg mijn relaas met in mijn ogen redelijke aftrekposten.

Aangezien het geld in mijn binnenzakken op dat moment behoorlijk zwart was, heb ik het eerst wit moeten wassen. Ik ben er dus mee naar Nederlands enige officiële witwasinstelling gegaan; het Holland Casino. Ik kwam er binnen met 780 euro’s. Gokken is niet mijn sterkste kant, na mijn witwasavontuur bleef er slechts 300 euro over, wit in dit geval. Die 300 kunt u dus zien als inkomsten. Die geef ik dan ook keurig aan op mijn aangifteformulier. Mijn vraag is echter wat te doen met het verloren geld? Ik heb dus 480 aan kosten gehad om het witgewassen te krijgen. Mag ik dit bedrag volledig aftrekken van mijn gehele jaarinkomen?

Tot slot nog de vraag wat wel en wat niet onder aftrekposten gerekend mag worden. Zo heb ik entree moeten betalen om het casino in te komen, plus reiskosten niet te vergeten. Die bivakmuts had ik nog liggen, maar nu ik er zo prominent mee op televisie ben geweest wil ik hem graag vervangen. En op het pompstation had ik nog een rolletje King gekocht omdat ik uiteraard wel netjes op mijn beurt wilde wachten alvorens de kassa te ledigen.

Ik hoor graag spoedig van u, zodat ik mijn aangifte in orde kan maken.

Vriendelijke groet,

Sander P.
 


Week 3 - Submission
 Jaarlijks worden er in ons land meer kilometers aan stille tochten gelopen dan aan de avondvierdaagse. Het verzamelen van avondvierdaagse kruisjes is allang niet meer zo interessant als het meelopen met een stille tocht voor iemand die je niet eens hebt gekend. De meeste stille tochten werden georganiseerd voor slachtoffers van zinloos geweld, maar nu stond er een op het programma voor een tasjesdief. Wederom een B-artiest: Ali el B. Als ze in gevangenissen voor iedere letter één cel hadden, dan zat die voor de B goed vol. Ali el B. kwam net bij de rechtbank vandaan waar hij moest voorkomen vanwege een overval. Eenmaal buiten begaat hij twee overtredingen: diefstal en bumperkleven. Dat laatste doordat de beroofde vrouw de auto in zijn achteruit zette, waardoor ze nu zelf ook is uitgenodigd om de rechtzaal eens vanbinnen te bekijken. Je zou er bijna een film van gaan maken: “De Tasjesdief 2”.

Hoe vaak gaat het trouwens niet op dat het vervolg van een film saaier is dan het voorgaande deel? Toch weerhoudt dat de filmmakers er niet van om vrolijk hun telkwaliteiten tentoon te spreiden. Wie “Rocky 1” zegt, moet ook “Rocky 5” zeggen. Geheel in navolging hiervan presenteert Ayaan Hirsi Ali na het gewel(dda)dige succes van “Submission 1” nu “Submission 2”. Een beetje speurwerk levert al gauw wat nieuwe Koranteksten op, je cast vervolgens weer een naakt islamitisch lichaam en een vervolg is geboren. Dit verklaart meteen de lange afwezigheid van Hirsi Ali, ze was natuurlijk druk bezig met het schrijven van een script. Er schijnen ook geruchten de ronde te doen dat ditmaal de Koranteksten op het haar van Geert Wilders geprojecteerd worden, maar dit kan natuurlijk ook een slimme marketingtruc zijn. De aftiteling van de film zal overigens vrij kort zijn, aangezien de regisseur onbekend wil blijven.

De terugkeer van Ayaan in de Kamer werd gebracht als een groot spektakelstuk. De vraag is echter of iemand die een film nodig heeft om haar standpunten uit te dragen, wel in de Kamer thuishoort. Een politicus dient immers een goed redenaar te zijn. Geweld mag geen wapen zijn om de vrijheid van meningsuiting mee te bestrijden, daar was heel Nederland het over eens. Maar mag een film dan wel een politiek wapen zijn tegen een religie? Niet zo heel lang geleden werd er een docente op een school ontslagen omdat ze een erotische website had. Het schoolbestuur vond dat niet goed samen gaan. Als een school zich mag bemoeien met de vrijetijdsbesteding van haar personeel, waarom bemoeit de VVD zich dan niet met de filmhobby van Ayaan? Of staat de VVD achter haar filmambities en dus ook achter het statement van Submission 1 tot en met nog wat? Durft de VVD na Geert Wilders soms niet nog een partijlid weg te sturen?

Is het gras aan de overzijde van de Atlantische Oceaan zoveel groener? Welnee. De 17 minuten durende inauguratie van Bush kost per minuut 1 miljoen euro. Best veel voor het benoemen van iemand tot president terwijl deze al president was! Voor dat geld kunnen we heel bedreigd Nederland een jaar lang laten beveiligen.
 


Week 2 - Studio SMS
 Speurneus Peter R. de Vries is inmiddels weer teruggekeerd na zijn Dakar avontuur, het in de zandbak spelen voor gevorderden. Bij thuiskomst werd hij weer herenigd met zijn alibi, niet te verwarren met ali b(ee). De petdragende rapper die altijd een prima alibi heeft aangezien hij op ieder moment van de dag wel ergens in de schijnwerpers staat. De ene keer als rapper featuring Marco B., en dan weer als iemand met een mening aan de tafel van Barend en Van Dorp. De jury van de Popprijs 2004 zag zich dus wel genoodzaakt om hem te eren met de hoofdprijs, en nog wel met de motivatie dat ze “gewoon niet om hem heen kunnen”. Nog al logisch als meneer zichzelf handen in de lucht gooiend langs alle radio- en televisiekanalen weet te zappen. De jury kan alvast een kopietje maken van dit juryrapport voor volgend jaar. Alleen de naam veranderen in “De Tokkies” en ze zijn klaar. Daar kunnen we in 2005 vast ook niet om heen.

Terug naar Dakar. Hoewel Peter R. de Vries er geen werkvakantie van wilde maken, werd hij tijdens de rally toch nog geconfronteerd met verschillende doden. Het blijft een gevaarlijk spelletje. Peter en zijn bestuurder haalde de finish niet. Meer succes was er voor de Nederlandse truckers, die eindelijk eens ongehinderd links kunnen rijden op de zandwegen. Hans Bekx stond tot op de laatste dag tweede in het klassement. Toen volgde er nog een keuring. Ben je met je vrachtwagen van Barcelona naar Dakar gereden, word je gediskwalificeerd omdat je bumper van kunststof is en de luchtslang van de intercooler net iets de breed is.

Het levert in ieder geval leuke televisie op. Misschien een ideetje voor de NOS. Nu de rechten voor het voetbal in de goedgevulde zakken van John de Mol verdwijnen, moet de NOS toch op zoek naar andere sport om de zondagavond mee te vullen. Er is dus toch meer dan voetbal. Wellicht is de NOS nu onderzoek aan het doen naar de aantrekkingskracht van curling. Of zijn ze achter de schermen druk bezig om de uitzendrechten voor het Open Fries kampioenschap fierljeppen binnen te jeppen. Ik vond de reportage over het door de NOS zelf gewonnen Nederlands Kampioenschap “achter het net vissen” in ieder geval veelbelovend.

De zorgen van John de Mol zijn veel groter. Hij moet de voetbalwedstrijden tussen Spongebob en Bassie & Adriaan zien te proppen. Bovendien zal hij de presentatie van Studio SMS toch niet in handen willen leggen van die clown en die acrobaat, waarmee Hans Kraay Jr. dus al afvalt. Louis als analyticus is ook al niet meer rond te krijgen, omdat hij deze week de cirkel met AZ al rond heeft weten te maken. En dat is nog niet alles. Om het een beetje winstgevend te maken moet er natuurlijk wel een SMS spelletje in zitten. Dat houdt John nu al dagen wakker. Tot nu toe kwam hij niet verder dan dat de kijker na iedere wedstrijd mag beslissen welke voetbalclub er naar huis moet. Hij vergeet alleen dat er altijd al één club naar huis moet, namelijk de uitspelende club.

Ik zal hem maar een handje helpen dan. De Mol beschikt ook over de rechten voor de (uit)wedstrijden van het Nederlands elftal en aangezien Nederland 17 miljoen (minus Dick Advocaat) bondscoaches telt, is het idee snel geboren. Heel Nederland mag de opstelling per SMS aan Van Basten sturen. Deze zorgt er vervolgens voor dat de 11 met de meeste stemmen op de mat komen te staan. Zo is er toch nog hoop voor Hans Kraay Jr.
 


Week 1 - Vijf vijf vijf
 Zaterdagavond 1 januari. In Rotterdam wordt 20,9 miljoen euro uitgedeeld. Niet veel later streeft de jackpot van giro 555 dit Jumbokanjer-bedrag voorbij. Verschil is wel dat de steeds groter wordende pot van 555 noch voor een wijk is en noch voor een straat, maar voor een veel groter gebied waar straten veelal geen namen hebben en postcodes geen straten. In navolging van radio en televisie kan ook deze column natuurlijk alleen maar over de tsunami gaan…

Een natuurramp die vele duizenden menselijke slachtoffers heeft opgeëist. Ik zeg bewust “menselijke” want de dieren schenen beter geïnformeerd te zijn. Ik stel voor dat ze bij het KNMI naast Marjon de Hond nog een zooitje dieren aannemen, misschien klopt de weersvoorspelling dan wat vaker. Net als veel van die dieren was ook Remkes vroegtijdig de binnenlanden ingevlucht om daar in zijn villa te genieten van de Thaise keuken. Wij Nederlanders weten toch altijd weer perfect de hoofd- van de bijzaken te scheiden want waar half Nederland zich op dit moment vooral heel druk maakt om de vakantie van Remkes, daar ruimt men in Zuidoost-Azië puin. Huizen of wat daar van over is en doden beheersen het plaatselijke straatbeeld. Ditmaal geen mensenwerk, geen terrorisme, en geen vredelievende actie van Bush maar het werk van moeder natuur. Of zoals sommigen suggereerden: het werk van God.

Voor degene die God willen vragen “waarom?!” is er gelukkig weer hoop. Waar TPG vroeger de brieven aan God niet op het juiste adres wist af te leveren wegens het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, daar kunt u vanaf heden naar hartelust schrijven met de schepper. Na een succesvolle zoektocht van Henny Huisman in het EO programma “Henny zoekt God”, is zijn postbusadres achterhaald. Hulde aan Henny. Hierdoor is de vacature voor God inmiddels ook weer van de EO website verdwenen. Ik kan me zo voorstellen dat er voor die vacature werd gezocht naar iemand die “in zichzelf gelooft”. Zoeken is echter niet meer nodig. God deelt een kamer samen met Andries Knevel en zit nu gewoon keurig met een negen-tot-vijf mentaliteit achter zijn bureau bij de EO om brieven te beantwoorden. Ik voorzie een drukke periode nu. Nog een tip voor het geval dat Abdul-Jabber (van de Ven) meeleest: ook doodsverwensingen aan het adres van Geert Wilders kunt u richten tot God / Allah * (doorhalen wat niet van toepassing is).

Wanneer u zich schuldig voelt over het feit dat u heeft kunnen glimlachen om de bovenstaande woorden over de ramp, dan is het raadzaam om uw schuldgevoel af te kopen met een bijdrage op giro 555.

Help slachtoffers aardbeving Azië
 


Week 52 - ...
 Deze week geen column.
 


Week 51 - Kerst
 Ik heb 2 kerstverhalen ingezonden voor http://www.hetkerstverhaal.nl. Lezen en stemmen kan hier:

1. Kerstmis met de x-factor
2. Kerstextremisme


Column voor deze week:

Vraag Maurice de Hond om een opinieonderzoek te houden naar associaties bij verschillende feestdagen, door middel van het voorleggen van mogelijke antwoorden aan de ondervraagden. Vraag vervolgens het NIPO hetzelfde onderzoek te doen maar dan zonder antwoorden voor te leggen. Bij beide onderzoeken zullen er, met een afwijking van een paar zetels, de volgende scores behaald worden: Bij Pinksteren denkt de meerderheid al gauw aan een vrije dag. Pasen wordt veelal geassocieerd met eieren, hazen en meubelboulevards. Sinterklaas roept associaties op met Bram van der Vlugt, kruid- en pepernoten, gedichten en surprises. Bij Kerst denkt doorsnee Nederland aan kerstbomen, kerstkaarten, kerstdiner, kerstmuziek, kerstcadeaus, kerstballen, kerst… vul maar in.

Voor alles is wel een kerstvariant te bedenken. Breng een bezoek aan de dichtstbijzijnde cd-winkel en probeer maar eens een artiest te vinden zonder een kerstcd of een kerstnummer. Zelfs de familie Tokkie, de Nederlandse familie Von Trapp, heeft een kerstcd opgenomen. Voor veel mensen is Kerst pas een feest als de kerstboom vol bling bling hangt. De kerstboom, vooral de versiering dan, is zelfs trendgevoelig. Er bestaat zelfs zoiets als een heuse kerstmode. Iedere kerstmodebewuste consument versiert zijn kerstboom geheel volgens de kleurtrends van dit jaar. Een beetje zichzelf respecterend mens wisselt vaker van kerstballencollectie dan van rijstrook. Om het rijtje met associaties verder aan te vullen: kerstgedachtevervaging.

Een groot deel van Nederland is misschien wel net als ik te ongelovig om jaarlijks de achterliggende religieuze gedachte in te zien, zelfs de nieuwe bijbelvertaling brengt hier geen verandering in. Op een of andere manier mis ik de link tussen de geboorte van Jezus en de boom met ballen. Kan Kerst niet gewoon het feest worden ter ere van de geboorte van de vrede? Een vrede die ondanks zijn statenloosheid niet wordt uitgezet vanwege het ontbreken van een verblijfvergunning. Een vrede die ondanks het feit dat zijn wieg in het dunbevolkte uitzetcentrum van Vlagtwedde staat, toch een pardon krijgt. Een vrede waar wij allen voor moeten zorgen, die wij allen grootbrengen alsof het ons eigen kind is. Ieder jaar komt er weer een vredestelgje bij waar heel de wereld zich wederom over ontfermt. We voeden de vrede op zodat het straks op eigen benen kan staan, zodat wij kunnen oogsten wat we jaarlijks met Kerst hebben gezaaid.

Wil je me een plezier doen Maurice? Ik vind het prima dat je de mensen wat mogelijke antwoorden voorlegt als je ze vraagt naar hun kerstgedachte. Maar wil je naast alles dat begint met “kerst”, ook mijn ideologische kerstassociatie als een mogelijk antwoord aan je steekproefpersonen voorleggen? Al is het maar om de mensen op een idee te brengen.
 


Week 50 - Reclamelood
 Ondanks dat Loekie de Leeuw als een soort Henny Huisman is afgedankt vanwege zijn rimpels en stoffige maatpak, wordt hij jaarlijks voor de verkiezing van beste reclame weer van stal gehaald. Na afloop hiervan siert een gouden exemplaar de schoorsteenmantel van de reclamemaker mét smaak. Dat er reclamemakers mét smaak zijn, verraadt ook meteen dat er reclamemakers zónder zijn. Ze zijn nog in de meerderheid ook. De door Tros Radar georganiseerde Loden Leeuw verkiezing, die voor de slechtste reclame, is dus veel prestigieuser aangezien er meer deelnemers zijn.

Zo geeft Chello werklozen een kans. De vleesgeworden familie Barbapapa van Nederland, onze troetelaso’s, acteren zich een slag in de rondte. Ik heb acteurs nog nooit zo goed een asociale familie zien neerzetten (of speelden ze zichzelf). Sowieso zijn de Tokkies een geliefd marketinginstrument; veel voor weinig. Niet alleen bekende aso’s hebben een voorbeeldfunctie, ook modelmama Daphne Dekkers speelt de sterren van de hemel in een lollie reclame. Vooral haar mededeling dat er geen vet zit in deze lollie’s is revolutionair. Wat volgt? De mededeling dat er geen banaan in appelsap zit? Dat er geen linksdraaiend melkzuur in aardbeienjam zit?

Bekend Nederland schnabbelt er lustig op los, maar als de reclamemakers geen bekende Nederlanders kunnen vinden, om hun kansloze idee wat meer cachet te geven, dan bedenken ze zelf hun eigen ster. Voor een voetschimmel reclame was alleen Frits Bom bereid om een screentest te komen doen, maar als schimmel verloor hij toch zijn geloofwaardigheid. Zo ontstond de reclame met Schimpie de geanimeerde camembert die dagelijks met zijn familie onder teennagels kruipt. Zo iemand verdient een tekenfilmserie.

Het hoogtepunt van reclameleed wordt toch wel gevormd door de geldleen-reclames. De top van smakeloos reclamebedenkend Nederland, is bevoorrecht om reclames te bedenken voor dit uitdagende genre. Ieder reclameblok moet je daarom wel minimaal één maal aanhoren dat geld lenen ideaal is als je een leuk truitje wilt kopen. De lijst van sneue leenreclames wordt toch wel aangevoerd door de Leningman reclame. Frits Bom, net nog afgewezen als schimmel, was hier wel geknipt voor. Frits, die door zijn vrouw is gedwongen om weer eens wat geld in het als maar leger wordende laatje te brengen, keuvelt vrolijk over leningen alsof het vakanties zijn. Er is uiteraard weer een blik z-acteurs opengetrokken die zo acteren dat je bijna denkt dat het acteurs zijn die acteren alsof ze niet kunnen acteren. (Lees die zin nog maar eens over). En om de kosten van het spotje te drukken, Frits Bom vraagt immers om "een bom met duiten", is er gebruik gemaakt van een decor dat nog over was van een musical van een willekeurig basisschooltje. Een gereïncarneerde palmboom, een geen-punt-bij-Karwei tafel, een Postbank blauw wandje en een groot euro-teken dat van de zolder van Gerrit Zalm vandaan komt. Frits heeft voor de gelegenheid een pak uit zijn kast gerukt en kwam daar ook nog een piccolo uit zijn Vakantieman-tijdperk tegen, die ook meteen een rol kreeg in de kaskraker van Becam.

Mijn complimenten! Op een nog inspiratielozer jaar!
 


Week 49 - Koning Voetbal / Prins Bernhard
 Woensdag 1 december won Prins Bernhard van Koning Voetbal. Zijn overlijden maakte vroegtijdig een einde aan de tv registratie van de eerste helft van Feyenoord – Schalke ‘04. De KNVB zal hier eens een voorbeeld aan moeten nemen. Ver verwijderd van de geur van gras, speuren de bondsheren in muffe kantoren naar overtredingen op hun KNVB wetten. Afgelopen zaterdag nog. Een amateurclub gelastte al haar wedstrijden af, vanwege de tragische dood van een clublid. Koning Voetbal, zo besloot de club, moest voor een weekendje de troon afstaan aan het respect voor het overleden spelertje. Maandagmorgen, bij de KNVB wordt druk gespeurd in de stoffige regels. De feeststemming breekt los, de hierboven genoemde beslissing van de amateurclub was namelijk in strijd met de KNVB regels. Een coup, een greep naar de troon van Koning Voerbal, zo concludeert de kille KNVB. Alleen de wedstrijd van het team waarin de overleden voetballer zat, mocht worden afgelast. Vol trots maakt de KNVB openbaar dat ze een vooronderzoek gaat starten. Hulde KNVB, Koning Voetbal regeert.

Hoe zat dat ook al weer met die spreekkoren? Als de scheidsrechter wordt geadviseerd in zijn beroepskeuze, dan worden wedstrijden stilgelegd of zelfs gestaakt. Dan wordt dan man met de fluit opeens belangrijker gevonden dan Koning Voetbal. Als het aan de KNVB lag, kwam er een wetsartikel tegen scheidsrechterslastering, of nog makkelijker: scheidsrechters krijgen de status van voetbalgod. Als Sylvie Meis wordt gefeliciteerd met haar nieuwe baan, haar publieke functie in Amsterdam, dan dreig je met het stilleggen van de wedstrijd. Dat zijn de erge dingen! Rouwen kan natuurlijk óók na het weekend.

Onze koninklijke dandy versloeg Koning Voetbal, voor even was er eens iets anders belangrijker. Zijn laatste adem blies hij, in zoals hij het UMC noemde, zijn stamcafé. De boetes voor AH medewerkers zullen weer zelf opgehoest moeten worden en de eeuwige jachtvelden zullen nimmer meer zo veilig zijn als voorheen. Een plezierige jacht…
 


Week 48 - Mijn verlanglijstje
 

Beste Sint,

Deze week, maar ook de week ervoor, was ons land in de ban van de borsten van Georgina. Dat zal zelfs uw ogen niet ontgaan zijn. Omdat niemand behalve Jort - breteldrager van het jaar - in de echtheid geloofde, onderwierp ze haar borsten aan een heus echtheidsonderzoek. En om eerlijk te zijn; ik kan zo'n actie wel waarderen. U toch ook? Zo zou ik ook graag zien dat Jort zijn banksaldo openbaar maakt om aan te tonen dat hij toch rijker is dan dat hij praat. En dat Balkenende de resultaten van een psychologische test openbaar maakt, waaruit blijkt dat hij een krachtig leider is. Om een mogelijke rechtzaak te ontlopen: iedereen kan nog twijfelen aan de echtheid van Georgina, maar niet aan de echtheid van haar borsten.

Ophelderend. Toch is er zo eind november jaarlijks weer een ander fenomeen waarvan de echtheid discutabel is, ja ik heb het over u. Ik las pas nog dat ze de mummy van Toetanchamon gingen onderzoeken. De kans is echter klein dat u uw weefsel laat testen op oudheid, dus we zullen ook dit jaar weer aan moeten nemen dat u vanuit Spanje bent vertrokken naar mijn land waarin mannen met baarden toch niet echt meer in goed daglicht staan. Dit jaar komt daar voor u, arme man, nog eens bij dat de verlanglijstjes er niet makkelijker op worden. U was er inmiddels al aan gewend dat Mecano of Lego het verloor van alles waar batterijen in zitten. Maar het moet een schok zijn geweest voor iemand met een zwak hart, dat er sinds dit jaar ook doodswensen op de verlanglijsten staan. In één van de schoenen van Abdul-Jabbar van de Ven - die toch altijd al zo keurig op het matje staan - stond de dood van Geert Wilders hoog op het verlanglijstje. Hulpsinterklaas Andries Knevel had Abdul-Jabbar nog zo kundig geadviseerd in zijn cadeaukeuze van dit jaar. Andries wist namelijk ook wel dat u niet alles kan regelen, dus gelukkig wist Andries Abdul-Jabbar er nog van te overtuigen dat moord wel eens lastig verkrijgbaar zou kunnen zijn. Tot ongetwijfeld grote opluchting van u, bleek Abdul-Jabber ook tevreden te zijn met kanker voor Geert Wilders. Flexibel als hij is, hoeft hij het ook niet eens perse dit jaar te hebben, binnen 2 jaar is vlot genoeg. Nobel mens, zo snel tevreden. En ik begreep dat er inmiddels ook weer mensen de dood van Van de Ven voor Sinterklaas hebben gevraagd, kunt u dit bevestigen? Dat kan een gezellige pakjesavond worden.

Om u in deze tijd van extreme wensen tegemoet te komen vraag ik dit jaar van u alleen maar een chocolade letter, en als ik u een wijze raad mag geven: laat niet ieders wens in vervulling gaan.

Groeten Sander

 


Week 47 - Vredesextremisme
 

Wie het woordenboek er op naslaat, kan lezen dat extremisme staat voor 'tot het uiterste gaan op politiek gebied'. Dat klinkt een stuk vriendelijker dan 'het vermoorden van tegenstanders van jouw opvattingen' of dan 'het in brand steken van scholen'.

Extremisme is zo slecht nog niet. Tot het uiterste gaan, hoeft niet meteen te resulteren in iets slechts... sterker nog extremisme kan ons land weer in vrede hullen. Naast het rechts-extremisme, het moslim-extremisme en het door Volkert van der G. geïntroduceerde anti-Fortuyn extremisme, die allen de rust in ons land geen goede dienst hebben bewezen, introduceer ik het vredes-extremisme. Het tot het uiterste gaan met als doel vrede, lijkt me een goedaardige vorm van extremisme. Als de drie genoemde vormen van extremisme virussen zouden zijn, dan was vredes-extremisme de anti-stof.

Een vredes-extremist komt er over het algemeen in het openbaar niet voor uit een vredes-extremist te zijn met name vanwege de negatieve bijklank van het woord extremisme. De AIVD spitst haar oren wanneer deze term valt. Uit het zicht van het volk en buiten bereik van AIVD afluisteraparatuur, verenigen vredes-extremisten zich om plannen te beramen die het volk moeten laten zwichten voor de vrede. Hogeropgeleiden, werkloze schoolverlaters, gelovigen en mannen met baarden; een doorsnede van de samenleving spant samen, allen met een zwak voor de vrede. Het interesseert ze niet wat het volk van de vrede vindt, ze zullen ons de vrede opleggen.

Met witte bivakmutsen trekken ze in groepen van twee vooral de grote steden door, gewapend met spuitbussen witte verf. Ieder stoffige stadsduif met een grauw verendek moet er aan geloven. De Dam zal gevuld zijn met witte duiven. Maar niet alleen duiven zijn de dupe. Vakkundig en zonder sporen achterlatend, wordt de W van iedere geparkeerde Volkwagen verwijderd; resulterend in een eenzame van vredelievendheid getuigende V die de kofferbak siert. Mercedes-sterren worden geruisloos verbogen totdat er zich een peace-teken vormt. Oorlogen worden uit de geschiedenisboeken van de schoolkinderen gescheurd, zodat alle sporen van vroegere oorlogen door een vredesvuur tot as is gemaakt. Oorlog, de enige vijand van de vrede zal en moet monddood gemaakt worden door de vredes-extremist. Want wanneer oorlog geen mogelijk alternatief meer is, zo denken de vredes-extremisten, dan kan het volk niet anders dan noodgedwongen voor de vrede kiezen.

Als ik de woorden van hierboven moet geloven, dan zit er bij vredes-extremisten minimaal één steekje los. Net zo goed als geen enkele moslim een moslim-extremist kent, kent ook niemand een vredes-extremist, maar ik hoop dat ze bestaan!